ECLI:NL:RBNNE:2024:2473

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
1 juli 2024
Zaaknummer
18-005617-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor voorbereidingshandelingen drugslab en voorhanden hebben vuurwapen en vuurwerk

Op 2 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1967, die werd beschuldigd van het verrichten van voorbereidingshandelingen voor een drugslab, medeplichtigheid aan deze handelingen, en het voorhanden hebben van een vuurwapen en vuurwerk. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer en de verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.R.J. Schönfeld. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. G. Veenstra.

De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder het opzettelijk behulpzaam zijn bij de productie van synthetische drugs en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 januari 2023 goederen heeft afgeleverd bij een schuur waar een synthetisch drugslab in opbouw was, maar dat deze goederen niet in direct verband konden worden gebracht met de vervaardiging van drugs. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wist dat er een drugslab in opbouw was.

Met betrekking tot het vuurwapen en het vuurwerk oordeelde de rechtbank dat niet bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze voorwerpen in zijn woning. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en bepaalde dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder het vuurwapen en het vuurwerk, aan het verkeer worden onttrokken op grond van de relevante wetgeving. De uitspraak werd gedaan door de rechters H.M. Lenting, F. Sieders en E.P. van Sloten, met mr. L. Lamers als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.005617.23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.254653.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 juli 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 juni 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.R.J. Schönfeld, advocaat te Breda. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Veenstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
18.005617.23
hij op of omstreeks 5 januari 2023 te [adres] , gemeente Coevorden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of het opzettelijk vervaardigen van BMK, amfetamine(olie) en/of synthetische drugs, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door een voertuig (Renault Traffic voorzien van het kenteken [kenteken] ) te gebruiken als vervoersmiddel en/of opslagruimte voor grondstoffen, chemicaliën, voedingsmiddelen en/of (andere) goederen ten behoeve van de productie van BMK, amfetamine (olie) en/of synthetische drugs en/of
  • door in/op/bij een loods/schuur aan de [adres] grondstoffen, chemicaliën, voedingsmiddelen en/of (andere) goederen ten behoeve van de productie en/of vervaardiging van BMK, amfetamine(olie) en/of synthetische drugs,
  • ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen in elk geval een stof af te leveren en/of voorhanden te hebben, waaronder: (circa) 60 liter zwavelzuur;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meerdere (tot op heden) onbekend gebleven perso(o)n(en),op of omstreeks 5 januari 2023 te [adres] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
  • het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
  • het opzettelijk vervaardigen van BMK, amfetamine(olie) en/of synthetische drugs, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
bij/tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, op of omstreeks 5 januari 2023 opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een voertuig (Renault Traffic voorzien van het kenteken [kenteken] ) te gebruiken als vervoersmiddel en/of opslagruimte voor grondstoffen, chemicaliën, voedingsmiddelen en/of (andere) goederen ten behoeve van de productie van BMK, amfetamine(olie) en/of synthetische drugs en/of
  • door in/op/bij een loods/pand/perceel aan de [adres] grondstoffen, chemicaliën, voedingsmiddelen en/of (andere) goederen ten behoeve van de productie en/of vervaardiging van BMK, amfetamine(olie) en/of synthetische drugs en/of
  • ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen in elk geval een stof af te leveren en/of voorhanden te hebben, waaronder: (circa) 60 liter zwavelzuur;
18.254653.23
1. ​
hij op of omstreeks 11 januari 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
  • een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, kogelgeweer, kaliber .22 Long. en/of
  • munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet van de categorie III, te weten 1 randvuurpatroon van het kaliber .22 Long Rifle en/of
  • een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten een geluiddemper
voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 11 januari 2023 te [adres] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
1 stuk (flash)banger (BARRACUDA (Effect Titanium salute w/flash), in elk geval een of meer stuks knalvuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder parketnummer 18/005617-23 ten laste gelegde en het onder parketnummer 18/254653-23 onder 2 ten laste gelegde. De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van het onder parketnummer 18/254653-23 onder 1 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder parketnummer 18/254653-23 onder 1 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat bij verdachte een meer of mindere mate van bewustheid bestond ten aanzien van de aanwezigheid van het wapen. De officier van justitie heeft in dat kader gewezen op de verklaring van verdachte bij de politie dat hij wist dat zijn vriendin het geweer in huis had genomen, in combinatie met de plaats waar het wapen is aangetroffen, te weten in de slaapkamer van verdachte en zijn vriendin.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Oordeel van de rechtbank
18/005617-23
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte als medepleger dan wel medeplichtige betrokken is geweest bij het voorbereiden van de productie van synthetische drugs. Verdachte heeft op 5 januari 2023 weliswaar een aantal goederen afgeleverd bij een schuur waar een synthetisch drugslab in opbouw was, maar de door verdachte afgeleverde goederen kunnen niet in (direct) verband worden gebracht met het vervaardigen van drugs en evenmin kan bewezen worden dat verdachte wist dat er een synthetisch drugslab in opbouw was in de betreffende schuur. Verdachte zal derhalve worden vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde.
18/254653-23
De rechtbank acht zowel feit 1 als feit 2 niet wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot feit 1 is de rechtbank, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat niet bewezen kan worden dat bij verdachte in meerdere of mindere mate bewustheid bestond ten aanzien van de aanwezigheid van het vuurwapen in zijn woning. Verdachte heeft verklaard dat hij wist dat het wapen aan de familie van zijn vriendin toebehoorde en dat hij het in dat kader in een ver verleden wel eens had gezien, maar dat hij niet wist dat zijn vriendin inmiddels in het bezit was van het wapen en evenmin dat het achter het siergordijn, dat niet open dan wel dicht wordt getrokken, op de slaapkamer stond. De vriendin van verdachte heeft ter terechtzitting als getuige onder ede verklaard dat het wapen van haar is en dat zij niet aan verdachte had verteld dat het wapen zich bij hun in huis bevond. Weliswaar heeft verdachte bij de politie ook verklaard dat zijn vriendin het wapen op enig moment in huis heeft genomen, maar volgens de verdediging vertelde hij op dat moment enkel aan de politie wat zijn vriendin inmiddels aan hem had verteld nadat het wapen in de woning was aangetroffen. Aldus kan daar niet uit worden afgeleid dat verdachte op het moment dat het wapen werd aangetroffen wetenschap had van de aanwezigheid van dat wapen in zijn woning. Verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
Met betrekking tot feit 2 is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwerk in zijn woning, zodat verdachte ook van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

