Op 7 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden verdovende middelen, waaronder MDMA, 4-MMC en metamfetamine. De zaak kwam ter terechtzitting op 24 mei 2024, waar de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. P. Bonthuis, aanwezig was. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. B. Broerse. De verdachte bekende de feiten, maar er was een discussie over een vormverzuim dat plaatsvond bij het openen van een kluis zonder toestemming van een officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake was van een vormverzuim, dit niet leidde tot bewijsuitsluiting, omdat de schending van de privacy niet ernstig genoeg was. De rechtbank achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werden de in beslag genomen drugs onttrokken aan het verkeer en werd de telefoon van de verdachte verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke delicten.