ECLI:NL:RBNNE:2024:2301

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
193942
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor paspoortaanvraag minderjarige in het kader van ouderlijk gezag

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 10 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om vervangende toestemming voor de aanvraag van een paspoort voor een minderjarige. De vrouw, de moeder van de minderjarige, heeft verzocht om deze toestemming omdat het paspoort van de minderjarige op 9 januari 2024 is verlopen. De vrouw heeft aangegeven dat zij haar ernstig zieke moeder in Marokko wil bezoeken en dat zij hiervoor een geldig paspoort nodig heeft. De man, de vader van de minderjarige, heeft echter geweigerd toestemming te geven voor de aanvraag van het paspoort, uit vrees dat de vrouw de minderjarige in Marokko zou uithuwelijken of op andere wijze zou schaden.

De rechtbank heeft de zaak op 21 mei 2024 mondeling behandeld, waarbij de vrouw werd bijgestaan door haar advocaat en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was. De man was wel opgeroepen, maar is niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man zijn toestemming weigert en dat dit niet in het belang van de minderjarige is. De rechtbank oordeelt dat het noodzakelijk is dat de minderjarige over een geldig identiteitsbewijs beschikt en dat er geen omstandigheden zijn die de weigering van de toestemming rechtvaardigen.

De rechtbank heeft daarom de vrouw in haar verzoek om vervangende toestemming voor de aanvraag van een paspoort voor de minderjarige in het gelijk gesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/193942 / FA RK 24-450
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 10 juni 2024
inzake
[naam],
hierna ook te noemen de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
woonplaats kiezende ten kantore van advocaat mr. E.E. Tiebie, kantoorhoudende te Heerhugowaard,
tegen
[naam],
wonende te [plaats] ,
hierna ook te noemen de man.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ontvangen op 5 maart 2024;
- de brief van de man, ontvangen op 16 mei 2024.
1.2.
De zaak is mondeling behandeld op de zitting met gesloten deuren van 21 mei 2024, in aanwezigheid van:
- de vrouw, bijgestaan door mr. Bruin, die waarneemt voor mr. Tiebie;
- mevrouw Van der Lijn, namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
1.3.
De man is op correcte wijze opgeroepen, maar niet ter zitting verschenen. De man heeft verweer gevoerd bij zijn brief van 16 mei 2024.
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vrouw gebruik gemaakt van de diensten van de heer Barzizaoua, tolk in de taal Arabisch.
1.5.
Voorafgaand aan de zitting heeft de (kinder)rechter gesproken met de minderjarige [de minderjarige] . De (kinder)rechter heeft ter zitting samengevat weergegeven wat [de minderjarige] heeft verteld.

2.Feiten

2.1.
De man en de vrouw zijn de ouders van [de minderjarige] , geboren op [datum] te [plaats] en zij zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
[de minderjarige] woont bij de vrouw.

3.Verzoek

3.1.
De vrouw heeft verzocht bij beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
- een vervangende verklaring tot toestemming af te geven conform artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet in het kader van de verkrijging van een paspoort voor [de minderjarige] ;
- de man te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
3.2.
De vrouw legt aan haar verzoek ten grondslag dat het paspoort van [de minderjarige] is verlopen op 9 januari 2024 en dat zij een nieuw paspoort nodig heeft, omdat zij zich moet kunnen identificeren. Bovendien is de moeder van de vrouw ernstig ziek en de vrouw wil graag komende zomer samen met [de minderjarige] haar moeder bezoeken in Marokko, waar zij woont. De vrouw heeft de man gevraagd zijn toestemming te geven voor de aanvraag van het nieuwe paspoort, maar de man heeft hierop niet gereageerd.
3.3.
De man heeft in zijn brief aan de rechtbank van 16 mei 2024 laten weten dat hij geen toestemming geeft voor het aanvragen van een nieuw paspoort voor [de minderjarige] . Hij vreest voor het welzijn voor [de minderjarige] . Zo benoemt hij dat hij bang is dat de vrouw [de minderjarige] mee wil nemen naar Marokko om [de minderjarige] daar uit te huwelijken of om haar daar op een andere wijze (psychisch) te beschadigen. [de minderjarige] is namelijk binnen het geloof van partijen op een huwbare leeftijd gekomen, aldus de man.
3.4.
De Raad heeft zorgen, omdat partijen verschillende visies hebben met betrekking tot de opvoeding en het welzijn van [de minderjarige] , maar acht dit niet van invloed op het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor [de minderjarige] . De Raad ziet geen aanleiding om de toestemming niet te verlenen.

4.Beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 34 lid 2 Paspoortwet kan de rechtbank vervangende toestemming verlenen voor het aanvragen van een Nederlands reisdocument, als één van de gezaghebbende ouders deze toestemming weigert te verlenen. Op grond van het vijfde lid van dat artikel geeft de rechter een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
4.2.
Uit de inhoud van de overgelegde stukken en het onderzoek ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank voldoende gebleken dat de man weigert toestemming te verlenen voor het verkrijgen van een paspoort ten behoeve van [de minderjarige] .
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat het in het belang van [de minderjarige] is dat zij in het bezit is van een geldig identiteitsbewijs, zoals een paspoort. Het paspoort wat zij thans bezit is inmiddels verlopen en zij zal zich op grond van de wet moeten kunnen identificeren. Voorts is niet gebleken van het bestaan van omstandigheden die tot afwijzing van het verzoek om vervangende toestemming voor het aanvragen een paspoort zouden moeten leiden.
4.4.
De vraag of angst van de man dat [de minderjarige] door de vrouw mogelijk in Marokko wordt uitgehuwelijkt, gegrond is, is in deze procedure niet aan de orde, nu aan de rechtbank alleen voorligt het verzoek om vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort. Thans ligt uitdrukkelijk niet de vraag voor of de vrouw met [de minderjarige] naar Marokko mag afreizen. Voor het daadwerkelijk afreizen door de vrouw met [de minderjarige] naar het buitenland, zoals Marokko, dient de vrouw de toestemming van de man te hebben en, indien hij zulks weigert, kan zij in een aparte procedure een verzoek voorleggen aan de rechtbank om vervangende toestemming te verkrijgen voor het afreizen naar het buitenland. Ter zitting is dit de vrouw en haar advocaat voorgehouden, en zij verklaarden hiervan reeds op de hoogte te zijn.
4.5.
Gelet op voorgaande zal de rechtbank het verzoek om vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort voor [de minderjarige] toewijzen. Gelet op het familierechtelijke karakter van deze zaak, zullen de proceskosten worden gecompenseerd als na te melden.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een verklaring van toestemming, vervangende de verklaring van toestemming van de man, als bedoeld in artikel 34 Paspoortwet, ten behoeve van de aanvraag van het paspoort voor [de minderjarige] , geboren op [datum] te [plaats] .
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.J. Baken, (kinder)rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak.
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn: 1000