ECLI:NL:RBNNE:2024:2399

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
18.298800.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting en marktplaatsfraude met bijzondere voorwaarden en taakstraf

Op 25 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting en marktplaatsfraude. De verdachte, geboren in 1994, heeft in de periode van 9 september 2020 tot en met 2 oktober 2023 via de website Marktplaats.nl goederen aangeboden die hij na ontvangst van betaling niet heeft geleverd. Dit heeft geleid tot financiële schade voor meerdere slachtoffers. Daarnaast heeft de verdachte zich via sociale media voorgedaan als een potentiële relatie om geld van een slachtoffer te verkrijgen onder valse voorwendselen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaren, en een taakstraf van 240 uren. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoeding te betalen. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en behandeling voor zijn gokverslaving. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten, en heeft besloten tot een voorwaardelijke straf om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/298800-23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/003532-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 juni 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1994 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 11 juni 2024. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G.R. Stoeten.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 18/298800-23
hij in of omstreeks de periode 9 september 2020 tot en met 2 oktober 2023 te Meppel, althans in Nederland, een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een
geautomatiseerd werk (via een webserver met daarop de website Marktplaats.nl), verkopen van goederen tegen betaling,
  • op 9 september 2020 een T-shirt aan [slachtoffer] voor een bedrag van 10 euro en/of
  • op 12 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 35 euro en/of
  • op 18 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 56,95 euro en/of
  • op 18 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 57 euro en/of
  • op 22 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 30 euro en/of
  • op 5 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en/of
  • op 6 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en/of
  • op 7 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en/of
  • op 2 februari 2021 een trui aan [slachtoffer] voor een bedrag van 25 euro en/of
  • op 2 februari 2021 een paar schoenen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 35 euro en/of
  • op 3 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 37,50 euro en/of
  • op 4 februari 2021 een vest aan [slachtoffer] voor een bedrag van 50 euro en/of
  • op 7 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 65 euro en/of
  • op 8 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 85 euro en/of
  • op 8 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 100 euro en/of
  • op 15 februari 2021 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 135 euro en/of
  • op 20 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 25 euro en/of
  • op 20 februari 2021 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 47,25 euro en/of
  • op 20 februari 2021 een of meer jasssen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en/of
  • op 21 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en/of
  • op 28 januari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 37 euro en/of
  • op 31 januari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 80 euro en/of
  • op 5 februari 2022 een of meer truien aan [slachtoffer] voor een bedrag van 57 euro en/of
  • op 13 februari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 36,75 euro en/of
  • op 13 februari 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en/of
  • op 2 augustus 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 105 euro en/of
  • op 21 september 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55,09 euro en/of
  • op 29 september 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en/of
  • op 30 september 2022 en/of op 3 oktober 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 41,75 euro en/of een bedrag van 75 euro en/of
  • op 2 oktober 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 44 euro en/of
  • op 5 oktober 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 95 euro en/of
  • op 9 november 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 90 euro en/of
  • op 9 februari 2023 een paar schoenen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 30 euro en/of
  • op 30 september 2023 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 90 euro en/of
  • op 1 oktober 2023 en/of op 2 oktober 2023 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 80 euro en/of een bedrag van 116 euro, althans, enig goed aan een of meer personen voor een geldbedrag, (telkens) met het oogmerk om zonder volledige levering zich en/of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren;
Parketnummer 18/003532-24
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2023 tot en met 16 november 2023 te [plaats] en/of Meppel, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van (een) geldbedrag(en) ter waarde van in totaal (ongeveer) 38.095,- euro, althans van een of meerdere geldbedragen, door valselijk, listig, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
  • via Facebook contact te zoeken met die [slachtoffer] en/of via WhatsApp contact gehouden en zich daarbij voor teo doen als een potentiële relatie
  • te veinzen een relatie met die [slachtoffer] te willen en/of (vervolgens) met die [slachtoffer] af te spreken
  • aan te geven dat hij geld nodig had om samen met die [slachtoffer] een vakantiehuisje te huren,
  • aan te geven dat dit huisje geannuleerd was,
  • aan te geven dat die [slachtoffer] geld over moest maken, zodat zij het geldbedrag voor de huur van het vakantiehuisje terug kon(den) krijgen,
  • (meermalen) aan te geven dat er problemen waren en/of iets mis was gegaan, waardoor zij opnieuw geld over moest maken, zodat zij het al het geld terug kon(den) krijgen en hiermee de indruk te wekken dat het geldbedrag terugbetaald
zou worden, en/of door
- zich voor te doen als [naam] en in naam van die [naam] een voorstel voor een betalingsregeling te doen en/of die [slachtoffer] voor te houden dat het geld er aan kwam
waardoor die [slachtoffer] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(n).

