ECLI:NL:RBNNE:2024:196

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
18.326193.22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende woningoverval met geweld en poging tot afpersing in Assen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 januari 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij twee ernstige misdrijven: een gewapende woningoverval en een poging tot afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 december 2022 samen met een medeverdachte de woning van [slachtoffer 1] in Assen is binnengedrongen. Hierbij heeft hij [slachtoffer 1] meermalen mishandeld en geprobeerd om hem te dwingen zijn telefoon te ontgrendelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte de voordeur van de woning hebben ingetrapt en [slachtoffer 1] hebben geslagen en bedreigd. De verdachte werd ook verantwoordelijk gehouden voor een gewapende woningoverval die plaatsvond van 7 op 8 december 2022, waarbij meerdere slachtoffers werden vastgebonden en bedreigd met een vuurwapen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan eendaadse samenloop van mishandeling, huisvredebreuk, poging tot afpersing, diefstal met geweld en opzettelijke vrijheidsberoving. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zes jaar op, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, gezien de ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3].

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18.326193.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 januari 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1983 te [geboorte plaats] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 december 2023 (inhoudelijke behandeling) en 29 januari 2024 (sluiting van het onderzoek). Verdachte is ter terechtzitting van 12 december 2023 verschenen, bijgestaan door mr. J. Michels, advocaat te Oldenzaal. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen en mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. onderzoek Senegal)
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, in een woning gelegen aan de [adres] , omstreeks 23.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een geldbedrag (van ongeveer 19,00 euro), een pakje shag en /of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer (voor)deuren heeft/hebben ingetrapt, en/of
-(vervolgens) de woning van [slachtoffer 1] heeft/hebben betreden, en/of
-(op dreigende wijze) tegen [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: 'geef mij gewoon die 70 euro pik, dan is het klaar', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op de rug, althans op/tegen het lichaam, heeft/hebben geslagen en/of gestompt, en/of
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij de keel heeft/hebben gepakt en/of vastgehouden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, in een woning gelegen aan de [adres] , omstreeks 23.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een geldbedrag (van ongeveer 70 euro) en/of een televisie en/of goederen van zijn, verdachte en/of zijn mededaders gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, en of meer (voor)deuren heeft ingetrapt, en/of
-(vervolgens) de woning van [slachtoffer 1] heeft betreden en/of
- een televisie heeft ontkoppeld
welke poging tot diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) verdachte en/of zijn mededader(s)
-(op dreigende wijze) tegen [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd: 'geef mij gewoon die 70 euro pik, dan is het klaar', althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de rug en/of op/tegen de borst, althans op tegen het lichaam heeft/hebben gestompt en/of geslagen, en/of
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij de keel heeft/hebben gepakt en/of vastgehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op/tegen de rug, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel te pakken en/of vast te houden;
en/of
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in de woning aan de [adres] bij een ander, te weten [slachtoffer 1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
2. ( onderzoek Senegal)
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een ontgrendelcode en/of pincode, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- een of meer (voor)deuren ingetrapt, en/of
-(vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] betreden, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op/tegen de rug, althans op/tegen het lichaam geslagen en/of gestompt,
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel gepakt en/of vastgehouden en/of
- woordelijk de ontgrendelcode en/of pincode geëist en/of gevorderd,;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een ontgrendelcode en/of pincode,
- een of meer (voor)deuren heeft ingetrapt, en/of
-(vervolgens) de woning van [slachtoffer 1] heeft betreden, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op/tegen de rug, althans op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, en/of
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij de keel heeft gepakt en/of vastgehouden, en/of
- woordelijk de ontgrendelcode en/of pincode heeft geëist en/of gevorderd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, (wederrechtelijk) heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het afgeven van de ontgrendelcode en/of pincode van zijn mobiele telefoon, door
- een of meer (voor)deuren in te trappen, en/of
-(vervolgens) de woning van [slachtoffer 1] te betreden, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op de rug, althans op/tegen het lichaam, te slaan en/of te stompen, en/of
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel te pakken en/of vast te houden, en/of
- woordelijk de ontgrendelcode en/of pincode te eisen en/of te vorderen;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, (wederrechtelijk) te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het afgeven van de ontgrendelcode en/of pincode van zijn mobiele telefoon,
- een of meer (voor)deuren in heeft getrapt, en/of
-(vervolgens) de woning van voornoemde [slachtoffer 1] heeft betreden, en/of
- [slachtoffer 1] (meermalen) in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en /of op/tegen de rug, althans op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, en/of
- [slachtoffer 1] (met kracht) bij zijn keel heeft gepakt en/of vastgehouden, en/of
- woordelijk de ontgrendelcode en/of pincode heeft geëist en/of gevorderd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. ( onderzoek Rwanda)
hij in de periode van 7 tot en met 8 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen op/aan de [adres] aldaar, heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en) (van in totaal -ongeveer- 750 euro) en/of een of meer flessen (alcoholhoudende) drank en/of een sleutelbos met een of meer sleutel(s) en/of bestek en/of servies en/of een gouden ring, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- naar die woning toe is/zijn gegaan en/of (vervolgens) aan heeft/hebben gebeld en/of (vervolgens) [slachtoffer 2] de woning in heeft/hebben geduwd en/of
-(vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van [slachtoffer 2] heeft/hebben en/of een vuurwapen, althans een soortgelijk voorwerp aan [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond, en/of
- de handen van [slachtoffer 2] (met tiewraps) aan elkaar vast heeft/hebben getaped en/of gebonden, en/of
- tape over de mond van [slachtoffer 2] heeft/hebben geplakt, en/of
- [slachtoffer 2] (meermalen) op/tegen zijn hoofd en/of zijn gezicht en/of zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt, en/of
- [slachtoffer 2] mee heeft/hebben genomen naar de badkamer en/of [slachtoffer 2] in de badkamer - terwijl de handen van [slachtoffer 2] aan elkaar vast getaped of gebonden waren - op een stoel heeft/hebben gezet en/of (vervolgens) het bad vol heeft/hebben laten lopen en/of {daarbij) tegen [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat hij wel ging vertellen waar de sleutel van de kluis was omdat het anders een ander verhaal zou worden, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking, en/of
-(een brandbare) vloeistof over [slachtoffer 2] heen heeft/hebben gegoten en/of gesprenkeld en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd dat zij [slachtoffer 2] in de fik gingen steken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (meermalen) (met) een (brandende) aansteker tegen, althans in de richting van, het lichaam van [slachtoffer 2] heeft/hebben gehouden en/of is/zijn gegaan, en/of
- de telefoon van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] af heeft/hebben genomen en/of gepakt en/of de vaste telefoonlijn heeft/hebben vernield, en/of
-(meermalen) (op dwingende toon) om geld en/of de sleutel van de kluis heeft/hebben gevraagd, en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht en/of aan [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond, en/of
- een deken over het hoofd van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] heeft/hebben gegooid of gelegd, en/of
- de handen van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] vast heeft/hebben getaped en/of (met tiewraps) vast heeft/hebben gebonden (aan de handen van [slachtoffer 4] ), en/of
- de voeten van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] (aan elkaar) vast heeft hebben getaped en/of gebonden (met tiewraps), en/of
- tape op/over de mond van [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] heeft/hebben, en/of
-(terwijl [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] vastgetaped en/of vastgebonden waren) een (brandbare) vloeistof over [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gegoten en/of gesprenkeld, en/of
- met een of meer kabelbinder(s) de duimen van [slachtoffer 4] vast heeft/hebben gebonden, en/of
- [slachtoffer 4] op/tegen haar hoofd en/of op/tegen haar lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of gestoten;
4. ( onderzoek Rwanda)
hij in de periode van 7 tot en met 8 december te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet de voeten en/of de handen van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] aan elkaar vast getaped en/of gebonden en/of tape om het lichaam van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 2] gewikkeld en/of gebonden.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van de onder 1 primair ten laste gelegde diefstal met geweld en de onder 1 subsidiair ten laste gelegde poging daartoe en veroordeling gevorderd voor het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde medeplegen van mishandeling en huisvredebreuk. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd van de primair ten laste gelegde afpersing en veroordeling gevorderd van het subsidiair ten laste gelegde medeplegen van poging tot afpersing. Voorts heeft de officier van justitie veroordeling gevorderd voor feiten 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en heeft zich ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.
Ten aanzien van feiten 3 en 4 heeft de raadsman betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken. Daartoe heeft hij het volgende aangevoerd. In de eerste plaats is de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] onvoldoende betrouwbaar om een bewezenverklaring te kunnen dragen. Uit de tapgesprekken en OVC-gesprekken komt het beeld naar voren dat [medeverdachte 1] geenszins – zoals [medeverdachte 1] zelf doet voorkomen – uit wroeging heeft verklaard over de woningoverval aan de [adres] , maar veeleer dat [medeverdachte 1] boos was over de – hem ( [medeverdachte 1] ) belastende – verklaring die verdachte had afgelegd in het onderzoek Senegal en dat [medeverdachte 1] , door op zijn beurt te verklaren over de zogenaamde rol van verdachte bij de woningoverval aan de [adres] , verdachte met klinkende munt heeft terugbetaald. Wat verder opvalt is dat [medeverdachte 1] zichzelf niet belast, terwijl daarnaast uit de tapgesprekken naar voren komt dat de verklaringen van [medeverdachte 1] en getuige [getuige 1] op elkaar zijn afgestemd. Voor zover aan deze bewijsmiddelen wel bewijswaarde zou toekomen, geldt dat deze bewijsmiddelen verdachte nog niet met de vereiste mate van zekerheid op de plaats delict plaatsen. Ook de andere bewijsmiddelen plaatsen verdachte niet in de woning aan de [adres] : het aangetroffen DNA van verdachte op een handschoen impliceert nog geen daderschap. Bovendien past verdachte niet binnen een van de signalementen van de overvallers. Concluderend kan niet worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de woningoverval, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 2 – onderzoek Senegal
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden nu niet bewezen kan worden dat er goederen zijn weggenomen, noch dat een poging daartoe is gedaan. Voorts is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat ook het onder 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden nu niet bewezen kan worden dat aangever de code van zijn telefoon daadwerkelijk heeft afgegeven. Verdachte zal van deze feiten worden vrijgesproken. Het onder 1 meer subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde kan wel wettig en overtuigend bewezen worden.
De rechtbank past ten aanzien van feit 1 meer subsidiair en 2 subsidiair de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 december 2022, opgenomen op pagina 509 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R022112 (onderzoek RWANDA) en NN3R022114 (onderzoek SENEGAL) d.d. 26 maart 2023, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :

Op 12 december 2022 tussen 23:00 uur en 23:15 uur, bevond ik mij aan de [adres] te Assen. Ik zag twee personen buiten. Ik zag dat het [medeverdachte 1] [de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] ] en [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] waren. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 1] achter mij aan renden. Ik liep toen snel door naar de deur van mijn woning. Toen ik bij mijn deur stond hoorde ik dat [medeverdachte 1] en [verdachte] al tegen de portiekdeur aan het trappen waren. Ik ging vervolgens snel bij mijn woning naar binnen en op één of andere manier lukte het [medeverdachte 1] en [verdachte] om mijn deur ook open te trappen. Toen waren ze dus bij mij in de woning. Ik rende snel door mijn woning heen en ik wilde vluchten naar de achterdeur. Toen was ik net buiten in mijn achtertuin en op dat moment werd ik door één van de mannen of beide mannen vast gepakt. Ik werd naar binnen getrokken en meerdere keren geslagen. [verdachte] sloeg mij met zijn rechter vuist op de linker kant van mijn neus en een gedeelte van mijn wang. Ik voelde en zag toen dat ik allemaal bloed had. Hij sloeg vervolgens ergens op mijn borst en toen zakte ik in elkaar. Daarna sloeg hij mij nog een keer op mijn rug tussen mijn schouderbladen. Toen kwam [medeverdachte 1] er tussen en die pakte met één hand mijn keel vast en met zijn andere hand mijn telefoon. Ik hoorde hem zeggen: "Ontgrendel je telefoon". Ik kreeg de telefoon wel ontgrendeld, alleen ze wilden ook dat ik alles ging wissen zodat ze hem mee konden nemen, maar dit lukte mij niet want ik was aan het trillen en [medeverdachte 1] had met één hand mijn keel vast. Ik zag een moment om er vandoor te gaan. Ik ben zo hard als ik kon naar buiten gerend door mijn achtertuin heen en klom heel snel over de schutting. Ik zat op dat moment onder het bloed. Ik heb ook overal pijn aan mijn lichaam.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] op 2 juni 2023:

Ik werd door beiden geslagen. Ze wilden geld van mij hebben en [medeverdachte 1] had mijn telefoon vast en wilde de pincode hebben. Ik kreeg de telefoon in mijn handen, maar kreeg hem niet geopend. Ik lag op de grond en [medeverdachte 1] duwde me tegen de muur aan. De telefoon werd voor mijn hoofd gehouden en er werd geroepen pincode, pincode.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2022, opgenomen op pagina 505 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Op 12 december 2022 omstreeks 23:00 uur zijn wij naar de [adres] te Assen gereden. Ik zag dat er een man op het balkon schuin boven de tuin van woning nummer [adres] stond. Ik vroeg aan hem wie hij is. Ik hoorde dat hij zei dat hij [getuige 2] heet en woont aan de [adres] 22 . Ik hoorde dat [getuige 2] mij het volgende vertelde:
"Ik was in mijn woning en ik hoorde lawaai. Ik ging op het balkon kijken en zag twee brede mannen in de tuin bij de buurman van [adres] . Ik zag naast die twee mannen ook de buurman in de tuin staan. Ik zag dat de buurman klappen kreeg van de twee brede mannen. Ik zag dat ze weer naar binnen gingen en ik merkte dat het even stil werd. Een minuut of twee à drie later zag ik ineens de buurman over de schutting klimmen en hard wegrennen. Ik hoorde dat hij meermaals om hulp riep. Kort hierna hoorde ik een voordeur hard dicht slaan. Ik ben gauw naar de voorzijde van mijn woning gegaan en zag dat de twee mannen die net bij de buurman waren naar de parkeerplaats naast de flat liepen. Ik zag dat ze in een grijze auto stapten en wegreden."
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 december 2022, opgenomen op pagina 606 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]:
Ik ben op 12 december 2022 samen met [verdachte] aan de [adres] geweest. Wij zijn bij [slachtoffer 1] naar binnen gegaan. De deur is opengetrapt. Ik had de telefoon van [slachtoffer 1] in onderpand. Hij kon die telefoon terug halen voor 70 euro maar hij is nooit geweest voor die telefoon. Ik sprak hem aan op die telefoon. Ik kwam daar om die telefoon te laten resetten. Ik had zijn inlog nodig. Ik heb hem gezegd dat ik die telefoon gereset wil hebben.
5. Een ander schriftelijk bescheid, te weten een door medeverdachte [medeverdachte 1] handgeschreven brief, als bijlage gevoegd bij zijn verhoor op 31 januari 2023, inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]:
De buitendeur en de deur naar de flat worden ingetrapt door [verdachte] . Op het moment dat ik binnenkom is [slachtoffer 1] met [verdachte] in gevecht. Ik haal [verdachte] bij [slachtoffer 1] weg. Ik geef [slachtoffer 1] de telefoon zodat hij de telefoon kan resetten. [slachtoffer 1] is bezig met zijn telefoon. Ineens komt [verdachte] van achter mij en duwt mij aan de kant en begint [slachtoffer 1] weer te slaan, sowieso één keer vol in [slachtoffer 1] zijn gezicht. [slachtoffer 1] had een bloedneus.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 december 2022, opgenomen op pagina 709 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
[medeverdachte 1] heeft Appie [de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 1] ] twee weken geleden 70 euro geleend. Hij had zijn telefoon als onderpand gegeven. Er zat een code op de telefoon. Vorige week maandag zou hij 70 euro betalen aan [medeverdachte 1] . Toen gisteren was het weer maandag. [medeverdachte 1] had die telefoon nog steeds en wilde aan de deur gaan. [medeverdachte 1] zei ik wil die telefoon resetten. We hadden wel een slide code maar we hadden nog een code nodig om hem te resetten. Ik zei ga toch heen, of hij betaalt 70 euro of jij hebt een telefoon om te verkopen. We zijn in de woning geweest. Die jongen was toen bezig met die telefoon maar dat lukte niet en hij wilde er toen vandoor. Toen klom hij over de schutting.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 december 2022, opgenomen op pagina 518 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3]:
Op 12 december 2022, omstreeks 23.00 uur, zag ik dat mijn buurman [slachtoffer 1] [de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ] over straat rende en schreeuwde. Hij had een flinke bloedneus, het bloed stroomde er uit. Hij vertelde ook dat hij last had van zijn knie. Hij vertelde dat elke beweging hem pijn deed.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2023, opgenomen op pagina 7 e.v. van het aanvullend proces-verbaal binnengekomen op 26 juni 2023, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant]:
Naar aanleiding van de geplaatste OVC in de arrestantenbus zijn geluidsopnames gemaakt en
hieronder zijn deze letterlijk uitgewerkt. Het betrof het vervoer tussen het cellencomplex Assen en de rechtbank in Assen op vrijdag 16 december 2022. In de arrestantenbus werden verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] vervoerd.
[verdachte] : die telefoon heb je al twee weken in onderpand
[medeverdachte 1] : ja
[verdachte] : we gingen er gewoon heen om die telefoon af te geven en om 70 euro te krijgen
[medeverdachte 1] : dat was niet eens voor mij, dat was allemaal voor jou jonge
[verdachte] : wat moet ik zeggen dan... hij heeft toch 70 euro geleend van jou... nou klaar... hij moet gewoon die telefoon geven…Ik zeg hij zal die maandag daarvoor zal die al betalen maar heeft ie niet gedaan, ik zeg die maandag erop zijn we heen gegaan ik zeg of hij moest die code geven van die telefoon ik zeg want dan konden we die telefoon verkopen ik zeg of ik zeg hij moest gewoon die 70 euro betalen, klaar. Ik zeg toen wou die ertussen uit gaan, ik zeg en toen hebben we hem vastgepakt bij het hek
[medeverdachte 1] : ja en meer is er ook niet gebeurd
[verdachte] : meer is er ook niet gebeurd
[medeverdachte 1] : ik heb precies zelfde gezegd
(…)
[medeverdachte 1] : meneer fucking stormram he... jij moest zo nodig die kankerdeur intrappen...
[verdachte] : Hou je bek joh... dat is allemaal helemaal niet bekend nog he... nou roep je weer dingen wat niet bekend zijn.

Bewijsoverweging

Feit 1 meer subsidiair
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] op 12 december 2022 de woning van [slachtoffer 1] wederrechtelijk zijn binnengedrongen en die [slachtoffer 1] hebben mishandeld waarbij zij beiden geweld hebben gebruikt. De rechtbank acht derhalve het meer subsidiair ten laste gelegde medeplegen van mishandeling en medeplegen van huisvredebreuk wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2 subsidiair
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen kan eveneens worden bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de bewuste avond naar [slachtoffer 1] zijn gegaan met als doel het (terug)krijgen van de door [slachtoffer 1] verschuldigde 70 euro dan wel het verkrijgen van de code van de in onderpand gegeven telefoon van [slachtoffer 1] om de telefoon te (laten) resetten. Nadat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de woning van [slachtoffer 1] waren binnengedrongen door de voordeur in te trappen, werd [slachtoffer 1] door verdachte meerdere malen in zijn gezicht gestompt en door medeverdachte [medeverdachte 1] bij de keel gepakt, terwijl hem werd bevolen zijn telefoon te ontgrendelen dan wel zijn pincode af te geven. Nu [slachtoffer 1] de telefoon uiteindelijk niet heeft weten te resetten, noch de code van zijn telefoon heeft afgegeven, is geen sprake van een voltooide afpersing, zoals reeds hierboven is geconcludeerd. Het medeplegen van een poging tot afpersing, zoals onder 2 subsidiair ten laste is gelegd, kan wel wettig en overtuigend worden bewezen.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat de onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde mishandeling en huisvredebreuk eendaadse samenloop opleveren met de onder 2 subsidiair bewezenverklaarde poging tot afpersing.

Feiten 3 en 4 – onderzoek Rwanda

Overwegingen omtrent de betrouwbaarheid van medeverdachte [medeverdachte 1]
Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] . Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
De verklaring van [medeverdachte 1] bevat zogenoemde daderinformatie: gedetailleerde kennis over de woningoverval aan de [adres] te Assen, welke details overeenkomen met hetgeen door de slachtoffers over de gang van zaken tijdens de woningoverval is verklaard. Dit betekent dat [medeverdachte 1] ofwel zelf bij de woningoverval aanwezig moet zijn geweest ofwel dat hij deze informatie heeft gekregen van (een of meer van) de feitelijke dader(s) van de overval. De rechtbank stelt allereerst vast dat er geen aanwijzing is dat [medeverdachte 1] één van de overvallers is.
Voorts is de rechtbank, anders dan de verdediging, van oordeel dat [medeverdachte 1] wel degelijk ook belastend over zichzelf heeft verklaard, namelijk dat hij de woning van zijn partner [getuige 1] -in welke woning [medeverdachte 1] verbleef- als uitvalsbasis heeft laten gebruiken, dat hij goederen uit die woning heeft laten meenemen en dat hij (bij de overval gebruikte) kleding heeft weggegooid. In één van zijn verklaringen bij de politie erkent [medeverdachte 1] dat hij weet dat hij daarmee medeplichtig is. [medeverdachte 1] is over al het voorgaande uit eigen beweging gaan verklaren, terwijl hij op dat moment door de politie niet in verband was gebracht met de woningoverval aan de [adres] . Juist door de verklaringen van [medeverdachte 1] is het onderzoek naar de woningoverval de [adres] in een stroomversnelling geraakt. Bovendien wist [medeverdachte 1] op het moment dat hij besloot bij de politie te gaan verklaren over wat er zich die avond en de daaropvolgende ochtend – dus: in de aanloop naar en de nasleep van de overval – bij hem thuis had afgespeeld en voorts over wat hij van verdachte [verdachte] had gehoord over de gebeurtenissen tijdens de woningoverval, hij daarmee het risico liep van repercussies jegens hem van de kant van degenen die hij belastte.
Een en ander, bezien in onderling verband en samenhang, maakt hetgeen [medeverdachte 1] heeft verklaard over zijn eigen rol en de rol van de medeverdachten, in het bijzonder de rol van verdachte [verdachte] – waaronder begrepen de verklaring van [medeverdachte 1] dat hij de daderinformatie heeft verkregen van verdachte [verdachte] – betrouwbaar.
De rechtbank wordt gesterkt in haar oordeel door de omstandigheid dat de verklaring van [medeverdachte 1] over de gang van zaken bij hem thuis voor en na de overval, door meerdere, ook objectieve, bewijsmiddelen wordt bevestigd. Gelet hierop is het hoogst onaannemelijk en onwaarschijnlijk dat [medeverdachte 1] niet naar waarheid heeft verklaard over zijn eigen rol of over (de rol van) anderen. Immers, op het moment dat [medeverdachte 1] op 15 december 2022 voor de eerste keer bij de politie heeft verklaard over de woningoverval, kon hij niet weten wat er nadien allemaal uit het onderzoek van de politie zou komen. Al het onderzoek dat nadien is verricht, sluit aan bij hetgeen [medeverdachte 1] heeft verklaard. Er is geen enkel bewijsmiddel dat informatie bevat die de door [medeverdachte 1] omschreven gang van zaken weerspreekt.
Met betrekking tot de stelling van de verdediging dat de verklaringen van [medeverdachte 1] en getuige [getuige 1] op elkaar zouden zijn afgestemd, overweegt de rechtbank het volgende. Getuige [getuige 1] heeft in haar verhoor bij de rechter-commissaris op 21 november 2023 een duidelijke uitleg gegeven over wat zij bedoelde met het gebruik van het woord ‘afgestemd’ in haar telefoongesprek met [naam] . Voorts komen de verklaringen van getuige [getuige 1] en [medeverdachte 1] niet op elk punt met elkaar overeen, terwijl dat wel in de lijn der verwachting zou liggen als er zou zijn afgestemd. [medeverdachte 1] is bovendien spontaan over de woningoverval aan de [adres] gaan verklaren terwijl hij in verzekering was gesteld in verband met de verdenking van een ander strafbaar feit (onderzoek Senegal) als gevolg waarvan hij op dat moment op het politiebureau verbleef. Getuige [getuige 1] is een dag later gehoord, toen [medeverdachte 1] nog steeds op het politiebureau verbleef. Tijdens zijn verblijf op het politiebureau kon en mocht [medeverdachte 1] geen contact hebben met getuige [getuige 1] , zodat het,ook op grond hiervan, hoogst onwaarschijnlijk is dat zij hun verklaringen op elkaar hebben kunnen afstemmen.
Gelet op al het vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van [medeverdachte 1] betrouwbaar en zal zij deze voor het bewijs gebruiken.

