ECLI:NL:RBNNE:2024:2582
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake executoriaal beslag op auto in faillissementsprocedure
Op 10 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak waarin [verzoekster] een voorlopige voorziening vroeg met betrekking tot een executoriaal beslag dat door [verweerder] was gelegd op haar auto. De rechtbank overwoog dat de belangen van [verzoekster] niet zozeer een acute noodsituatie betroffen, maar eerder zakelijke belangen in verband met haar rol binnen enkele vennootschappen. De rechtbank had eerder op 22 mei 2024 een tussenvonnis gewezen waarin de gevraagde voorziening tijdelijk was toegewezen, maar na verdere behandeling op 26 juni 2024 concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende spoedeisendheid was om de voorlopige voorziening te handhaven. De rechtbank stelde vast dat het beslag door [verweerder] niet leidde tot een acute noodsituatie en dat de belangenafweging in het voordeel van de schuldeiser uitviel. De rechtbank wees het verzoek tot voorlopige voorziening af, maar verleende [verzoekster] wel een termijn van drie maanden om haar verzoek tot toelating tot de Wsnp aan te vullen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. H.J. Idzenga.