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18/298800-23
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde.
Parketnummer 18/003532-24
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18/298800-23
De raadsman heeft betoogd dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Parketnummer 18/003532-24
De raadsman heeft betoogd zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de bewezenverklaring.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18/298800-23
De rechtbank acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 juni 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 18 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024060831 d.d. 12 maart 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 21 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 27 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 30 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 33 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 37 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 42 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 23 februari 2021, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 8 november 2023, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 54 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 november 2023, opgenomen op pagina 57 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 1 maart 2021, opgenomen op pagina 60 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 26 februari 2021, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 70 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 12 maart 2021, opgenomen op pagina 75 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 12 maart 2021, opgenomen op pagina 80 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 10 maart 2021, opgenomen op pagina 85 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 10 maart 2021, opgenomen op pagina 93 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
21. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 7 maart 2021, opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
22. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 16 maart 2022, opgenomen op pagina 115 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
23. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 3 maart 2022, opgenomen op pagina 103 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
24. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 25 februari 2022, opgenomen op pagina 112 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
25. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 23 februari 2022, opgenomen op pagina 106 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
26. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 109 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
27. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 5 oktober 2022, opgenomen op pagina 118 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
28. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 25 oktober 2022, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
29. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 9 december 2022, opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
30. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 1 december 2022, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
31. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 28 oktober 2022, opgenomen op pagina 131 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
32. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 28 oktober 2022, opgenomen op pagina 134 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
33. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 8 december 2022, opgenomen op pagina 138 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
34. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 1 maart 2023, opgenomen op pagina 142 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
35. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 18 oktober 2023, opgenomen op pagina 7 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023295805 d.d. 11 maart 2024, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
36. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 30 oktober 2023, opgenomen op pagina 3 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] .
Parketnummer 18/003532-24
De rechtbank acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 juni 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 16 november 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023307193 d.d. 28 november 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummers 18/298800-23 en 18/003532-24 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
Parketnummer 18/298800-23
hij in de periode 9 september 2020 tot en met 2 oktober 2023 te Meppel, gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk (via een webserver met daarop de website Marktplaats.nl), verkopen van goederen tegen betaling,
  • op 9 september 2020 een T-shirt aan [slachtoffer] voor een bedrag van 10 euro en
  • op 12 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 35 euro en
  • op 18 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 56,95 euro en
  • op 18 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 57 euro en
  • op 22 september 2020 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 30 euro en
  • op 5 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en
  • op 6 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en
  • op 7 januari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en
  • op 2 februari 2021 een trui aan [slachtoffer] voor een bedrag van 25 euro en
  • op 2 februari 2021 een paar schoenen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 35 euro en
  • op 3 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 37,50 euro en
  • op 4 februari 2021 een vest aan [slachtoffer] voor een bedrag van 50 euro en
  • op 7 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 65 euro en
  • op 8 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 85 euro en
  • op 8 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 100 euro en
  • op 15 februari 2021 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 135 euro en
  • op 20 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 25 euro en
  • op 20 februari 2021 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 47,25 euro en
  • op 20 februari 2021 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en
  • op 21 februari 2021 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en
  • op 28 januari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 37 euro en
  • op 31 januari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 80 euro en
  • op 5 februari 2022 een of meer truien aan [slachtoffer] voor een bedrag van 57 euro en
  • op 13 februari 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 36,75 euro en
  • op 13 februari 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 70 euro en
  • op 2 augustus 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 105 euro en
  • op 21 september 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55,09 euro en
  • op 29 september 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 55 euro en
  • op 30 september 2022 en op 3 oktober 2022 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 41,75 euro en een bedrag van 75 euro en
  • op 2 oktober 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 44 euro en
  • op 5 oktober 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 95 euro en
  • op 9 november 2022 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 90 euro en
  • op 9 februari 2023 een paar schoenen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 30 euro en
  • op 30 september 2023 een jas aan [slachtoffer] voor een bedrag van 90 euro en
  • op 1 oktober 2023 en op 2 oktober 2023 een of meer jassen aan [slachtoffer] voor een bedrag van 80 euro en een bedrag van 116 euro,
telkens met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren.
