ECLI:NL:RBNNE:2024:2014

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
18-270096-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor schuldheling en woningoverval met toewijzing van schadevergoeding aan benadeelde partij

Op 23 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van schuldheling en woningoverval. De zaak, met parketnummer 18.270096.23, betreft een incident dat plaatsvond op 15 oktober 2023, waarbij de verdachte een Volkswagen Touran, toebehorende aan een slachtoffer, voorhanden heeft gehad, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Daarnaast is de verdachte beschuldigd van een woningoverval op 6 september 2023, waarbij hij samen met anderen diverse goederen heeft weggenomen uit de woning van een slachtoffer, met geweld en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woningoverval en schuldheling, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor materiële en immateriële schade, volledig toegewezen. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen, omdat de verdachte nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd binnen de proeftijd.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.270096.23
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.091187.23
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18.233642.23 vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18.278055.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 23 mei 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [adres 1] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 april 2024. De strafzaak met parketnummer 18.270096.23 tegen de verdachte is aangevangen op de zitting van 5 januari 2024.
Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op de zitting van 14 mei 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.C.L. Crozier, advocaat te Sneek . Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 18.270096.23
1.
hij op of omstreeks 15 oktober 2023 te [plaats 1] en/of [plaats 1] en/of [plaats 1] , althans in Nederland, een personenauto, Volkswagen Touran, met kenteken [kenteken 1] (toebehorende aan [slachtoffer 1] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 14 oktober 2023 te 23.00 uur en 15 oktober 2023 te 10.00 uur te [plaats 1] , binnen de gemeente Sudwest-Fryslan, uit een pand gevestigd aan [adres 2] , een personenauto, Volkswagen Touran, met kenteken [kenteken 1] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen personenauto, Volkswagen Touran, met kenteken [kenteken 1] onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming (en/of insluiping) door een roldeur van de schuur van bovengenoemd pand omhoog te rollen en/of (vervolgens) de deur te openen naar de aangrenzende garage en/of (vervolgens) genoemde personenauto mee te nemen;
2.
hij op of omstreeks 6 september 2023 te [plaats 1] omstreeks 05.20 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in de woning gelegen aan de [adres 3] alhier en/of nabij die woning, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen twee MacBooks, een Iphone, een bos sleutels (onder meer huissleutel en autosleutel), een auto (merk Opel Corsa met kenteken [kenteken 2] , een set airpods, een passenhouder (inhoudende onder meer twee bankpassen), een Playstation4 en/of een horloge (replica van een Rolex), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door - nadat die [slachtoffer 2] de deur van genoemde woning opende- die [slachtoffer 2] bij het lichaam te pakken en/of met kracht achteruit te duwen en/of bij de keel en/of nek vast te pakken en/of te grijpen;
parketnummer 18.091187.23
1.
hij op of omstreeks 13 oktober 2021 te [plaats 2] , althans in de gemeente Súdwest-Fryslân, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond contant geld (totaal van 5000 euro) en/of een kentekenbewijs en/of een identiteitsbewijs en/of een rijbewijs en/of een televisie, merk: 'Samsung' en/of
een computer en/of een beeldscherm en/of een koptelefoon en/of twee, althans
meerdere, horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij in of omstreeks de periode tussen 13 oktober 2021 en 4 november 2021 te [plaats 1] , althans in de gemeente [plaats 1] , althans in Nederland,
  • een rijbewijs op naam van [slachtoffer 3] en/of
  • een kentekenbewijs en/of
  • een zorgpas en/of
  • een ov-chipkaart en/of
  • een identiteitskaart op naam van [slachtoffer 3] en/of
  • een paspoort op naam van [slachtoffer 4] en/of
  • autosleutels en/of
  • een bankpas op naam van [slachtoffer 5] , althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van parketnummer 18.091187.23 feit 1 en 2 wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd van parketnummer 18.270096.23 feit 1 primair en 2. Feit 1 primair kan wettig en overtuigend bewezen worden op basis van de bekennende verklaring van verdachte en de aangifte van [slachtoffer 1] .
Feit 2 kan wettig en overtuigend bewezen worden op basis van de aangifte en de herkenning van verdachte op de camerabeelden door verbalisanten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van parketnummer 18.091187.23 feit 1 en 2 wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Met betrekking tot parketnummer 18.270096.23 feit 1 primair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsman heeft zich met betrekking tot feit 2 op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor enige betrokkenheid van verdachte bij de overval. Ook herkent verdachte zichzelf niet op de beelden.
