In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland beoordeeld. Eiser had een Woo-verzoek ingediend op 24 oktober 2022, waarin hij vroeg om een gedetailleerd overzicht van de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing over de jaren 2018 tot en met 2022. Het college verklaarde het bezwaar van eiser op 11 april 2023 niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank heeft op 7 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de vraag of verweerder de gevraagde stukken heeft verstrekt centraal staat. Verweerder heeft de benodigde documenten, waaronder een staatje van kostendekkendheid en specificaties van bedragen, aan eiser verstrekt. Eiser betwist echter dat deze stukken voldoende zijn om de kostendekkendheid te onderbouwen. De rechtbank benadrukt dat de inhoudelijke beoordeling van de onderbouwing niet relevant is voor de ontvankelijkheid van het bezwaar. Aangezien verweerder de gevraagde stukken heeft verstrekt, heeft eiser geen procesbelang meer bij zijn bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.