Parketnummer 18/003532-24
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 16 november 2023 te [plaats] en Meppel, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de
afgifte van geldbedragen ter waarde van in totaal 38.095,- euro, door valselijk, listig, bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
  • via Facebook contact te zoeken met die [slachtoffer] en via WhatsApp contact gehouden en zich daarbij voor te doen als een potentiële relatie
  • te veinzen een relatie met die [slachtoffer] te willen en (vervolgens) met die [slachtoffer] af te spreken
  • aan te geven dat hij geld nodig had om samen met die [slachtoffer] een vakantiehuisje te huren,
  • aan te geven dat dit huisje geannuleerd was,
  • aan te geven dat die [slachtoffer] geld over moest maken, zodat zij het geldbedrag voor de huur van het vakantiehuisje terug kon krijgen,
  • meermalen aan te geven dat er problemen waren en iets mis was gegaan, waardoor zij opnieuw geld over moest maken, zodat zij het al het geld terug kon krijgen en hiermee de indruk te wekken dat het geldbedrag terugbetaald zou worden, en door
  • zich voor te doen als [naam] en in naam van die [naam] een voorstel voor een betalingsregeling te doen en die [slachtoffer] voor te houden dat het geld er aan kwam waardoor die [slachtoffer] werd bewogen tot bovengenoemde afgiften.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18/298800-23
een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren.
Parketnummer 18/003532-24
Oplichting, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk deel dienen de bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld zoals door de reclassering geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om aan verdachte een taakstraf voor de duur van 240 uren op te leggen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat bij het bepalen van de hoogte van een eventueel op te leggen straf rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft aangevoerd dat een op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is nu dit verdachte zijn behandeltraject van zijn gokverslaving zal doorkruizen en verdachte dan ook niet kan werken om zijn schulden af te betalen. De raadsman acht een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uren passend.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport van 2 mei 2024, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 mei 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een gewoonte maken van online handelsfraude door zich voor te doen als bonafide verkoper op Marktplaats goederen te koop aan te bieden, die hij na ontvangst van de betaling door 35 slachtoffers niet leverde. Bij het aanmaken van de advertenties voor de goederen, is door de verdachte gebruik gemaakt van verschillende gebruikersnamen en bankrekeningnummers. Hetgeen telkens wel overeenkwam was de tenaamstelling van de bankrekeningnummers, te weten de naam van de verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij degene is geweest die de bewuste advertenties heeft geplaatst en de betalingen heeft ontvangen en dat hij vervolgens de goederen nooit heeft opgestuurd. Verdachte heeft enkel met het oog op zijn eigen persoonlijk financieel gewin gehandeld om zijn gokverslaving te financieren en heeft door zijn handelen misbruik gemaakt van het door de slachtoffers in hem gestelde vertrouwen. Door de handelswijze van verdachte is een groot aantal slachtoffers financieel benadeeld. Daarbij wordt door dit soort feiten ook het algemene vertrouwen dat de maatschappij in online handel heeft, aangetast.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting waarbij verdachte het slachtoffer [slachtoffer] heeft benaderd via sociale media. Zonder dat er een fysieke ontmoeting plaatsvond, ontstond er online een klik. Hij wist het vertrouwen van het slachtoffer te winnen en wekte de indruk een (liefdes)relatie met haar aan te willen gaan. Hij vertelde haar onware verhalen waaruit zou moeten blijken dat hij geld nodig had. Op basis van deze verhalen, waaronder een verzonnen weekendje weg in een
vakantiewoning en onder meer door zich voor te doen als [naam] , de zogenaamde verhuurder van het vakantiehuisje, is het slachtoffer meermalen overgegaan tot betaling van geldbedragen aan verdachte. De leugens die verdachte vertelde in zijn communicatie met het slachtoffer namen steeds in omvang toe. De oplichting heeft gedurende een langere periode plaatsgevonden en de geldbedragen waren aanzienlijk. Uit de in het dossier opgenomen schriftelijke slachtofferverklaring blijkt dat verdachte door zijn handelswijze het leven van slachtoffer [slachtoffer] ernstig heeft beschadigd, vooral in emotionele zin. Het slachtoffer kampt met vertrouwensproblemen, schuldgevoelens en gevoelens van diepe schaamte. Daarnaast heeft zij ten gevolge van de oplichting grote financiële schade opgelopen. De rechtbank rekent dit verdachte ten zeerste aan.
De persoon van verdachte
De reclassering heeft in haar rapport van 2 mei 2024 -kort samengevat- het volgende vermeld. De reclassering geeft aan dat verdachte het ten laste gelegde heeft gepleegd om de kosten van zijn gokgedrag te kunnen dekken. Onderliggende verslaving was de oorzaak om langere tijd met dit gedrag door te gaan. De gokverslaving, de financiën en het psychisch functioneren zijn delictgerelateerd. De aanwezige beschermende factoren zijn de dagbesteding, de aangevangen behandeling, de openheid van zaken in het familiesysteem alsmede de ingezette bewindvoering door de Gemeentelijke Kredietbank (GKB). Verdachte is, onder begeleiding van de reclassering, inmiddels begonnen met een behandeling voor zijn gokverslaving. De reclassering schat de kans op terugval in gokgedrag hoog, maar acht de kans op recidive gemiddeld, omdat de financiën van verdachte reeds onder de aandacht zijn gebracht bij de GKB. Het risico op onttrekking aan voorwaarden wordt door de reclassering als gemiddeld ingeschat, omdat nog moet blijken of een ambulant kader voldoende is. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, meewerken aan schuldhulpverlening en een verbod op kansspelen.