Bewijsmiddelen

De rechtbank past ten aanzien van feit 3 en 4 de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 8 december 2022, opgenomen op pagina 53 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R022112 (onderzoek RWANDA) en NN3R022114 (onderzoek SENEGAL) d.d. 26 maart 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :

Op 7 december 2022 werd er omstreeks 23:15 uur op het raam geklopt. Ik stap naar buiten en tref een Marokkaanse man met een jas van [bedrijf] en een pet van [bedrijf] . De man heeft een klein, tenger postuur en is 1.65 a 1.70 m lang. De Marokkaanse man, dader 1, zegt: Jij gaat nu naar binnen. Vervolgens komen er drie andere personen in beeld, ze komen voor mij uit het niets maar ze hebben al ergens klaar gestaan. Ik had ineens vier personen om me heen staan, zij pakten mij vast en duwden mij door de zijdeur naar binnen. Ze drukten mij naar binnen maar daar heb ik mij tegen verzet. We zijn vallend met 5 man door de deur naar binnen gegaan. Ik heb mij hevig verzet en heb daardoor meerdere klappen en schoppen tegen mijn lichaam gehad. In huis kreeg ik een pistool op mijn hoofd, werd ik geslagen en geschopt en in de hoek geduwd. Ik lig in de hoek van de woonkamer, in de foetushouding met een handdoek over mijn gezicht zodat ik niks kon zien. Ik was toen nog niet vastgebonden. Ondertussen hebben ze mijn moeder en vriendin onder controle in de woonkamer. Dader 2 bleef bij mij staan, het leek erop dat zijn taak was om mij te bewaken. Ik heb hem de gehele overval tegen mij aan gevoeld. Ik voelde zijn been tegen mijn lijf aan. Dader 2 hield mij onder schot. Dader 3 stond bij het gordijn en had een inactieve rol, achter het gordijn zaten mijn vriendin en moeder waar ik geen zicht op had.
Ze waren aan het rondlopen en vroegen naar de kluis. Op mijn moeders slaapkamer is een kluis met sleutel maar daar zit niks in. Toen zagen ze in de hal een zware vinted kluis maar daar zit ook niets in. Zij geloofden het niet en ik kreeg daarom een trap en slaag en ik moest de sleutel geven. Ik heb volgehouden dat ik geen sleutel van de kluis had. Op een gegeven moment merk ik dat de aandacht van dader 2 verslapt en zie ik mijn kans om de revolver af te pakken Wanneer ik de revolver in handen heb ontstaat er een gevecht waar dader 1, dader 2 en dader 4 bij betrokken zijn. In dit gevecht haal ik de trekker over maar ik zie en hoor dat er niks gebeurd. Dan ben ik aan de beurt en beginnen ze met drie man op mij in te slaan en te trappen. Ik voel dat ik over m'n gehele lichaam word geschopt en geslagen. Dit is het moment dat mijn handen, voeten en benen worden ingetapet. Ik zie dat dit gebeurt met grijze duct tape. Ze hadden zelf twee grijze rollen duct tape bij zich. Ik zag en voelde dat mijn handen met de polsen tegen elkaar aan vast getapet werden. Ze deden ook een stuk tape tussen de beide handen door. Mijn voeten werden net boven de enkels en net onder de knie vast getapet. Ik probeerde een beetje los te komen maar dit hoorden de daders dus werd er weer extra tape om mijn benen gedaan.
Ze hebben mijn telefoon afgepakt en die van mijn vriendin. De code van mijn telefoon werd gevraagd en de pincode van mijn bankpas is gevraagd. De daders hebben op mijn internetbankieren gekeken. Ik hoorde ze ook zeggen dat het geld dat op mijn internetbankieren stond, te weinig was, daar kwamen ze niet voor. Zij wilden juist contant geld, tonnen geld. Omdat ik een TT-camping heb, hadden ze veel contant geld verwacht. In het begin hebben ze gelijk mijn zakken doorzocht en daar hebben ze 700 euro contant geld uitgehaald.
De daders vinden gereedschap in de schuur want ik zie dat dader 4 met de flex de kluis probeert te openen. Ondertussen blijven ze vragen naar de sleutel, dit komt steeds terug. Ik moest mijn hoofd naar beneden houden. We kregen wel drinken en als ik teveel omhoog keek, kreeg ik een schop in de rug. Ze hebben wel een uur of drie lopen flexen. Er werd op een gegeven moment ook gedreigd dat ze mij in de enkel of in de knie gingen schieten als ze de sleutel niet kregen.
Het was rond 03:00 uur en toen kwamen ze bij me. Dader 2 en dader 4 sleepten mij over de vloer richting de badkamer. Ik voel dat de daders mij bij de benen en de schouders vastpakken. Ze zetten mij in de stoel in de badkamer. Vervolgens laten ze het bad met lauw water vollopen, tot 5 centimeter onder de rand. Ik ging wel even vertellen waar die sleutel was. Anders werd het een ander verhaal. Dader 3 wordt belast om mij in de gaten te houden, door hem werd ik nog een keer om de handen getapet. Als ik in de badkamer op de stoel wordt gezet, wordt mijn mond getapet. Ik zie dat, wanneer ik in de badkamer zit, dader 3 de gehele tijd in de hal voor de badkamerdeur staat. Ik zie dat dader 1 en dader 4 bij mij komen in de badkamer. Ik zie dat dader 4 een witte fles met rode opdruk in zijn handen heeft. Ik zie en voel dat dader 4 de vloeistof die in de fles zit over mij heen gooit. Er is zeker wel een halve liter op mij terecht gekomen. Dader 4 heeft het op mijn hoofd, borst en benen gegooid. Het was voldoende om goed in de brand te vliegen. Eerst kon ik niet plaatsen wat er over mij heen gegoten werd. Ik hoorde dat ze zeiden dat ze mij in de brand gingen steken. Dader 4 had met een lange aansteker, die hij aan deed en dan tegen mij trui drukte. Ik zag dat hierdoor de vlam doofde. Wanneer dader 4 die vlam tegen mij aandrukt, zie ik hem lachen. Ik heb dan het gevoel dat het gebeurd is met mij omdat ze mij in de brand gaan steken. Ik had al wel bedacht om gelijk het bad in te springen als ik vlam zou vatten. Op een gegeven moment krijg ik het heel benauwd vanwege de lucht van de vloeistof die mij de adem ontneemt. Op dat moment krijg ik ook door dat de vloeistof, ammoniak betreft. Ik weet dat ammoniak geen vlam vat.
Ik heb dan het vermoeden dat ze weggaan. Ik doe de deur van de woonkamer open en zie mijn moeder in de grote stoel zitten. Ik zie mijn vriendin op de knieën voor mijn moeder zitten. Ik zie dat ze beiden onder een deken zitten. Ik zag dat de telefoons in de badkuip lagen en dat de vaste lijn onklaar was gemaakt. Dat zag ik omdat er geen lampjes brandden op de vaste telefoon. Omdat ik de politie wilde waarschuwen ben ik naar de buren gerend om daar 112 te bellen. Wanneer ik terugkom is de politie al ter plaatse. De telefoon van mijn vriendin is waterdicht dus die had inmiddels ook 112 gebeld.
Dader 1 droeg een groene [bedrijf] jas, een grijze broek en zwarte sneakers met spierwitte zolen. Dader 2, 3 en 4 droegen een zwarte trainingsbroek, een zwarte hoody en zwarte sneakers. Ze droegen allemaal zwarte gladde handschoenen.
Signalement dader 4 type Bruno Martens Indi:
- Donkere huidskleur
- Lengte 1.80 à 1.85 m
- Sterk postuur
- Grote ogen met veel oogwit
- Kort rasta haar
- Geen zichtbare lichaamsbeharing of tattoo
- Het trainingspak is van een merk dat start met witte letters WE en vervolgens nog 5 letters erachteraan die verspringen.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 8 december 2022, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :

