Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde]
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Bewijsmiddelen 1
- de in het vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 11 juni 2024 in de onderliggende strafzaak (verder: het vonnis) opgenomen bewijsmiddelen;
- het proces-verbaal van bevindingen, te weten de berekening wederrechtelijk verkregen voordeel2.
Beoordeling
- in 2018 een bedrag van 2.247,58 (te weten 2.451,91 gedeeld door 12 maanden x 11 maanden);
- in 2019 een bedrag van 2.499,98
- in 2020 een bedrag van 2.567,98
- in 2021 een bedrag van 2.593,15
- in 2022 een bedrag van 2.741,22
- in 2023 een bedrag van 3.004,10
- in 2024 een bedrag van 249,90.
- in 2018 een bedrag van 1.182,77 (te weten 1.290,30 gedeeld door 12 maanden x 11 maanden);
- in 2019 een bedrag van 1.315,59
- in 2020 een bedrag van 1.351,37
- in 2021 een bedrag van 1.364,61
- in 2022 een bedrag van 1.442,53
- in 2023 een bedrag van 1.580,87
- in 2024 een bedrag van 128,00.
Kleding 8.365,74
Toepassing van de wetsartikelen
Beslissing
[veroordeelde]voornoemd de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van