Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1, 2 en 3 in de zaak met parketnummer 18/142834-24 ten laste gelegde feiten en de onder 1 en 2 in de zaak met parketnummer 18/298894-23 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
In de zaak met parketnummer 18/142834-24
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2024, opgenomen op pagina 23 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024103467 d.d. 21 april 2024, inhoudend als relaas van verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] :
Op 20 april 2024 te Veendam hielden wij, verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , in uniform gekleed en zodanig herkenbaar als politieambtenaren, [verdachte] aan voor vernieling. Nadat [verdachte] was geboeid, wilden wij hem in het dienstvoertuig van collega's plaatsen. Wij zagen dat [verdachte] hierop wegliep van de inmiddels openstaande portier van het dienstvoertuig. Hierop heb ik, verbalisant
[slachtoffer 2] , [verdachte] meerdere malen uitgelegd dat hij in het dienstvoertuig moest gaan zitten. Wij probeerden hierop verdachte [verdachte] in het dienstvoertuig te plaatsen. Wij voelden dat [verdachte] zich met kracht van het dienstvoertuig af bewoog. Dit door met zijn bovenlijf in onze richting te duwen.
Tevens zag ik, verbalisant [slachtoffer 2] , dat [verdachte] zijn onderbeen tegen het voertuig plaatste waardoor hij niet in het voertuig kon. Wij voelden dat [verdachte] zijn spieren aanspande en niet meewerkte. Ik, verbalisant [slachtoffer 2] , probeerde de benen van verdachte [verdachte] in het dienstvoertuig te plaatsen. Ik voelde dat [verdachte] met kracht de benen strekte en zag dat hij hierbij trappende beweging maakte. Door het uitoefenen van kracht door [verdachte] lukte het mij niet om de benen van verdachte [verdachte] in het dienstvoertuig te krijgen. Ik zag dat [verdachte] met zijn benen trappende bewegingen bleef maken. [verdachte] raakte met zijn voet mij, verbalisant [slachtoffer 2] , met kracht in mijn kruis.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 19 april 2024, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op 15 april 2024 was ik met mijn inmiddels ex-vriend [verdachte] in mijn woning te Veendam. Ik zag [verdachte] zijn rechterarm naar achteren haalde en vervolgens met zijn hand een snelle beweging maakte richting mijn gezicht. Ik voelde hierna dat zijn hand mij op de linkerzijde van mijn wang raakte. Hierna duwde [verdachte] mij. Door die duw viel ik achterover de bank heen. Op het moment dat ik opstond zag ik dat [verdachte] zijn linkerarm weer naar achter haalde, hij weer een snelle voorwaartse beweging richting mijn gezicht maakte en hij mij op de rechterkant van mijn wang raakte. Ik voelde hierna pijn op mijn wang. Ik hoorde vervolgens de bel en zag dat mijn bovenbuurvrouw [naam] voor de deur stond. Ik zag dat ik op mijn voorhoofd een sneetje had waar bloed uitkwam.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 20 april 2024, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Op 15 april 2024 zat ik thuis in mijn woning te Veendam. Ik hoorde mijn onderbuurvrouw [slachtoffer 3] (
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 3]) een aantal keren dingen schreeuwen als Ga weg en Je doet me pijn. Ik liep naar beneden en belde aan. Ik zag dat een jongen opendeed en dat [slachtoffer 3] achter de jongen aanliep naar de deur toe. Ik zag dat [slachtoffer 3] op haar voorhoofd een klein wondje had en hier bloed uitliep. Ik zag dat [slachtoffer 3] een rood gezicht en betraande ogen had. Ik hoorde [slachtoffer 3] schreeuwen dat hij weg moest gaan en dat [slachtoffer 3] zei: Ik laat mij niet zomaar slaan.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 april 2024, opgenomen op pagina 20 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] , namens [slachtoffer 4] :
Ik doe aangifte van vernieling. De verdachte heeft een goed wat geheel in eigendom
toebehoort aan woningcorporatie [slachtoffer 4] zonder enig recht of toestemming vernield. Op 20 april 2024 te Veendam werd ik wakker van getik op mijn slaapkamerraam. Ik hoorde aan de stem dat het om [verdachte] ging. Ik hoorde hem zeggen: Zeg het maar of ik sla je raam in. Vervolgens hoorde ik glasgerinkel en zag en voelde ik dat mijn hele rolgordijn van de muur afviel en deze samen met de steen en allemaal glas op mij viel. Ik zag [verdachte] wegrennen. Vervolgens hoorde ik weer gestommel. Ik zag dat [verdachte] voor mijn raam stond. Tijdens dit gesprek kwam de politie aanrijden en toen is [verdachte] aangehouden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2024, opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] :
Op 20 april 2024 te Veendam troffen wij, verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , [verdachte] voor de woning van meldster [slachtoffer 3] aan. Wij hebben hem aangehouden voor de vernieling. Tijdens de vervoersfouillering troffen wij een steen in de linker jaszak van [verdachte] . Ik, verbalisant [slachtoffer
1] , zag dat deze steen leek op de steen waarmee het raam was ingegooid.