Op 7 december 2022 was ik in [adres] bij [naam] en [slachtoffer 4] . Rond 23:30 uur werd er op de ramen gebonkt. [naam] ging kijken. Toen kwam hij naar mijn mening niet rap genoeg terug. Toen ben ik er heen gelopen. Ik hoorde hem schreeuwen, toen dacht ik, ik kan nog terug om de politie te bellen, maar op dat moment kwam er een man binnen stappen en richtte een pistool op mij en zei leg die telefoon neer. Ik moest de telefoon neergooien en de [bedrijf] man met het pistool heeft hem gepakt. Toen moest ik naar het voorste gedeelte van de woonkamer, op de grond liggen met mijn handen voorruit en kreeg ik een deken over mijn hoofd. Moeders dacht de boel te redden met de wandelstok dus die kwam naar binnen en ik hoorde opeens een knal op de grond en lag zij half over mij heen. Ik hoorde [naam] veel praten, schreeuwen, ik hoorde ook dat ze op zoek waren naar de zwarte kluis. Die hebben ze gevonden, maar de sleutel niet en die hebben ze nog steeds niet. Ze hebben [slachtoffer 4] met zijn tweeën opgepakt en in de stoel gezet. Er moest nog wel een deken over. Eén jongen was bij ons de hele tijd, die was getint, wat meer bruin.
Op een gegeven moment kwam een [bedrijf] meneer, hij leek een Marokkaan, hij praatte ook zo. Hij had een smal gezicht en een Marokkaans uiterlijk, hij was klein, 1.70m of 1.75m, lichtblauwe spijkerbroek en zwarte gympen en een donkere [bedrijf] jas. Hij wilde de sleutel van de kluis hebben. Ze zeiden ook ons is verteld dat in die zwarte kluis al het geld van de TT zit en dat is meer dan 5 ton. Een blanke man kwam nog die getinte man vervangen. Die blanke man had iets van bedekking tot bij zijn neus, dat was een blanke man, echt blank, hij praatte gewoon Nederlands, beetje vierkant hoofd, was ook niet de dunste, hij was een beetje gezet. Ik denk dat hij iets groter is dan ik ben, 1.85m, ik ben zelf 1.80m.
Ze hebben gereedschap uit de schuur gehaald. Met een slijptol probeerden ze de kluis open te krijgen, maar dat lukte ze niet. Toen kwam er een vierde persoon, een hele donkere man, net als Martens Indy, met hele donkere ogen, hij had een bivakmuts op en donkere kleding aan. Er waren dus vier mannen. Toen kwam die getinte, die ging nog een keer alle laatjes opendoen, pakte het bestek, vroeg of het goud was. We moesten onze handen bij elkaar doen en toen gingen ze [slachtoffer 4] haar handen tapen, ik moest mijn handen daar ook bij doen, die maakten ze ook vast met tape, onze handen zaten aan elkaar vast. [slachtoffer 4] zat op de stoel, ik zat er voor en toen hebben ze onze handen vastgemaakt. Ze hadden tape voor [slachtoffer 4] haar mond gedaan en rondom mijn nek een paar keer. Ze hebben mijn voeten vast getapet. Ze deden een deken over [slachtoffer 4] heen. Ze goten om die deken en om mijn armen iets heen. [slachtoffer 4] had haar handen losgemaakt, zij deed het kleed omhoog, waardoor ze zagen dat haar handen los waren. Toen hebben ze daar tie-wraps omheen gedaan, veel te strak. Bij mij wilden ze dat ook doen, maar ik heb te grote handen, dus hebben ze het om mijn duimen gedaan. Het kleed ging weer over [slachtoffer 4] heen. Toen hoorde ik niks meer en zag ook niks meer. Toen heb ik de deken af gedaan, toen ging de keukendeur open, ik schrok me rot, maar het was [naam] . Ze waren toen dus weg. Toen is hij naar de overburen gegaan en heb ik mijn telefoon uit het bad gehaald en 112 gebeld.
We zijn heel veel kwijt: twee bestekladen met inhoud, doublé kleurig, de trouwring van de man van [slachtoffer 4] en er is een sleutelbos van [naam] kwijt met daaraan mijn autosleutel, mijn huissleutel, [naam] zijn huissleutel en ik denk de sleutel van de kroeg, afstandsbediening van mijn garagedeur en een ANWB oplaadtoken. En ze hebben een fles wijn gejat. [slachtoffer 4] zei later dat er ook nog borden weg waren, dat was haar trouwservies. Ze hebben geld uit mijn telefoonhoesje gehaald, er mist 70 euro.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 8 december 2022, opgenomen op pagina 62 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :

Op 7 december 2022 ging ik naar bed. Ineens hoorde ik allemaal geluid. Ik kwam de kamer in en zag dat er al vier mensen in de woning aanwezig waren. Ik ben direct in die stoel gaan zitten. Ik heb nog een tik gekregen. [naam] moest voor mij gaan zitten. Ze kwamen met tape. En ze hebben ons beiden helemaal in gewikkeld met tape. En op een gegeven moment hebben ze met tie-wraps alles vastgezet;. Dat deed heel veel pijn. Ze deden een deken over ons heen. En er kwam een spuitbus. Ik dacht dat ze ons in de brand gingen steken. Het stonk en het was een ontvlambaar goedje. Ik had wel in de gaten: bij één lucifer, dan gaan we. Ik kreeg een stoot in mijn rechterzijde. Dat doet me nog zeer. Dat was toen ik bezig was om het tape los te halen. Afblijven zeiden ze. En toen kreeg ik weer tape over mijn mond. Ik hoorde boren en zagen. Ze wilden de kluis in de hal open maken. Daar zijn ze heel lang mee bezig geweest. Uit mijn portemonnee is geld weggenomen. Ik had in elk geval 125,- euro in mijn portemonnee en nog en beetje kleingeld. En ze hebben de trouwring van mijn man weggenomen. Deze is van goud.

4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 12 januari 2023, opgenomen op pagina 138 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :

V: Is er nog drinken weggenomen?
A Ik had nog blikjes van de TT camping staan. Blikjes Bacardi cola, berenburg cola, passoa-jus en Bacardi Razz.

5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2023, opgenomen op pagina 87 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Ik, verbalisant [verbalisant] , heb de door het Operationeel Centrum (OC) ter beschikking gestelde audio uitgeluisterd. Het betreft opnamen van de gesprekken met de meldkamer van de politie en de ambulancedienst, d.d. donderdag 8 december 2022, vanaf 04:41 uur.
C1: = Centralist
M1: = Meldster [slachtoffer 3]
E: = [naam] , aangever [slachtoffer 2]
Aanvankelijk gaat het over de locatie van het incident en dergelijke. Vervolgens zijn de relevante gedeelten woordelijk uitgewerkt.
M1: Ze waren hier al om twaalf uur.
C1: Ze zijn om twaalf uur geweest.
M1: Om twaalf uur kwamen ze, ze zijn net weg.
C1: Hoeveel minuten zijn ze nu weg
M1: Een kwartier, twintig minuten denk ik.

6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 december 2022, opgenomen op pagina 113 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :

V: Jij bent aangehouden voor een ander strafbaar feit, maar je hebt aangegeven dat je wilt verklaren over de woningoverval aan de [adres] te Assen, klopt dat?
A: Ja. Een vriend, die ik een tijdje in huis heb genomen, vertelde mij zijn bevindingen van die avond. Die vriend heet [verdachte] .
Op woensdagavond 7 december [2022] werd ik gebeld door een persoon die ik ken als [naam] . Hij vroeg mij of [verdachte] bij mij in de buurt was, ik zei hem dat [verdachte] bij mij was. [naam] vroeg mij om [verdachte] naar buiten te sturen. Na een tijdje, twintig minuten ofzo, kwam [verdachte] weer binnen. [verdachte] vertelde mij dat hij wat ging doen, dat hij geld ging maken. Hij kwam wat opgewekt binnen. [verdachte] vertelde ons dat [naam] zo terug zou komen met een paar andere jongens, dat gebeurde ook, omstreeks tien of elf uur in de avond. Ik herkende [naam] en twee, vermoedelijk, Marokkaanse jongens van in de twintig. Ik ken [naam] omdat ik wel eens drugs van hem heb gekocht. Die Marokkaanse jongens kende ik niet. [naam] was op dat moment even weg. [naam] vroeg mij om, als zij terug zou komen, haar mee te nemen naar boven. Toen [naam] terug was heb ik haar mee naar boven genomen. [naam] reageerde overstuur, het was haar woning. Ik heb haar geprobeerd gerust te stellen, ook omdat ik aan mijn water voelde dat er iets in de lucht hing. Na enige tijd vertrekken de jongens, vlak voor vertrek ging ik naar beneden. Even voor vertrek kwam de kleinste jongen, Marokkaans en klein van postuur, smal gezicht. Hij vroeg mij om een spuitfles. Ik wees hem het keukenkastje en daar pakte hij een spuitfles uit van Glassex. Uit een witte fles werd er iets overgegoten in deze spuitfles. Ook vertelde [naam] mij dat ik de achterdeur open moest laten. Op het laatste moment kwamen nog tie-wraps tevoorschijn. [naam] was echt degene die de commando's en instructies gaf. De kleinste trok op het laatste moment nog een donker groene jas met een beetje zilvergrijs aan. Beetje zilvergrijs fluorescerend, een bezorgersjas met een opdruk. Ik hoorde zeggen dat hij als eerste aan de deur moest.
Er gaan dan iets van vijf uur voorbij en dan hoor ik gestommel achter het huis. De achterdeur stond nog open. Toen kwamen er drie aan de achterkant naar binnen en die zeiden tegen mij dat ik de voordeur open moest doen, dat heb ik toen gedaan. Toen ik dat deed kwam er een persoon naar binnen, volgens mij was dat [naam] . Het was ergens tegen vijf uur in de ochtend. Ik zei tegen [verdachte] dat ik naar boven ging omdat ik moest slapen. [verdachte] zei mij dat ik maar even moest wachten. Er werden toen allemaal tassen tevoorschijn gehaald en hij vroeg mij of ik wat moest drinken. Ik zag dat hij allemaal blikjes Smirnoff en Bacardi had meegenomen. Ik ben toch naar boven gegaan, ik moest slapen voor mijn werk.
V: En dan kom je weer beneden? Wat tref je daar dan aan?
A: De hele opstelling zit daar nog. [naam] zegt mij dat ik die kleren moest weggooien, hij vroeg mij om vuilniszakken. Ik heb alles bij elkaar gepakt. Ik heb die tassen met kleding in mijn werk-bus gegooid. Ik heb donderdag, toen ik op het werk was, de zakken met kleding in de middelste container gegooid. Ik heb de vuilniszakken eerst in een hoge witte puinzak (soort kleine bigbag) gedaan en toen in de middelste container. Met een beetje geluk liggen ze daar nog. Thuis, in de schuur, staat ook zo'n witte puinzak, in die zak zit sowieso een tas met goudkleurig bestek, de groene bedrijfsjas van de kleinste overvaller en de muts die [verdachte] heeft gedragen, een grijze muts met een bolletje bovenop. De kleding en het bestek zouden ze later komen ophalen, toen zei ik dat ik het wel voor [verdachte] wilde bewaren. In de schuur liggen alle spullen die zijn overgebleven van de overval, behalve dan de kleding die ik donderdag heb gedumpt. Door [naam] is dit gebaar gemaakt.
O: Verdachte haalt zijn wijsvinger langs zijn keel.
V: Zullen we Google Maps gebruiken?
O: Ter hoogte van [adres] . [bedrijf] . Drietal containers tussen de Fase2 en Fase3 van het bouwproject, in de middelste container.
V: Dan ga je na het werk naar huis, en dan?
A: Toen ik thuis kwam was [naam] niet thuis, ik was even alleen met [verdachte] . En toen begon [verdachte] te spuien tegen me; er was maar zevenhonderdvijftig euro, kerel had kankerveel geld. Ze hadden de telefoon van die man gecheckt, er zouden tonnen over die rekening gaan. Ze waren met een kluis van wel vierhonderd kilo aan de gang geweest. Ze konden er niet in komen. Hij had nog steeds last van zijn strot van al het stof, van het slijpen van de kluis Hij zei dat hij een zwarte nog nooit zo wit had gezien. Hij zat de hele tijd te hoesten en te proesten. [verdachte] vertelde mij ook dat ze twee telefoons van het slachtoffer onderweg hebben gedumpt. Dat er een situatie was waar [verdachte] heeft in moeten grijpen omdat het mannelijke slachtoffer een wapen van een van de Marokkaanse jongens probeerde af te pakken. Dat beschreef hij als vrij heftig, hij had het mannelijke slachtoffer tegen de grond gewerkt en dat toen het slachtoffer weer overeind kwam, [naam] hem met volle kracht in het gezicht geschopt heeft. Hierdoor viel de man achterover en knalde met zijn hoofd op de grond. Ik vroeg hem wie er in de woning waren en [verdachte] vertelde mij dat er een ouder stel met een moeder woonde. [verdachte] had enige tijd bij die moeder gezeten. [verdachte] vertelde mij dat hij ze gekneveld had met tie-wraps om de duimen. [verdachte] vertelde dat het een groot huis was, dat hij veel drank in huis had. Hij vertelde over twee kluizen, althans zo begreep ik het. Dat die gasten vuurwapens bij zich hadden. Dat er nog bijna ruzie was ontstaan met [naam] over het slijpen van de kluis, dat deden ze met gereedschap dat in de woning voorhanden was. In de fles Glassex zat waarschijnlijk ammoniak. Dat vertelde [verdachte] mij.
V: Heeft [verdachte] je ook verteld wat het hem opgeleverd heeft?
A: Niet veel, een kleine tweehonderd euro. Volgens mij was de buit iets van zevenhonderdveertig euro ofzo.
V: Heeft [verdachte] je iets verteld over de duur van de overval?
A: Hij vertelde dat het zo lang heeft geduurd omdat ze zo druk waren met de kluis, de sleutel van de kluis. Het dreigen met vuurwapens, zoeken naar de sleutel, proberen te openen van de kluis.
V: Wat kun je ons vertellen over [naam] ?
A: [naam] vroeg hem eens naar zijn echte naam, toen noemde hij de naam Roderik.

