ECLI:NL:RBNNE:2024:2233

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 mei 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
194977
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, dat op 23 mei 2024 bij de griffie is ingekomen, en van verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring en politiegegevens. Tijdens de mondelinge behandeling is betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. B. Hiemstra, gehoord. Betrokkene heeft zich echter agressief gedragen en is uit de zitting verwijderd, waarna de rechtbank de zitting zonder zijn aanwezigheid heeft voortgezet.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, en dat deze stoornis leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Dit omvat levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de noodzakelijke zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, niet kan worden afgewacht en dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn. Daarom is de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, die geldig is tot en met 17 juni 2024.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. G.J. Baken en is schriftelijk uitgewerkt op 7 juni 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: C/17/194977 / FA RK 24-987
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 27 mei 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende [adres] ,
thans verblijvende bij [verblijfsadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B. Hiemstra, kantoorhoudende te Dokkum.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 23 mei 2024, en van de volgende bijlagen:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Leeuwarden d.d. 22 mei 2024;
  • de medische verklaring d.d. 22 mei 2024;
  • een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
  • politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • gegevens over een eerder voor betrokkene afgegeven machtiging op grond van de Wet Bopz;
  • gegevens over een eerder afgegeven crisismaatregel en machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 mei 2024, op het verblijfsadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. B. Hiemstra;
  • [naam] , psychiater en tevens de zorgverantwoordelijke;
  • [naam] , arts.
1.3.
De rechtbank heeft betrokkene gesproken en gevraagd naar zijn mening. Nadien heeft de rechtbank de arts vragen gesteld en verzocht om een standpunt in te nemen. Betrokkene heeft vervolgens de arts verbaal bedreigd en is daarop door de rechtbank uit de kamer waar de zitting plaatsvond gezet, naar zijn kamer gebracht en niet meer teruggekeerd. De rechtbank heeft vervolgens de zitting zonder aanwezigheid van betrokkene voortgezet. De advocaat heeft namens betrokkene het woord gevoerd.
De officier van justitie heeft op voorhand aangegeven niet op de mondelinge behandeling te
zullen verschijnen.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.2.
Door en namens betrokkene is primair afwijzing van het verzoek gevraagd. Betrokkene is het niet eens met de gestelde diagnose. Betrokkene heeft aangegeven dat er geen sprake is van een stoornis. Hij is niet ziek maar meent dat zijn gedragingen voortvloeien uit de gebeurtenissen. Daarnaast heeft de advocaat aangevoerd dat er geen sprake is en is geweest van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene is zich bewust van zijn dreigend taalgebruik maar hij heeft nog nooit iemand kwaad gedaan.
2.3.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen.
2.4.
De rechtbank is verder van oordeel dat deze stoornis leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Betrokkene is recent door middel van een crisismaatregel opgenomen op zijn huidige verblijfplaats in verband met een manisch psychotische episode in het kader van een reeds bekende schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type. Voorafgaand aan de opname was betrokkene boos en dreigend en moeilijk te volgen in een gesprek. Er was sprake van achterdocht en wanen. Betrokkene sprak over Satan die hem 's nachts kwam opensnijden, dat er bij hem thuis werd gestolen, dat hij werd lastig gevallen, dat hij mensen aan kettingen wil spannen en iets aan wilde doen en dat er katten werden gestolen en vermoord en dat die hem dan in bevroren toestand werden getoond. Betrokkene zou hebben aangegeven dat hij van een brug zou willen springen. Daarnaast heeft betrokkene doodsbedreigingen geuit naar een begeleider. Ook ter zitting was betrokkene agressief, verbaal hinderlijk aanwezig en uitte hij heftige bedreigingen naar de aanwezige arts. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Het gaat hierbij om:
  • toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.6.
De rechtbank wijst - zoals subsidiair door de advocaat namens betrokkene is bepleit - de verplichte zorg in de vormen: 'het toedienen van vocht en voeding' en 'controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen' af nu dit niet noodzakelijk wordt geacht en daarmee een te ingrijpende maatregel is. Om dezelfde reden zal de rechtbank de verzochte verplichte zorg in de vorm van 'onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen' en dan slechts alleen voor zover dit ziet op gedrag-beïnvloedende middelen afwijzen. Voor het overige acht de rechtbank deze zorgvorm wel passend en noodzakelijk zodat dit wordt toegewezen.
2.7.
Betrokkene is in eerste instantie op vrijwillige basis opgenomen. Echter is tijdens de opname gebleken dat er geen samenwerking mogelijk is. Betrokkene is tijdens het verblijf dreigend, hij geeft aan naar huis te willen en weigert de nodige aanpassing in zijn medicatie. Hetgeen hij tevens tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek (op dreigende toon) heeft medegedeeld. Daarnaast heeft betrokkene eerder tegen medisch advies in de behandeling gestaakt. De rechtbank is van oordeel dat onder andere een opname in de accommodatie en het gebruik van medicatie noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen en af te wenden. Om die reden is de verplichte zorg nodig.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
2.10.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving van de mondelinge uitspraak
uitgereikt aan de zorgaanbieder.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[naam] ,geboren op [geboortedatum] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 juni 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 27 mei 2024 door mr. G.J. Baken, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 7 juni 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
..
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
fn. 998
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.