ECLI:NL:RBNNE:2024:2467
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid in huurprijsverhogingszaak
Op 24 juni 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker in een civiele procedure tegen Stichting Lefier. Het verzoeker heeft de wraking ingediend tegen mr. T.R. Hidma, kantonrechter in de zaak met nummer 11140825/VV EXPL 24-48. De verzoeker stelde dat hij geen vertrouwen meer had in de onpartijdigheid van de rechter, omdat hij meende dat de aanstaande huurprijsverhoging verband hield met voorgenomen renovatiewerkzaamheden aan zijn huurwoning. De kantonrechter had echter geen antwoord gegeven op de vragen van de verzoeker over deze kwestie, wat volgens de verzoeker zijn wantrouwen versterkte.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De wet vereist dat een verzoeker bij een wrakingsverzoek concrete aanwijzingen voor partijdigheid moet geven, en de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan deze eisen. De rechter wordt verondersteld onpartijdig te zijn, en er waren geen bijzondere omstandigheden die deze veronderstelling konden weerleggen. De wrakingskamer verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek en bepaalde dat de procedure tegen Stichting Lefier moest worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De griffier, mr. E.A. Gaastra, en de voorzitter, mr. M. Brinksma, hebben de beslissing ondertekend.