Oordeel van de rechtbank
parketnummer 18.091187.23 feit 1 en 2
Evenals de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank feit 1 en 2 niet wettig en overtuigend bewezen. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden waaruit volgt dat verdachte betrokken is geweest bij deze feiten. De rechtbank zal verdachte hiervan vrijspreken.
parketnummer 18.270096.23 feit 1 primair
De rechtbank acht feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 april 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 19 oktober 2023, opgenomen op pagina 8
e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023278068 d.d. 25 oktober 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] ;
parketnummer 18.270096.23 feit 2
De rechtbank stelt op grond van de hierna opgenomen bewijsmiddelen vast dat aangever [slachtoffer 2] rond 5:20 in zijn woning aan de [adres 3] is overvallen door twee personen waarbij diverse goederen van aangever zijn weggenomen. In het dossier bevinden zich beelden van een camera, gepositioneerd boven de portiek van de [adres 3] en met zicht op de in- en uitgang van de portiek van de flat. De toegangsdeur van de portiek geeft toegang voor bewoners/bezoekers van [adres 3] en [adres 3] . Op deze camerabeelden zijn die bewuste nacht meerdere personen zichtbaar. Een van die personen (genoemd NN1) loopt om 5:22 in de richting van de portiek die toegang geeft tot de woning van aangever. Rond 5:28 komt een andere persoon (genoemd NN2) uit de richting van deze portiek rennen. NN2 heeft een zwarte bivakmuts over zijn hoofd en stapt in een auto. Korte tijd hierna stapt ook NN1 in deze auto, waarop de auto wegrijdt De politie heeft een oproep op social media geplaatst met de camerabeelden. Hierop hebben twee getuigen, [getuige 1] en [getuige 2] verdachte herkend als de persoon die NN1 wordt genoemd.
Daarnaast heeft verbalisant [naam] sterke overeenkomsten tussen een persoon op de camerabeelden en een foto van verdachte, die is genomen op het politiebureau, geconstateerd. Gelet op deze herkenningen alsmede de constatering door een verbalisant van de overeenkomsten tussen verdachte en de persoon op beeld is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de woningoverval bij aangever [slachtoffer 2] en acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman dat de getuigen niet objectief zijn, omdat de getuigen onafhankelijk van elkaar contact hebben opgenomen met de politie nadat zij de beelden op social media hadden gezien en verdachte hierop hadden herkend.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 september 2023, opgenomen op pagina 21 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023237187 d.d. 16 november 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 6 september 2023, omstreeks 05.20 uur, was ik thuis aan de [adres 3] , te [plaats 1] . Op 6 september 2023, om 05.20 uur, hoorde ik de dat de deurbel ging beneden bij de ingang van de portiek. Ik opende mijn voordeur. Direct toen ik de deur opende kwamen er twee mensen mijn woning in. Zij drukte mij met geweld achteruit. Er zijn spullen uit mijn woning weggenomen. Mijn twee macbooks zijn weg, mijn iphone, mijn sleutelbos met huissleutels en autosleutel, mijn auto is weggenomen, dit betreft een zwarte Opel
Corsa vzk [kenteken 2] ;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanvullend verhoor d.d. 6 september 2023, opgenomen op pagina 24 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
() Ik deed de deur open en op dat moment werd ik meteen naar achteren geduwd. Hij probeerde met zijn handen bij mijn keel te komen. Hij pakt me bij de keel vast, we lopen een paar stappen naar achteren. Ik schrok vervolgens omdat ik een jongen achter hem zag met een bivakmuts over zijn hoofd met zijn handen aan de onderkant van zijn bivakmuts
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aanvullend verhoor d.d. 13 september 2023, opgenomen op pagina 34 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
V: Welke goederen zijn er nog meer uit je woning weggenomen zonder jou toestemming?
A: Air pods generatie 2, met zwart siliconen hoesje, pasjeshouder met verschillende passen erin. Reserve sleutels van mijn woning. Een horloge, replica Rolex en een Playstation 4.
In pasjeshouder zaten verschillende pasjes, 1x ING bankpas, 1x RABOBANK pinpas.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 september 2023, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Betreft: beschrijving beelden [adres 3] LWD
De manpersoon nader te noemen als NN1, welke te 05:22:21 uur in de richting loopt van de portiek heeft het volgende signalement:
-manspersoon
-blank
-zwart petje
-blauw trainingsjasje van de voetbalclub Paris Saint Germain
-witte strepen op de mouwen
-groene wijde stoffen trainingsbroek
Op het tijdstip 05:28:24 uur is te zien dat er een persoon, nader te noemen NN2, uit de richting van de portiek komt rennen. Te zien is dat de persoon een zwarte bivakmuts over zijn hoofd draagt.
Nadat NN2 in het voertuig is gestapt aan de bestuurderskant, rent ook NN1 richting de auto
en stapt daar aan de bijrijderskant in. NN1 komt uit dezelfde richting van NN2 en dat is uit de richting van de portiek die toegang geeft tot perceel [adres 3] en [adres 3] .