7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 31 januari 2023, opgenomen op pagina 626 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :

V: Heb ik het nu goed: die mannen kwamen binnen. Die deden hun kleren uit en gaven die aan jou. Jij deed het in vuilniszakken en die zakken heb je in de bigbags gedaan en naar de bus gebracht.
A: Dat klopt. Ik heb die werktas/puinzak uit de bus gehaald. Daar heb ik alle kleren ingedaan die mij aangereikt werden. Ik kreeg: complete outfit van [naam] dat is zijn broek schoenen Nike air max en het was allemaal zwart van kleur. Van [verdachte] kreeg ik een bruin leren jas, schoenen met zooltje en witte letters en zwarte bovenkant.

8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 december 2022, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van W. [getuige 1] :

Wij gaan jou als getuige horen over de woningoverval aan de [adres] te Assen.
De getuige verklaarde:
Ik kwam thuis en [medeverdachte 1] ving mij op bij de voordeur. Er waren drie mannen thuis, dan bedoel ik, [medeverdachte 1] , [verdachte] en drie mannen. [medeverdachte 1] heeft mij apart genomen, ik wil dat jij met mij naar boven gaat. Dus ik ben naar boven gegaan. [medeverdachte 1] is met mij naar boven gegaan. [medeverdachte 1] is het grootste gedeelte bij mij geweest omdat ik best dwars was. [medeverdachte 1] is af en toe naar boven en beneden geweest. Op een gegeven moment is er besloten dat we naar beneden konden. De mannen waren toen ook niet meer in de woning. Op een gegeven moment maakte hij mij wakker en hoorde hem zeggen: Ja, ze komen eraan, nu naar boven. Ik ben toen ook naar boven gegaan. Ik ben tussen 4:00 en 5:00 uur van het matras beneden naar het bed boven gegaan. Toen ik beneden kwam, trof ik een huis vol mannen aan. Vier mannen, [verdachte] en die drie mannen. Het enige wat ze losgelaten hebben, is dat het niet gelukt was.
V: Wat is het signalement van [verdachte] ?
A: Grote man, lengte 1.80 meter, best wel gezet. Zijn achternaam is [verdachte] .
V: Hoe ziet man 3 eruit?
A: Donkere huidskleur, onderkin, Afrikaans, fors postuur, lengte 1.80 m, kort kroeshaar, in mijn telefoon staat hij onder de naam [naam] .

9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris, opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris en de griffier, inhoudende als verklaring van W. [getuige 1] op 2 juni 2023:

De zaak [adres] :
[verdachte] is met die mannen/jongens meegegaan. Hun telefoons hadden ze niet meegenomen. Toen ik wakker werd en opstond trof ik in de woonkamer [verdachte] aan en drie andere mannen.

10. De eigen waarneming van de rechtbank welke bij het onderzoek op de terechtzitting van 12 december 2023 door haar persoonlijk is geschied, voor zover inhoudende

De rechtbank neemt waar dat verdachte een blanke man is van ongeveer 1.80 à 1.85 meter lang met een gezet postuur en een wat vierkant hoofd.

11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 december 2022, opgenomen op pagina 77 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Op 8 december 2022, omstreeks 04:40 uur hoorde ik dat het Operationeel Centrum ons naar de [adres] in Assen stuurde. Ter plaatse, buiten in het looppad van de oprit, op 2-3 meter van de voordeur, troffen wij een spuitfles gelijkend op Glassex aan. Collega [naam] pakte deze met handschoenen op en draaide de dop open. Er kwam een sterke ammoniak lucht uit.

12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek bij doorzoeking [adres] Assen d.d. 6 januari 2023, opgenomen op pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten [verbalisant] :

Op 15 december 2022 om 16:50 uur, kwamen wij naar aanleiding van een doorzoeking, voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] , 9407 RM Assen.
Ik zag in de bijkeuken een witte jute big bag zak. In deze jute zak zag ik meerdere boodschappentassen. Een collega van de tactiek haalde uit de jute zak meerdere tassen. Het ging om een [bedrijf] , een [bedrijf] en een [bedrijf] boodschappentas en een plastic [bedrijf] tas.
[bedrijf] boodschappentas, ik zag in deze [bedrijf] boodschappen tas de volgende voorwerpen:
- Een groene jas met reflecterende strepen en de tekst " [bedrijf] ";
- Een grijze spijkerbroek (Denim Co);
- Een groene pet met de tekst " [bedrijf] ";
- Een paar zwart/grijze werkhandschoentjes;
- ( los) goud kleurig bestek set.
Ik voelde dat in de linkerjaszak van de " [bedrijf] " jas een voorwerp zat. Ik opende de rits van de zak en haalde het voorwerp uit de jaszak. Ik zag dat het een handvuurwapen betrof. Gezien de eerder genoemde informatie over de gedragen kleren en het gebruik van een vuurwapen tijdens de overval heb ik, verbalisant [verbalisant] , de " [bedrijf] " jas (SIN: AANO5262NL) veiliggesteld. Verbalisant [verbalisant] heeft het handvuurwapen veiliggesteld (SIN: AANO5264NL). Hierbij heeft zij de patroonhouder uit het wapen verwijderd. Wij zagen dat er ten minste één patroon in de patroonhouder zat. De patroonhouder is eveneens door verbalisant [verbalisant] veiliggesteld (SIN: AANO5265NL).
Onder de witte jute zak in de bijkeuken werd tevens een plastic afvalzak gevonden. In deze zak zag ik verschillende lege geopende drinkblikjes. Ik zag vijf blikjes "Bacardi Rum" en één blikje "Smirnoff ICE". Ik hoorde de tactische rechercheurs zeggen dat de slachtoffers verklaard hadden dat de daders blikjes "Bacardi Rum" en "Smirnoff ICE" hadden gedronken tijdens de overval.

13. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2022.12.08.158 (aanvraag 004 en 005), d.d. 26 januari 2023 opgemaakt en ondertekend door Y. Hoiting, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen op pagina 458 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende als zijn/haar verklaring:

Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
DNA kan afkomstig zijn van:
Bewijskracht:
AAQC6214NL#01
binnenzijde loop
minimaal vier personen:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6217NL#01
Bloedspoor rechterkant
pistool tegen
greep plaat
één persoon
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6219NL#01 [1]
onderkant magazijn (deel buiten pistool)
minimaal drie personen:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6228NL#01 [2]
bloedspoor uiteinde
manchet linkermouw
minimaal twee personen:
een relatief grote hoeveelheid DNA:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard

14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2022, opgenomen op pagina 123 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Op 15 december 2022 verklaarde [medeverdachte 1] , geboren 24 oktober 1978, dat hij de kleding die is gebruikt bij de overval [adres] in Assen heeft weggegooid in een container op een bouwplaats. Naar aanleiding van deze verklaring ben ik verbalisant [verbalisant] op donderdag 15 december 2022 naar de locatie in [adres] gegaan aan de [adres] en [adres] . Ik sprak daar met [naam] de uitvoerder van [bedrijf] . [naam] vertelde dat de containers woensdagmiddag waren geleegd. [naam] heeft het werknummer van de bouw gegeven zodat we eventueel konden achterhalen waar het afval is heen gegaan. Het werknummer van desbetreffende container was 5018077. [naam] gaf mij verbalisant [verbalisant] een telefoonnummer van [naam] werkzaam in de [bedrijf] waar het meeste afval heen gaat. [naam] heeft naar aanleiding van het werknummer kunnen achterhalen waar de container is geleegd. Het bleek dat de container was geleegd in Groningen bij [adres] in Groningen. Op vrijdag 16 december 2022 naar de [adres] in Groningen gegaan.
Bleek dat [naam] al contact had opgenomen en de desbetreffende container apart had laten zetten. Samen met een teamleider [naam] de container leeg gehaald met behulp van een kraan. Omdat de verdachte [medeverdachte 1] specifiek had verklaard in wat voor bigbag hij de spullen had gedaan werd de bigbag gevonden. Bij het omhooghalen van de witte bigbag viel er een vuilniszak uit die door [naam] uit de container is gehaald door de kraan.
Uiteindelijk de hele container leeg gehaald en geen andere vuilniszakken aangetroffen.

15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [adres] Groningen) d.d. 9 januari 2023, opgenomen op pagina 280 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Op donderdag 15 december 2022 om 15:15 uur kwam ik, naar aanleiding van een overval in een woning, voor forensisch onderzoek aan bij [bedrijf] Groningen op de locatie [adres] te Groningen. Op die locatie zou een afvalzak zijn aangetroffen met daarin meerdere zakken met kleding. Ter plaatse werd ik aangesproken door [verbalisant] , werkzaam bij de districtsrecherche Groningen. [verbalisant] toonde mij de zak, welke door een medewerker van het afvalverwerkingsbedrijf met behulp van een kraan uit een container was gehaald. Ik zag dat het een witte grote zak betrof. Ik zag dat er een grijze gevulde vuilniszak naast stond. [verbalisant] verklaarde dat de grijze vuilniszak eveneens in de witte zak had gezeten, maar dat deze er uit gevallen was op het moment dat de kraanmachinist de witte zak uit de container had verwijderd. Ik zag dat de witte zak en de vuilniszak kleding bevatten en om die reden werden beide zakken door mij veiliggesteld ten behoeve van nader onderzoek.
De witte grote zak bevatte de volgende items;
- een boodschappentas [bedrijf] -tas met inhoud
- een boodschappentas van de [bedrijf]
- een grijze vuilniszak
- een bruine leren jas
- een grijze muts
De boodschappentas van [bedrijf] bevatte de volgende items;
- een transparant zakje met enkele zwarte kabelbinders met een gemeten lengte van 30
centimeter
- een transparant zakje met enkele witte kabelbinders met een gemeten lengte van 30
centimeter van het merk 'Handson'
- twee voorbereide of gesloten witte kabelbinders
De boodschappentas van de [bedrijf] bevatte de volgende items;
- leren handschoenen
- een grijze spijkerbroek met riem met aan de onderzijde van rechterpijp bloed
(AAPK9961NL)
- een zwarte trainingbroek van het merk 'Wematch' met aan de onderzijde van de
rechter broekspijp bloed (AAPK9964NL)
- een zwarte trui van het merk 'Primark' met geribbelde schouders
- een zwart vest met capuchon van het merk 'Nike'
De vuilniszak bleek de volgende items te bevatten;
- een zwarte trainingsbroek van het merk 'Puma'
- een zwart vest met capuchon van het merk 'C.P. Company'
- 6 zwarte kabelbinders met een gemeten lengte van 30 centimeter
- een transparant zakje met inhoud.
De transparante dichtgeknoopte zak bevatte de volgende items;
- zwarte schoenen van het merk 'Nike' met de maat 46
- zwarte schoenen van het merk 'Balenciaga'
- een mondkapje
- werkhandschoenen (links en rechts) met aan de bovenzijde bloed (AAPK9948NL &
AAPK9949NL).

16. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2022.12.08.158 (aanvraag 006), d.d. 2 november 2023 opgemaakt en ondertekend door P.W. Sjoukema, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, opgenomen als los rapport bij voornoemd dossier, voor zover inhoudende als zijn/haar verklaring:

Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
DNA kan afkomstig zijn van:
Bewijskracht:
AAQC6234NL#01
bloedspoor op handrug
handschoen
AAPK9949NL
één persoon:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6239NL#01
binnenzijde
broeksband
minimaal drie personen:
een relatief kleine hoeveelheid DNA:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6240NL#01
bloedspoor uit grote
bloedvlek rechterpijp
onderzijde
één persoon:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6246NL#01
rechterkant
broeksband
binnenzijde
minimaal drie personen:
een relatief kleine hoeveelheid DNA:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard
AAQC6247NL#01 [3]
deel bloedspoor
voorkantlinker
broekspijp
minimaal twee personen:
- getuige [slachtoffer 2]
- meer dan 1 miljard

17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 november 2023, opgenomen als los proces-verbaal bij voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

In het onderzoek RWANDA zijn historische verkeersgegevens gevorderd welke betrekking zouden hebben tot de verdachte [verdachte]
[telefoonnummer]
Hieronder zijn de gevorderde gegevens van de nacht van 7 op 8 december 2022 weergegeven
Het telefoonnummer was op 7 december voor het laatst actief om 23:23:58 uur, dit betrof een inkomende oproep afkomstig van het telefoonnummer [telefoonnummer] en duurde totaal 78 seconden.
Het telefoonnummer was op 8 december voor het eerst actief om 04:50:52 uur, dit betrof een uitgaande oproep naar het telefoonnummer [telefoonnummer] en duurde totaal 129 seconden.
Tussen bovengenoemde waarnemingen, gedurende de nacht van 7 op 8 december, werd er voortdurend ingebeld door het nummer [telefoonnummer] . Uit deze verkeersgegevens blijkt dat het nummer [telefoonnummer] in deze periode overschakelde naar voicemail. Uit onderzoek blijkt dat het nummer [telefoonnummer] ten tijde in gebruik was bij [naam] , geboren [geboorte datum] 1985.
Ten tijde van en tussen 7 december 23:23:58 uur en 8 december 04:50:52 uur werd het telefoonnummer geregistreerd op de cell-ID 204-08-03310-52793 aan de [adres] te Assen.
Overzichtskaart van de mastlocatie en zendrichting van het cell-ID ten opzichte van het adres
[adres] te Assen (rode stip):

18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 26 maart 2023, opgenomen op pagina 28 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [verbalisant] :

Uit onderzoek Karper komt naar voren dat telefoontoestel van [naam] zich in Assen bevond en dat ten tijde van de overval het toestel geen netwerk aanstraalde. In KARPER draaide een tap (TA017) op het toestel van [naam] en hieruit (Ruwe data, SMSP en
produkt info) blijkt dat het toestel de navolgende masten aanstraalde:
7-12-22 om 22:06:38 uur mastlokatie [adres] (nabij WZA) = produkt info
22:06:39 uur mastlokatie [adres] ) = product info
Geen netwerk...
8-12-22 om 04:55:33 uur mastlokatie [adres] )= produkt info
04.55.34 uur idem = SMSP STATE
05:35:43 uur idem = Ruwe data
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 4 januari 2023, opgenomen op pagina 334 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relatering van verbalisant [verbalisant]:
Op donderdag 15 december 2022 te 16:50 uur zijn goederen inbeslaggenomen. Na
onderzoek van deze goederen is het volgende naar voren gekomen.
Object: Vuurwapen
Spoor identificatienr.: AAN05264NL
Bij het wapen werden een bijpassend patroonmagazijn en patronen aangeleverd.
Het inbeslaggenomen voorwerp is een semi-automatisch centraalvuur pistool geschikt om
projectielen door een loop af te schieten. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid I categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.

Bewijsoverweging

Vaststaat dat er in de nacht van 7 op 8 december 2022 een gewapende woningoverval heeft plaatsgevonden aan de [adres] in Assen, waarbij de overvallers – met het oog op het verkrijgen van de sleutel van een kluis – de bewoners hebben vastgebonden, hebben geslagen, hebben bedreigd met een vuurwapen en hebben overgoten met vloeistof onder de bedreiging dat ze in brand zouden worden gestoken.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte één van de overvallers is geweest. Naar het oordeel van de rechtbank kan die vraag bevestigend worden beantwoord.
Reeds uit de daderinformatie die verdachte aan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verteld blijkt dat verdachte één van de overvallers is. Niet alleen heeft verdachte veel details aan [medeverdachte 1] verteld die verdachte enkel kon weten als verdachte zelf bij de overval aanwezig is geweest, hij heeft ook over zeer specifieke door hem tijdens de overval verrichte handelingen verklaard die overeenkomen met de door aangevers omschreven toedracht van de overval. De betrokkenheid van verdachte bij de woningoverval aan de [adres] wordt voorts ondersteund door de overige in het dossier aanwezige bewijsmiddelen.
Uit die bewijsmiddelen volgt dat verdachte op de avond van de woningoverval, 7 december 2022, zich omstreeks 22:00 à 23:00 uur met drie andere mannen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] en getuige [getuige 1] aan de [adres] in Assen bevond. Op enig moment vertrokken de vier mannen. Blijkens de verklaring van [medeverdachte 1] namen ze tie-wraps mee en een fles Glassex, gevuld met ammoniak. De kleinste jongen, een Marokkaan, had een groene bezorgersjas aan en moest als eerste voor de deur van de woning aan de [adres] staan. Een en ander past bij de door de aangevers omschreven wijze waarop de woningoverval plaatsvond en bij de op de oprit van de woning aan de [adres] aangetroffen fles Glassex met daarin een vloeistof met een sterke ammoniakgeur.
Uit de verklaringen van getuige [getuige 1] en medeverdachte [medeverdachte 1] volgt dat de mannen, onder wie verdachte, ongeveer vijf uur later, tussen 04:00 uur en 05:00 uur weer terug kwamen aan de [adres] . Deze tijdlijn past bij de toedracht van de woningoverval aan de [adres] , die omstreeks 23:30 uur begon en omstreeks 04:30 uur eindigde. Voorts is de telefoon van verdachte tussen 7 december 2022 23:23 uur en 8 december 2022 04:50 uur niet actief geweest en straalde de telefoon op voornoemde tijdstippen en daartussen een mast aan in de richting van en op slechts 1 kilometer van de woning aan de [adres] . Ook deze telefoongegevens sluiten aan bij de tijdstippen van de woningoverval en bij de verklaring van getuige [getuige 1] dat de mannen die de bewuste avond in haar woning waren hun telefoons bij haar thuis hadden laten liggen toen ze die nacht weg waren. Hetzelfde geldt voor de gegevens van de telefoon van medeverdachte [naam] .
Bovendien kwamen de mannen, blijkens de verklaring van [medeverdachte 1] , onder andere terug met goudkleurig bestek en blikjes Bacardi, goederen die tijdens de woningoverval uit de woning aan de [adres] zijn weggenomen. Deze goederen zijn een week na de woningoverval ook aangetroffen in de woning aan de [adres] . Bij die zoeking is ook een groene bezorgersjas van [bedrijf] aangetroffen met in een van de jaszakken een vuurwapen, volgens [medeverdachte 1] toebehorende aan de vier mannen die de bewuste avond bij hem in huis waren. Zowel op de [bedrijf] jas als op het vuurwapen is DNA aangetroffen van aangever [slachtoffer 2] , hetgeen erop duidt dat dit de [bedrijf] jas en het vuurwapen zijn die bij de woningoverval op de [adres] zijn gebruikt.
Daarnaast zijn, op aanwijzen van medeverdachte [medeverdachte 1] , meerdere zakken met kleding aangetroffen in een bouwcontainer. [medeverdachte 1] moest deze door de vier mannen in de nacht van 7 op 8 december 2022 gedragen kleding, in opdracht van medeverdachte [naam] weggooien. De aangetroffen kleding past in de door de aangevers gegeven omschrijvingen van de kleding van de overvallers. Bovendien is op verschillende kledingstukken DNA van aangever [slachtoffer 2] aangetroffen. Derhalve kan worden vastgesteld dat de in de bouwcontainer aangetroffen kleding gedragen is tijdens de woningoverval aan de [adres] . In de bouwcontainer werden ook kledingstukken aangetroffen die volgens [medeverdachte 1] door verdachte zijn gedragen die nacht, te weten een bruine leren jas, een grijze muts en schoenen met witte letters.
Voorts past niet alleen verdachte in een van de door aangeefster [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] gegeven signalementen van de overvallers, maar sluiten meerdere signalementen van de vier personen die kort voor de overval aanwezig waren aan de [adres] aan bij de door de aangevers gegeven signalementen. Bovendien komen door [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] beschreven handelingen van de overvaller met het signalement van verdachte, overeen met handelingen die verdachte in de door hem aan [medeverdachte 1] verstrekte daderinformatie aan zichzelf toeschrijft, te weten het toezicht houden op aangeefster [slachtoffer 4] en aangeefster [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en het knevelen van de duimen met tie-wraps.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het, gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, niet anders dan dat de vier personen die zich de avond van 7 december 2022 en de ochtend van 8 december 2022 bij [medeverdachte 1] en zijn vriendin [getuige 1] in de woning aan de [adres] ophielden de woningoverval aan de [adres] hebben gepleegd in de nacht van 7 op 8 december 2022. Vastgesteld kan worden dat één van die personen verdachte was.
Gelet op al het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een van de vier overvallers is die in de nacht van 7 op 8 december 2022 de woning aan de [adres] hebben overvallen op de hiervoor omschreven wijze. Derhalve acht de rechtbank het onder 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 meer subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. meer subsidiair
hij op 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door [slachtoffer 1] meermalen in het gezicht te slaan en/of te stompen en [slachtoffer 1] bij zijn keel te pakken;
en
hij op 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander, in de woning aan de [adres] bij een ander, te weten [slachtoffer 1] , in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
2. subsidiair
hij op 12 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een ontgrendelcode en/of pincode van zijn mobiele telefoon,
- deuren heeft ingetrapt, en
- vervolgens de woning van [slachtoffer 1] heeft betreden, en
- [slachtoffer 1] meermalen in het gezicht heeft geslagen en/of gestompt, en
- [slachtoffer 1] bij de keel heeft gepakt, en
- woordelijk de ontgrendelcode en/of pincode heeft geëist,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in de periode van 7 tot en met 8 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [adres] aldaar, heeft weggenomen geldbedragen van in totaal ongeveer 750 euro en alcoholhoudende drank en een sleutelbos en bestek en servies en een gouden ring, toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en zijn mededaders
- naar die woning toe zijn gegaan en vervolgens [slachtoffer 2] de woning in hebben geduwd en
- vervolgens een vuurwapen tegen het hoofd van [slachtoffer 2] hebben gehouden en
- de handen van [slachtoffer 2] aan elkaar vast hebben getaped en
- tape over de mond van [slachtoffer 2] hebben geplakt en
- [slachtoffer 2] meermalen tegen zijn hoofd en zijn lichaam hebben geslagen en getrapt en
- [slachtoffer 2] mee hebben genomen naar de badkamer en [slachtoffer 2] in de badkamer — terwijl de handen van [slachtoffer 2] aan elkaar vast getaped waren — op een stoel hebben gezet en vervolgens het bad vol hebben laten lopen en daarbij tegen [slachtoffer 2] hebben gezegd dat hij wel ging vertellen waar de sleutel van de kluis was omdat het anders een ander verhaal zou worden en
- vloeistof over [slachtoffer 2] heen hebben gegoten en daarbij hebben gezegd dat zij [slachtoffer 2] in de fik gingen steken en een brandende aansteker tegen het lichaam van [slachtoffer 2] hebben gehouden en
- de telefoon van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] af hebben genomen en de vaste telefoonlijn hebben vernield en
- meermalen op dwingende toon om geld en de sleutel van de kluis hebben gevraagd, en
- het vuurwapen op [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] hebben gericht en
- een deken over het hoofd van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] hebben gegooid en
- de handen van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] vast hebben getaped aan de handen van [slachtoffer 4] en de handen van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] met tiewraps vast hebben gebonden
- de voeten van [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] vast hebben getaped en
- tape over de mond van [slachtoffer 4] hebben geplakt en
- terwijl [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] vastgetaped en vastgebonden waren een vloeistof over [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] hebben gegoten en
- [slachtoffer 4] tegen haar lichaam hebben geslagen;
4.
hij in de periode van 7 tot en met 8 december 2022 te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben, hij verdachte, en zijn mededaders met dat opzet de voeten en de handen van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] vast getaped en/of gebonden en tape om het lichaam van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] gewikkeld en gebonden.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair en 2 subsidiair:
Eendaadse samenloop van:
enerzijds
medeplegen van mishandeling
en
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen, terwijl twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen
en anderzijds
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 3 en 4:
Eendaadse samenloop van:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Motivering van straf en maatregel