In de zaak met parketnummer 18/298894-23
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 12 november 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023303211 d.d. 12 november 2023, inhoudend als verklaring van [naam] , namens [slachtoffer 5] :
Ik doe aangifte van diefstal. Op 11 november 2023 heb ik de Ford Ka die op naam staat van mijn stiefvader [slachtoffer 5] geparkeerd in Veendam. Ik ben vervolgens bij mijn halfzus op bezoek gegaan. Toen ik op 12 november 2023 om 00:30 uur op het punt stond om te vertrekken, kwam ik erachter dat ik de autosleutel niet bij me had. Toen ik het pand verliet, zag ik tot mijn grote verbazing dat de auto niet meer voor het pand stond.
Goederenbijlage Kenteken: [kenteken]
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 12 november 2023, opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] :
Op 12 november 2023 reden wij, verbalisanten [naam] , brigadier bij de Eenheid Noord-Nederland, en [naam] , hoofdagent bij de Eenheid Noord-Nederland, te Veendam. Wij zagen een zwarte Ford KA voorzien van kenteken [kenteken] rijden en besloten het voertuig een stopteken te geven, teneinde de bestuurder aan een controle te onderwerpen. Wij gaven direct een STOP teken middels het transparant op ons dienstvoertuig. Wij zagen dat de bestuurder hier geen gevolg aan gaf en doorreed. Om ons STOP teken iets meer kracht bij te zetten hebben wij korte momenten de blauwe zwaailampen aangezet, gevolgd door korte momenten dat we de sirene daarbij aanzetten. Wij zagen dat de bestuurder hierop wederom geen gevolg gaf. Doordat de bestuurder niet genoeg snelheid minderde kon hij de bocht linksaf niet halen en botste hierdoor tegen een verkeerspaal. Ik, [naam] , stapte direct uit ons voertuig en liep snel naar de Ford toe en zag dat de bestuurder nog achter het stuur zat. Wij hoorden hem zeggen dat hij [verdachte] heette.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 november 2023, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [verdachte] :
O: Je bent op 12 november 2023 aangehouden ter zake diefstal. V: Wat voor auto heb jij gestolen?
A: Een Ford K. Hij is niet van mij.
V: Waar heb jij deze auto weggenomen? A: In Veendam.
V: Hoe heb jij de auto weggenomen?
A: Ik zag de sleutels van de auto in de rechterdeur portier. V: Waar ben jij allemaal geweest met de auto?
A: Groningen.
V: De politie gaf jou een stopteken. Waarom voldeed jij hier niet aan?
A: Ik had gewoon moeten stoppen. Ik heb nog nooit een politieachtervolging meegemaakt op deze manier.
V: Nadat het stopteken niet voldoende was hebben zij de zwaailichten en de sirenes aangezet. Ook toen ben jij niet gestopt voor de politie. Waarom ben jij toen niet gestopt voor de politie? Wat dacht jij toen?
A: Wegrijden dat ze mij niet konden vinden.