Op 28 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van brandstichting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 19 juni 2023, samen met een of meer anderen, opzettelijk brand heeft gesticht in een leegstaand gebouw in de gemeente Oldambt. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte met een aansteker open vuur in aanraking heeft gebracht met een matras en hout, waardoor gemeen gevaar voor goederen ontstond. Echter, de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel, en sprak de verdachte van dat onderdeel vrij. De rechtbank legde een taakstraf op van 50 uur aan de verdachte op, rekening houdend met zijn positieve ontwikkeling en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld. De benadeelde partij, een bedrijf dat eigenaar was van het afgebrande pand, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat onvoldoende bewijs was geleverd dat de vertegenwoordiger bevoegd was om op te treden en het gevorderde bedrag niet voldoende was onderbouwd.