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 meer subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, alsmede dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: TBS met verpleging van overheidswege) wordt opgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – gelet op de bepleite vrijspraak voor feiten 3 en 4 – gepleit voor een gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de beschikbare rapportages over de persoon van verdachte onvoldoende duidelijk en concreet zijn om een TBS-maatregel op te kunnen baseren. Immers, de deskundigen hebben geen eigen onderzoek kunnen doen, beschikten over onvoldoende informatie om een risicoprofiel op te kunnen stellen en konden dan ook niet tot een advies komen.
Oordeel van de rechtbank
Straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zeer gewelddadige gewapende woningoverval en voorts aan een poging tot afpersing waarbij hij zich tegelijkertijd schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en huisvredebreuk.
Verdachte heeft in de nacht van 7 op 8 december 2022 samen met drie anderen een woning overvallen in Assen. In de woning bevonden zich op dat moment drie personen: [slachtoffer 2] , zijn vriendin [slachtoffer 3] en zijn moeder [slachtoffer 4] die destijds 73 jaar oud was. Met het oog op het verkrijgen van de sleutel van een kluis waar veel geld in zou liggen, hebben de overvallers de slachtoffers vastgebonden met duct-tape en tie-wraps en urenlang vastgebonden gehouden, bedreigd met een vuurwapen en overgoten met vloeistof onder de bedreiging dat ze in brand gestoken zouden worden. Aangever [slachtoffer 2] is voorts ernstig mishandeld en naar de badkamer gesleept alwaar de overvallers het bad vol hebben laten lopen met water. [slachtoffer 2] moest vertellen waar de sleutel van de kluis was, “anders werd het een ander verhaal” – waarmee de overvallers insinueerden dat aangever, zo hij de sleutel van de kluis niet zou geven, een pijnlijke dood zou sterven. Zijn vriendin en moeder werden in een andere ruimte gegijzeld, zaten onder een deken aan elkaar vast getapet en hebben aan moeten horen hoe hun partner en zoon werd mishandeld door de overvallers. Het is de overvallers niet gelukt de kluis open te krijgen en zij zijn daarom in huis op zoek gegaan naar andere waardevolle spullen en hebben uiteindelijk servies, bestek, geld en een gouden ring weggenomen.
Uit de ter terechtzitting door aangeefster [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] voorgedragen slachtofferverklaring en de toelichtingen bij de vorderingen tot schadevergoeding blijkt dat de woningoverval veel impact heeft gehad op de slachtoffers. Zij hebben doodsangsten uitgestaan en ondervinden nog steeds zeer nadelige psychische gevolgen van de woningoverval. Ze zijn angstig en wantrouwend geworden en voelen zich niet meer vrij en veilig in hun eigen huis. Aangever [slachtoffer 2] ondervindt daarnaast ook nog steeds lichamelijke klachten ten gevolge van het geweld dat tijdens de overval tegen hem is gebruikt.
Op 12 december 2022 is verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] naar een woning aan de [adres] in Assen gegaan om een schuld te vereffenen. Om aangever ertoe te dwingen zijn telefoon te resetten ter vereffening van de schuld hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] de voordeur van aangevers woning ingetrapt waarna ze aangever in zijn woning hebben mishandeld. Op enig moment heeft aangever een mogelijkheid gezien te ontsnappen en is vervolgens roepend om hulp zijn woning uitgevlucht. Aangever heeft veel pijn geleden door het geweld dat tegen hem is gebruikt en voelde zich nadien onveilig in zijn eigen woning.
Aldus heeft verdachte zich in een tijdsbestek van een week schuldig gemaakt aan twee ernstige geweldsdelicten. De rechtbank rekent verdachte in het bijzonder de brute woningoverval op de woning aan de [adres] aan. De rechtbank vindt het door verdachte en zijn mededaders bij die overval gebruikte geweld en de wijze waarop zij zonder enige gewetensbezwaren de slachtoffers urenlang door een hel hebben laten gaan, zeer wreed en schokkend. Verdachte heeft daarbij op grove wijze een ernstige inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers en hun gevoel van veiligheid in hun eigen woning ernstig aangetast. Dit laatste geldt ook voor het geweldsincident aan de [adres] . Dit terwijl de woning bij uitstek de plaats is waar men zich veilig moet kunnen voelen. De gevolgen voor de slachtoffers van de woningoverval aan de [adres] zijn groot en de ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke woningovervallen die gevolgen nog lange tijd ondervinden. Verdachte heeft zich niets aangetrokken van deze gevolgen voor de slachtoffers en heeft zich enkel heeft laten leiden door zijn eigen financiële gewin. Daarnaast heeft verdachte er met zijn handelen blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen en dragen misdrijven als de onderhavige sterk bij aan gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Strafverzwarend is de professionele en geraffineerde wijze waarop verdachte en zijn mededaders bij de woningoverval aan de [adres] te werk zijn gegaan. Nadat verdachte de avond van de woningoverval door medeverdachte [naam] was benaderd, heeft hij de overval samen met zijn mededaders zorgvuldig voorbereid. Er werd onder andere een spuitfles met ammoniak meegenomen om sporen uit te wissen en er werden handschoenen en bedekkende kleding aangetrokken. Het feit dat op de plaats delict geen DNA van de daders is aangetroffen ondanks hun handelingen in de woning, getuigt ook van voornoemde professionele en geraffineerde aanpak.
Voorts rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij ten aanzien van de woningoverval aan de [adres] geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen. Verdachte heeft zich tijdens zijn verhoren bij de politie consequent op zijn zwijgrecht beroepen en ook tijdens het onderzoek ter terechtzitting weigert verdachte openheid van zaken te geven. Daarenboven heeft verdachte in eerste instantie gelogen over waar hij die nacht van 7 op 8 december 2022 was, heeft hij zijn vriendin laten verklaren dat hij die nacht bij haar was en heeft hij geprobeerd getuige [getuige 1] te beïnvloeden door tegen haar te zeggen dat ook zij moest verklaren dat hij die nacht bij zijn vriendin was. Deze calculerende houding acht de rechtbank bijzonder zorgelijk.
Het is bovendien niet de eerste keer dat verdachte wordt veroordeeld wegens soortgelijke feiten. Verdachte was kort voor onderhavige feiten, te weten op 27 oktober 2022, vrijgekomen na een detentie van 36 maanden wegens een woningoverval. Daarnaast is verdachte meerdere malen veroordeeld wegens woninginbraken, gekwalificeerde diefstallen en andere vermogensdelicten. Onderdeel van die veroordelingen waren een ambulante behandeling en woonbegeleiding. Kennelijk heeft verdachte geen lering getrokken uit de eerdere veroordelingen en behandelingen en heeft het hem er niet van kunnen weerhouden opnieuw ernstige geweldsdelicten te plegen.
Er zijn echter ook strafmatigende omstandigheden. De rechtbank stelt hieronder (onder het kopje ‘TBS-maatregel’) vast dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat deze ook aanwezig was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank gaat er tevens vanuit dat deze gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens de gedragskeuzen en gedragingen van verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten heeft beïnvloed. De rechtbank komt tot het oordeel dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend en zal daarmee rekening houden in de straftoemeting.
Op feiten als de onderhavige kan niet anders worden gereageerd dan met de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, in het bijzonder de nietsontziende en zeer gewelddadige wijze waarop de woningoverval aan de [adres] is gepleegd en het feit dat verdachte net vrij was na een gevangenisstraf van drie jaren wegens een woningoverval, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, zoals geëist door de officier van justitie, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