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2023, opgenomen op pagina 152 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Tijdens de insluitingsfouillering op het politiebureau te [plaats 1] werd van [verdachte] een foto gemaakt. Op de foto die van [verdachte] is gemaakt zijn sterke overeenkomsten met de onbekende persoon die op de beelden zichtbaar is van de camera op de [adres 3] , alwaar de overval heeft plaats gevonden.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 13 oktober 2023, opgenomen op pagina 159 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 1] :
Gisteren kreeg ik een filmpje via Facebook te zien. Hierin werd er door de politie aandacht gevraagd voor een overval op 6 september 2023 in [plaats 1] . Op dit filmpje zag en hoorde ik man in een blauw trainingsjasje met een zwart petje op. Die persoon herken ik duidelijk als [verdachte] die woonde in [plaats 1] en onder andere in [plaats 2] .
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 12 oktober 2023, opgenomen op pagina 161 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] :
Ik heb beelden op internet gezien van de overval op de [adres 3] Op dat filmpje herken ik meteen [verdachte] aan zijn gelaat en lichaamstaal Op het filmpje is ook geluid te horen. Ik hoor hierin direct te
stem van [verdachte] die ik voor 100% herken.
Ik bedoel de persoon met het zwarte petje op en het blauwe jasje van voetbalclub PSG dit is [verdachte] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht onder parketnummer 18.270096.23 feit 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18.270096.23
1. primair.
hij op 15 oktober 2023 te [plaats 1] , een personenauto, Volkswagen Touran, met kenteken [kenteken 1] toebehorende aan [slachtoffer 1] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2. hij op 6 september 2023 te [plaats 1] omstreeks 05.20 uur, in de woning gelegen aan de [adres 3] alhier en nabij die woning, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, twee MacBooks, een Iphone, een bos sleutels (onder meer huissleutel en autosleutel), een auto (merk Opel Corsa met kenteken [kenteken 2] , een set airpods, een passenhouder inhoudende onder meer twee bankpassen, een Playstation4 en een horloge (replica van een Rolex), dat geheel aan [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door - nadat die [slachtoffer 2] de deur van genoemde woning opende- die [slachtoffer 2] bij het lichaam te pakken en met kracht achteruit te duwen en bij de keel vast te pakken en te grijpen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18.270096.23
primair schuldheling;
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan van geweld tegen
personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake parketnummer 18.270096.23 feit 1 primair en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de dagen doorgebracht in voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte met de tijd doorgebracht in voorarrest voldoende is gestraft voor heling. De raadsman heeft verzocht de voorlopige hechtenis te beëindigen en verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van Verslavingszorg Noord Nederland, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woningoverval en heling van een auto. Met het plegen van met name de woningoverval heeft verdachte blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke integriteit, gezondheid, veiligheid en eigendommen van anderen. Het voorval vond plaats in de woning van het slachtoffer, een plek die bij uitstek een veilige omgeving hoort te zijn. Dergelijke feiten veroorzaken ook in de samenleving gevoelens van onveiligheid en onrust.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet met een andere straf worden volstaan dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, passend en geboden. De rechtbank heeft hierbij tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld
in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Benadeelde partij

[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 3.963,28 ter vergoeding van materiële schade en 1.250,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft volledige toewijzing van de civiele vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden dat de goederen daadwerkelijk zijn weggenomen nu dit niet op de beelden zichtbaar is. Ten aanzien van de immateriële schadevergoeding heeft de raadsman primair aangevoerd dat deze moet worden afgewezen en subsidiair dat deze vordering onvoldoende is onderbouwd nu sprake is van eigen schuld bij het slachtoffer omdat, als je drugs bij thuis laat bezorgen, je kunt verwachten dat er een keer zoiets gebeurt.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder parketnummer 18.270096.23 feit 2 bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door de verdediging is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 september 2023. Met betrekking tot het standpunt van de raadsman overweegt de rechtbank dat uit de aangifte volgt welke goederen zijn weggenomen en de rechtbank ziet geen aanleiding om hier aan te twijfelen. Matiging van de immateriële schadevergoeding wegens eigen schuld is niet aan de orde. Dit omdat aangever op geen enkele wijze, ook niet door drugs te bestellen, een aandeel heeft gehad in de overval in zijn woning en de ernstige aantasting van zijn persoon en eigendommen die daarmee gepaard ging.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander of anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte(n) deze al heeft/hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde
partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

parketnummer 18.233642.23
Bij onherroepelijk vonnis van 27 september 2023 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Assen is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 44 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 12 oktober 2023. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 7 december 2023 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.
parketnummer 18.278055.22
Bij onherroepelijk vonnis van 14 november 2022 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 12 weken, waarvan 6 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 29 november 2022.
Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 7 december 2023 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 63, 312, 417bis van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18.091187.23 onder 1 en 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 18.270096.23 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van 18.270096.23 feit 2
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 september 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van 5.213,28 (zegge: vijfduizend tweehonderd en dertien euro en achtentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 3.963,28 aan materiële schade en 1.250,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 61 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18.233642.23:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Assen van 27 september 2023, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18.278055.23:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 14 november 2022, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en mr. K. Bunk, rechters, bijgestaan door W. van Goor griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 mei 2024.
Mr. Van der Kuijl is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.