ECLI:NL:RBNNE:2024:2608
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een strafzaak zonder onderbouwing van feiten en omstandigheden
Op 11 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw mr. M. Helmantel. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. M.A.A. van Capelle, de rechter in een strafzaak tegen de verzoeker. De procedure begon met een mondeling wrakingsverzoek op 27 juni 2024, maar de verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangedragen die het verzoek konden onderbouwen. De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat het verzoek in een vroeg stadium van het onderzoek is gedaan en dat een kritische bevraging niet automatisch wijst op partijdigheid. De rechtbank oordeelde dat er geen objectieve redenen waren voor de vrees dat de rechter partijdig zou zijn, en dat het wrakingsverzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters M. Brinksma, W.S. Sikkema en C.W. Couperus-van Kooten, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Gaastra.