Uitspraak
RECHTBANK Leeuwarden
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 19 juni 2024;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 25 juni 2024
Rechtbank Noord-Nederland
Op 9 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker had op 19 juni 2024 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.W. de Jonge, rechter in de rechtbank, naar aanleiding van een afwijzing van zijn aanhoudingsverzoek op 18 juni 2024. Verzoeker stelde dat deze afwijzing een grove schending van zijn recht op een eerlijk proces inhield, omdat hij niet gehoord was. De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat er geen concrete feiten zijn die de vrees voor partijdigheid rechtvaardigen.
De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of er sprake was van omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De kamer concludeerde dat het afwijzen van het aanhoudingsverzoek een processuele beslissing is en in beginsel geen grond voor wraking oplevert. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren.
Daarom heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond verklaard en bepaald dat de procedures met het zaaknummer van de hoofdzaak voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.