ECLI:NL:RBNNE:2024:2428

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
195306
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 17 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, dat op 14 juni 2024 bij de griffie is ingekomen. De betrokkene, die op dat moment op de intensive care lag en niet aanspreekbaar was, kon niet persoonlijk worden gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de advocaat van de betrokkene en twee psychiaters gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizo-affectieve stoornis, en dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, waaronder ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat de noodzakelijke zorg niet kan worden afgewacht en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. Daarom werd een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, die geldig is tot en met 8 juli 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter G.J. Baken en schriftelijk uitgewerkt op 26 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: C/17/195306 / FA RK 24-1174
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 17 juni 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende aan de [instelling] ,
thans verblijvende in het [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H. de Jong, kantoorhoudende te Burgum.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 14 juni 2024, en van de volgende bijlagen:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaats] d.d. 13 juni 2024;
  • de medische verklaring d.d. 13 juni 2024;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat;
  • politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven rechterlijke machtiging op grond van de Wet Bopz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 juni 2024, in het gebouw van de [instelling] . Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • mr. H. de Jong, de advocaat van betrokkene (telefonisch);
  • [naam] , psychiater, namens de zorgverantwoordelijke;
  • [naam] , psychiater in het ziekenhuis (telefonisch).
De officier van justitie heeft op voorhand aangegeven niet op de mondelinge behandeling te
zullen verschijnen.
1.3.
Onlangs is betrokkene vanaf de [instelling] overgeplaatst naar het [ziekenhuis] . Betrokkene ligt hier aan de beademing en is niet aanspreekbaar. De psychiater van het [ziekenhuis] heeft toegelicht dat betrokkene nog geen betekenisvolle tekst heeft uitgesproken tijdens de opname in het ziekenhuis. Gelet op de acute ernstige situatie is besloten de mondelinge behandeling buiten aanwezigheid van betrokkene, maar in aanwezigheid van de overig genoemde personen, te laten plaatsvinden.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.3.
Deze stoornis leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang.
Betrokkene is op basis van een crisismaatregel [instelling] opgenomen in verband met een manisch psychotisch toestandsbeeld in het kader van een schizo-affectieve stoornis. Dit uit zich onder andere in associatief en incoherent denken. Voorafgaand aan de opname liep betrokkene schaars gekleed over straat en ze trok haar jurk in bijzijn van de buren omhoog. Daarnaast klopte ze op de ramen bij de buren. Betrokkene heeft veel ruzie met haar man, waar hij fysiek en mentaal aan onderdoor gaat. Tijdens de opname was betrokkene verward en was er insluiting in de separeer nodig. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging en ook verbetering van het aanspreekbaar zijn op de IC niet kan worden afgewacht.
2.4.
Tijdens de opname in [instelling] is betrokkene, in verband met haar lichamelijke toestand, overgeplaatst naar het [ziekenhuis] . Betrokkene functioneerde lange tijd stabiel. Twaalf jaar geleden is er sprake geweest van een katatoon beeld, het is onduidelijk of er sprake is van een herhaling van het katatone beeld, een delier of iets anders.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Het gaat hierbij om:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er is geen sprake van ziektebesef en ziekte-inzicht. Tijdens de opname in [instelling] gaf betrokkene aan dat het prima met haar ging en dat ze niet psychotisch is. Ook is er geen sprake van wilsbekwaamheid bij betrokkene inzake keuzes over zorg. De verwachting is dat betrokkene tijdens de opname niet zal meewerken aan de noodzakelijke zorg. De rechtbank is van oordeel dat onder andere behandeling noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
2.9.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving van de mondelinge uitspraak
uitgereikt aan de zorgaanbieder.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[naam] ,geboren op [geboortedatum] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 juli 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 17 juni 2024 door mr. G.J. Baken, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 26 juni 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
..
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn. 888
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.