ECLI:NL:RBNNE:2024:258

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
193069
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van voornamen in verband met opkomend antisemitisme

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 29 januari 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van voornamen. De verzoeker, die niet Joods is, heeft twee Joodse voornamen gekregen bij zijn geboorte, als eerbetoon aan zijn Joodse grootmoeder. Door de opkomst van antisemitisme, mede door de situatie in Israël, voelt de verzoeker zich onveilig en ondervindt hij hinder van zijn Joodse voornamen in zijn dagelijks leven. Hij verzoekt de rechtbank om zijn tweede voornaam te wijzigen in slechts één letter.

De rechtbank heeft de argumenten van de verzoeker overwogen en is van oordeel dat er een zwaarwichtig belang bestaat voor de wijziging van de voornamen. De rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke bepalingen zijn die zich verzetten tegen de toewijzing van het verzoek. De rechtbank wijst het verzoek toe en staat de wijziging van de voornamen toe, waarbij de tweede voornaam wordt gewijzigd in de letter [voorletter].

De beschikking is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de wet dit niet toestaat. De griffier zal een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zenden na een periode van drie maanden. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoeker wordt geadviseerd om zo snel mogelijk contact op te nemen met een advocaat voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/193069 / FA RK 23-2733
beschikking voornaamswijziging (1:4 BW) van de enkelvoudige kamer d.d. 29 januari 2024
inzake

[voornaam 1] [voornaam 2] [voornaam 3] [achternaam] ,

wonende te [plaats] ,
hierna ook te noemen verzoeker,
advocaat mr. F.P. van Dalen, kantoorhoudende te Leeuwarden.

Procesverloop

Verzoeker heeft zich tot de rechtbank gewend met het verzoek tot voornaamswijziging van " [voornaam 1] [voornaam 2] [voornaam 3] " in " [voornaam 1] [voorletter] [voornaam 3] ".
Bij de stukken bevindt zich onder meer een afschrift van een geboorteakte van verzoeker.

Motivering

De man heeft aangevoerd dat hij bij zijn geboorte twee Joodse voornamen heeft gekregen. De grootmoeder van de vader van de man was van Joodse afkomst. De vader van de man wilde als eerbetoon aan zijn grootmoeder de man een Joodse voornaam geven. De man is in het verleden meermaals in lastige situaties verwikkeld geraakt door zijn Joodse voornaam. De man heeft zich in het verleden niet echt onveilig gevoeld, op een paar incidenten na, maar door het opkomende antisemitisme, mede aangewakkerd door de situatie in Israël, is dit sterk veranderd. Hij vreest voor zijn veiligheid en voor dat van zijn gezin. De man is zelf niet Joods en ondervindt op verschillende aspecten van zijn leven last van zijn Joodse voornamen. Zo waarschuwt het Israëlische ministerie van buitenlandse zaken mensen om tijdens het reizen hun Joodse of Israëlische identiteit verborgen te houden uit angst voor antisemitische incidenten.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op bovenstaande er voldoende zwaarwichtig belang bestaat voor wijziging van de voornamen van de man. De man wenst dat zijn tweede voornaam slechts één letter zal zijn, te weten de letter [voorletter] . De rechtbank is met de man van oordeel dat dit niet ongepast is.
Naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW verzetten zich geen wettelijke bepalingen tegen toewijzing van het verzoek. Ook van andere bezwaren tegen die toewijzing is niet gebleken.
De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen als verzocht.
De rechtbank zal deze beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht, nu uit de wet voortvloeit dat dit niet kan worden uitgesproken. Op grond van artikel 1:20, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) voegt de ambtenaar van de burgerlijke stand een latere vermelding toe aan de geboorteakte. Op grond van artikel 1:20e BW zendt de griffier pas na ommekomst van drie maanden na de dag van de beschikking een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Daarna zal de latere vermelding pas worden opgenomen in de burgerlijke stand.

Beslissing

De rechtbank:
gelast de wijziging van de voornamen van verzoeker [voornaam 1] [voornaam 2] [voornaam 3] [achternaam] , geboren op [datum] in de [plaats] in de voornamen [voornaam 1] [voorletter] [voornaam 3] ;
draagt de griffier op om een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Ermelo te zenden nadat een periode van drie maanden is verstreken na de dag van de beschikking;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2024.
(
fn:298)
Van deze beschikking kan binnen 3 maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u verplicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen!
De griffier.