Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
.[slachtoffer] vroeg of ze de pil wel had gehad. Dat bleef ze herhalen. Ook zei ze dat ze het niet wilde. Ze reageerde niet echt meer op vragen van mij en [naam] . Ze antwoorde alleen maar door die drie dingen te zeggen.
verminderd bewustzijnof lichamelijk onmacht, waardoor hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever met het opnemen van het bestanddeel verminderd bewustzijn in artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht heeft beoogd strafbaar te stellen het plegen van seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen, met iemand die verkeert in een situatie tussen waakzaamheid en geheel van de wereld zijn, waarbij van degene die verminderd bewust is in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij of zij
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
een gedeelte, groot 5 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
een taakstraf, te weten een werkstraf voor de duur van 165 uren.
een leerstraf, bestaande uit het volgen van het leerproject Tools4U seksueel grensoverschrijdend gedrag voor de duur van 35 uren.
- het bedrag van 11.021,57 (zegge: elfduizend eenentwintig euro en zevenenvijftig eurocent), bestaande uit 3.021,57 aan materiële schade en 8.000,- aan immateriële schade;
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 juli 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.