Beslag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen vuurwapen en vuurwerk onder parketnummer 18/254653-23 dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen.
Oordeel van de rechtbank
Ondanks dat verdachte wordt vrijgesproken van de onder parketnummer 18/254653-23 ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank het onder dat parketnummer in beslag genomen vuurwapen met geluiddemper en munitie, alsmede het vuurwerk, onttrekken aan het verkeer op grond van art. 36b, eerste lid onder 3, van het Wetboek van Strafrecht. Daartoe stelt de rechtbank vast dat een strafbaar feit is begaan ten aanzien van deze voorwerpen. Immers, het voorhanden hebben van het vuurwapen, de munitie en de
geluiddemper is blijkens het procesdossier een overtreding van art. 26, eerste lid, respectievelijk art. 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie. En het voorhanden hebben van het vuurwerk is blijkens het procesdossier een overtreding van art. 1.2.2 derde lid van het Vuurwerkbesluit. De vriendin van verdachte heeft verklaard dat ze zowel het vuurwapen als het vuurwerk in bezit heeft gehad. Derhalve is een strafbaar feit begaan met betrekking tot deze voorwerpen. Voorts zijn de voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De rechtbank zal bepalen dat de voorwerpen aan het verkeer dienen te worden onttrokken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummers 18/005617-23 en 18/254653-23 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat aan het verkeer wordt onttrokken:
  • Wapen met geluiddemper, nummer 752546.
  • Munitie, nummer 752705.
  • Knalvuurwerk, nummer 752559.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. Lenting, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. L. Lamers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 juli 2024.
Mr. Van Sloten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.