De straf
De rechtbank komt, anders dan de officier van justitie, niet tot de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf weliswaar past bij de feiten, maar niet bij de persoon van de verdachte. In dit verband heeft de rechtbank acht geslagen op de op dit moment bestaande beschermende factoren bij verdachte in zijn leven, die mogelijk zouden worden doorkruist indien verdachte naar de gevangenis zou moeten. Ook is ter terechtzitting gebleken dat de financiële situatie van verdachte zorgelijk is. Verdachte heeft de strafbare feiten gepleegd om zijn gokverslaving te kunnen bekostigen, maar hij heeft inmiddels hulp gezocht in de vorm van behandeling en wil zijn schulden afbetalen. Tot slot weegt de rechtbank in haar oordeel mee dat verdachte naar de indruk van de rechtbank oprecht schuldbewust is en het kwalijke van zijn handelen en de gevolgen voor de slachtoffers inziet.
De rechtbank komt, alles afwegende, tot oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden koppelen, zoals door de reclassering geadviseerd. De rechtbank wil met deze voorwaardelijke straf bewerkstelligen dat verdachte zich in de toekomst niet weer zal laten verleiden om voor geldelijk gewin zich met dit soort feiten in te laten. Daarnaast acht de rechtbank oplegging van de maximale taakstraf, te weten 240 uur, passend en geboden.
Benadeelde partijen
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
Parketnummer 18/298800-23
[slachtoffer] , tot een bedrag van 80,00,- ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 47,25,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
3. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 50,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
4. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 90,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
5. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 60,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
6. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 30,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
7. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 120,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
8. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 216,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
9. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 90,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
10. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 70,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
11. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 57,00,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Parketnummer 18/003532-24
1. [slachtoffer] , tot een bedrag van 37.715,- ter vergoeding van materiële schade en 600,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle vorderingen van de benadeelde partijen onder parketnummer 18/298800-23 en onder parketnummer
18/003532-24 kunnen worden toegewezen nu de vorderingen niet worden betwist en verdachte ter terechtzitting heeft aangegeven de schade te willen vergoeden. De vorderingen dienen te worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen onder parketnummer 18/298800-23 en onder parketnummer 18/003532-24 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder parketnummer 18/298800-23 en onder parketnummer 18/003532-24 bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 326, en 326e van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummers 18/298800-23 en 18/003532-24 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de reclassering van het Leger des Heils, thans gevestigd aan de Van Swietenlaan 23 te Groningen. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat veroordeelde zich laat behandelen door de VNN (Verslavingszorg Noord Nederland) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden, waaronder eventuele schademaatregelen en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
dat veroordeelde niet deelneemt aan kansspelen, of andere (online) gokactiviteiten.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.

Benadeelde partijen

18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 80,00.- (zegge: tachtig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 80,00,- (zegge: tachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 47,25.- (zegge: zevenenveertig euro en vijfentwintig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 februari 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 47,25,- (zegge: zevenenveertig euro en vijfentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
0 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 50,00.- (zegge: vijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 februari 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 50,00,- (zegge: vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 90,00.- (zegge: negentig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 90,00,- (zegge: negentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 60,00.- (zegge: zestig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 60,00,- (zegge: zestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 30,00.- (zegge: dertig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 30,00,- (zegge: dertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
0 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]betalen:
  • het bedrag van 120,00.- (zegge: honderdtwintig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 augustus 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 120,00,- (zegge: honderdtwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 augustus 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
2 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 216,00.- (zegge: tweehonderdzestien euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 216,00,- (zegge: tweehonderdzestien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
4 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 90,00.- (zegge: negentig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 november 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 90,00,- (zegge: negentig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 70,00.- (zegge: zeventig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 januari 2021 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 70,00,- (zegge: zeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/298800-23 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 57,00.- (zegge: zevenenvijftig euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 september 2020 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 57,00,- (zegge: zevenenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 september 2020 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
18/003532-24 benadeelde partij: [slachtoffer]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer]te betalen:
  • het bedrag van 37.715,- (zegge: zevenendertigduizend zevenhonderdvijftien euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 november 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer]aan de Staat te betalen een bedrag van 37.715,- (zegge: zevenendertigduizend zevenhonderdvijftien euro euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 37.115,- aan materiële schade en 600,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van
223 dagenkan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. E.P. van Sloten, rechters, bijgestaan door mr. D. Flanderijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 juni 2024.
Mrs. Sieders en Van Sloten zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.