TBS-maatregel

De rechtbank is van oordeel dat verdachte, naast voornoemde gevangenisstraf, ter beschikking moet worden gesteld met verpleging van overheidswege en overweegt daartoe het volgende.
Aan een verdachte kan de TBS-maatregel worden opgelegd indien bij de verdachte ten tijde van het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond met als gevolg dat het feit de verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. Daarnaast dient het door de verdachte begane feit een misdrijf te zijn zoals omschreven in artikel 37a lid 1 Sr en dient de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen.
In de eerste plaats stelt de rechtbank vast dat de onder 2 subsidiair en onder 3 en 4 bewezenverklaarde feiten misdrijven betreffen zoals omschreven in artikel 37a lid 1 Sr, te weten misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
Ingevolge artikel 37a lid 3 Sr is voor de oplegging van de TBS-maatregel verder vereist dat er een advies is uitgebracht door ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines (onder wie een psychiater) die de verdachte hebben onderzocht.
In onderhavige strafzaak is in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) onderzoek gedaan naar de geestvermogens van verdachte. Naar aanleiding van verdachtes verblijf aldaar is op 17 augustus 2023 een Pro Justitia rapport uitgebracht door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP), opgesteld door T.W.D.P. van Os, psychiater, en J.E.P. Kruikemeier, GZ-psycholoog. De verdachte is van 14 juni 2023 tot 26 juli 2023 gedurende zes weken opgenomen in het PBC. De verdachte heeft zijn medewerking aan het onderzoek geweigerd. Door de weigerende houding van verdachte hebben de gedragsdeskundigen in het PBC geen compleet beeld kunnen krijgen van de psychische gesteldheid van verdachte. Hierdoor hebben deze gedragsdeskundigen zich moeten onthouden van een advies omtrent de toerekeningsvatbaarheid en het recidiverisico. Een advies om aan verdachte TBS op te leggen, ontbreekt dan ook.
Door zijn weigering om mee te werken aan het onderzoek naar de geestvermogens dat ten behoeve van het advies moet worden verricht, is verdachte naar het oordeel van de rechtbank aan te merken als een weigerende observandus. In artikel 37a lid 4 Sr is vermeld dat in dat geval artikel 37a lid 3 Sr buiten toepassing blijft. Alsdan kan TBS ook zonder een advies van de gedragsdeskundigen worden opgelegd. Daarmee schuift de rechtbank tevens de verweren van de raadsman dat de adviezen van de gedragsdeskundigen onvoldoende duidelijk zijn om een TBS-maatregel op te kunnen baseren, terzijde. In geval van toepassing van art. 37a lid 4 Sr is wel vereist dat de rechtbank zelf vaststelt dat er een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond ten tijde van het begaan van het feit. Voldoende is dat de ziekelijke stoornis of de gebrekkige ontwikkeling op basis van een zekere aannemelijkheid wordt vastgesteld.
Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens
Voor de beantwoording van de vraag of, ten aanzien van verdachte, hiervan ten tijde van het plegen van de feiten sprake was, heeft de rechtbank in de eerste plaats acht geslagen op het PBC-rapport van 17 augustus 2023. Want hoewel verdachte zijn medewerking aan onderzoek in het PBC heeft geweigerd en het diagnostisch beeld onvolledig en gefragmenteerd is gebleven, is er bij de deskundigen wel een beeld van verdachte ontstaan wat betreft zijn geestvermogens. Zij rapporten daarover het volgende. Duidelijk is dat verdachte al jaren disfunctioneert op de diverse levensgebieden. Er is sprake van een pervasief en duurzaam patroon van antisociaal gedrag en onverantwoordelijk gedrag. Het meest waarschijnlijk is dat er aan de stagnatie van zijn algehele ontwikkeling een persoonlijkheidsstoornis ten grondslag ligt. In een eerder PJ-rapport uit 2011 werd een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. De onderzoekers hebben hier geen eigen onderzoek naar kunnen doen maar constateren wel problemen met de impuls- en agressieregulatie die van dien aard zijn dat het bestaan van onderliggende tekortkomingen in het functioneren van verdachte aannemelijk is. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor een lacune in de gewetensvorming. Voorts constateren de onderzoekers problemen op het gebied van alcohol- en drugsgebruik en zijn er aanwijzingen voor beperkingen met betrekking tot de verstandelijke vermogens. Het is duidelijk dat er gelet op het langdurige en pervasieve patroon van disfunctioneren sprake is van een geestesgesteldheid die het beste kan worden omschreven als een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens welke wordt gekleurd door een te geringe power om zich op prosociale wijze een plek in de maatschappij te verwerven en deze te behouden. Gezien de chronische aard van de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, was deze ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde.
Ook het trajectconsult biedt aanknopingspunten voor de aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bij verdachte. Op 17 februari 2023 heeft psychiater E.C.A.L. Visser rapport uitgebracht. Onderzoeker kan zelf geen uitspraken doen over eventuele diagnostiek maar refereert aan Pro Justitia rapportage van september 2011. In deze rapportage wordt gesproken over middelenafhankelijkheid, pathologisch gokken, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en zwakbegaafdheid. De psychiater vervolgt dat deze diagnostiek weliswaar niet actueel is, maar dat de persoonlijkheidsdiagnostiek en zwakbegaafdheid vaak langdurig van aard is. Onderzoeker is daarom van mening dat actuele psychiatrische problematiek zeer waarschijnlijk aanwezig is.
Op basis van deze stukken is de rechtbank van oordeel dat bij verdachte tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Uit het PBC-rapport volgt dat er – ondanks dat de onderzoekers de finale stap naar een diagnose niet hebben kunnen maken – in ieder geval sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Daarnaast ziet de rechtbank in de rapportages voldoende grond om met voldoende mate van aannemelijkheid vast te stellen dat bij verdachte sprake is van een verstandelijke beperking, een stoornis in middelengebruik en van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van de bewezenverklaarde feiten.
De veiligheid van anderen vereist oplegging van TBS-maatregel
De reclassering concludeert in haar rapport van 3 november 2023 dat er een hoog risico op recidive en op letselschade bestaat. Daarbij verwijst zij naar het justitiële verleden van verdachte en zijn problematiek; ontbreken van zinvolle dagbesteding, de schuldenlast, LVB-problematiek en de vermoedelijke psychische- dan wel persoonlijkheidsproblematiek. Ook de onderzoekers van het PBC constateren dat sprake is van diverse algemene risicofactoren zoals de justitiële voorgeschiedenis van verdachte, de diverse geweldsdelicten, de geschiedenis van verslavingen, de woonproblematiek en tekortkomingen op het gebied van financiële vaardigheden. Met betrekking tot de justitiële documentatie memoreert de rechtbank aan hetgeen zij hierboven heeft overwogen, te weten dat verdachte op 27 oktober 2022 – derhalve kort vóór de onderhavige feiten – was vrijgekomen na een detentie van 36 maanden in verband met – eveneens – een woningoverval. Daarnaast is verdachte meerdere malen veroordeeld wegens woninginbraken, gekwalificeerde diefstallen waaronder diefstal met geweld en andere vermogensdelicten. Er is sprake van een patroon van vermogensdelicten waarbij de rechtbank een toename in het gebruik van geweld constateert.
Gelet op dit justitiële verleden van verdachte, de complexe problematiek die blijvend van aard is en de problemen die op meerdere leefgebieden worden geconstateerd, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van ernstig gevaar voor herhaling van soortgelijke feiten als de onderhavige. Daarmee is sprake van gevaar voor de veiligheid van personen.
De rechtbank is voorts van oordeel dat een behandeling in het kader van een TBS met verpleging van overheidswege noodzakelijk is om gedragsverandering teweeg te brengen en het recidive risico te beperken. Uit de over verdachte opgemaakte rapportages volgt dat in het verleden diverse pogingen zijn gedaan om verdachte te behandelen, zowel in het kader van bijzondere voorwaarden als in het kader van een voorwaardelijke invrijheidstelling. Al deze hulpverleningstrajecten zijn echter voortijdig negatief beëindigd omdat verdachte niet dan wel onvoldoende meewerkte. Deze interventies zijn dan ook ontoereikend gebleken om te waarborgen dat er een effectieve behandeling van de grond komt en om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen. Gelet op vorenstaande biedt ook een TBS met voorwaarden naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende waarborgen voor een succesvolle behandeling van verdachte. Er is een dwingend kader nodig om te waarborgen dat verdachte een langdurige vorm van behandeling en toezicht krijgt om daarmee de hoge kans op recidive in voldoende mate terug te brengen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de veiligheid van anderen vereist dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd.
De maatregel van terbeschikkingstelling met een bevel tot verpleging van overheidswege wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Resumerend zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar en verdachte ter beschikking stellen met bevel tot verpleging van overheidswege.

Benadeelde partijen

Feit 1 en 2
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 19,00 ter vergoeding van materiële schade en € 2.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Tevens is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en om de verdachten hoofdelijk te veroordelen tot het voldoen van de schade.
Feit 3 en 4
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.232,50 ter vergoeding van materiële schade en € 15.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Tevens is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en om de verdachten hoofdelijk te veroordelen tot het voldoen van de schade.
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.232,50 ter vergoeding van materiële schade en € 15.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. Tevens is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en om de verdachten hoofdelijk te veroordelen tot het voldoen van de schade.
Standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het materiële deel van de vordering dient te worden afgewezen en dat het immateriële deel van de vordering dient te worden toegewezen zoals gevorderd.
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het materiële deel van beide vorderingen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat de vorderingen op dat punt onvoldoende onderbouwd zijn. Het immateriële deel van de vorderingen is voor toewijzing vatbaar.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] heeft de raadsman zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard en subsidiair dat het toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden.
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft de raadsman zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de vorderingen dienen te worden gematigd in verband met een gebrekkige onderbouwing van de bedragen.
Oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
Nu de rechtbank niet bewezen heeft geacht dat verdachte goederen van [slachtoffer 1] heeft weggenomen, waaronder de gevorderde € 19,00, zal het materiële deel van de vordering worden afgewezen.
Ten aanzien van de immateriële schade is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 meer subsidiair en 2 subsidiair bewezen verklaarde. Er is echter onvoldoende causaal verband vast te stellen tussen de gestelde psychische problemen van de benadeelde partij en het handelen van verdachte. Gelet op de aantasting in de persoon van de benadeelde partij door het oplopen van lichamelijk letsel, zal de rechtbank het gevorderde bedrag naar billijkheid vaststellen op € 500,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag van 12 december 2022 en voor het overige deel afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[slachtoffer 2]
Hoewel de gestelde materiële schade niet is onderbouwd met facturen of anderszins met een prijsopgave, is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 en 4 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade op € 4.200,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2022 en voor het overige deel afwijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is voorts voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 en 4 bewezen verklaarde. Naar het oordeel van de rechtbank is de hoogte van de vordering voldoende onderbouwd, niet onredelijk en onvoldoende betwist, zodat het gevorderde bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 december 2022.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[slachtoffer 3]
Hoewel de gestelde materiële schade niet is onderbouwd met facturen of anderszins met een prijsopgave, is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 en 4 bewezen verklaarde. Gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek schat de rechtbank de hoogte van de schade op € 4.200,00. De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2022 en voor het overige deel afwijzen.
Naar het oordeel van de rechtbank is voorts voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 en 4 bewezen verklaarde. Naar het oordeel van de rechtbank is de hoogte van de vordering voldoende onderbouwd, niet onredelijk en onvoldoende betwist, zodat het gevorderde bedrag zal worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 december 2022.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 37a, 37b, 47, 55, 57, 138, 282, 300, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Ten aanzien van feit 1 en 2
[slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan te betalen:
- het bedrag van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 10 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van feit 3 en 4
[slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan te betalen:
- het bedrag van € 19.200,00 (zegge: negentienduizend tweehonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [slachtoffer 2] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 19.200,00 (zegge: negentienduizend tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 4.200,-00 aan materiële schade en € 15.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 131 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
[slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan te betalen:
- het bedrag van € 19.200,00 (zegge: negentienduizend tweehonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van [slachtoffer 3] voor het overige af.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 19.200,00 (zegge: negentienduizend tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit € 4.200,00 aan materiële schade en € 15.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 131 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Sieders, voorzitter, mr. R. Depping en mr. J. Faber, rechters, bijgestaan door mr. L. Lamers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 januari 2024.
Mr. F. Sieders is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Uit het proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 22 december 2022, opgenomen op pagina 310 e.v. van het dossier volgt dat SIN nummers AAQC6214NL en AAQC6217NL zijn veiliggesteld uit SIN nummer AANO5264NL en dat SIN nummer AAQC6219NL is veiliggesteld uit SIN nummer AANO5265NL.
2.Uit het proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 23 december 2022, opgenomen op pagina 315 e.v. van het dossier volgt dat SIN nummer AAQC6228NL is veiliggesteld uit SIN nummer AANO5262NL.
3.Uit het proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 27 december 2022, opgenomen op pagina 323 e.v. van het dossier volgt dat SIN nummers AAQC6239NL en AAQC6240NL zijn veiliggesteld uit SIN nummer AAPK9961NL (de grijze spijkerbroek) en dat SIN nummers AAQC6246NL en AAQC6247NL zijn veiliggesteld uit SIN nummer AAPK9964NL (de Wematch trainingsbroek).