ECLI:NL:RBNNE:2024:1950
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van het kwarttarief motorrijtuigenbelasting voor kermisexploitanten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 9 januari 2023 het verzoek van eiser om toepassing van het kwarttarief motorrijtuigenbelasting had afgewezen. Eiser, houder van een Mercedes-Benz Sprinter, exploiteert samen met zijn echtgenote een kermisattractie en maakt aanspraak op het kwarttarief, omdat het motorrijtuig volgens hem voldoet aan de wettelijke voorwaarden. De inspecteur heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de rechtbank heeft het beroep op 26 april 2024 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur ten onrechte heeft beslist dat eiser geen recht heeft op het kwarttarief. De rechtbank stelt vast dat eiser een kermisexploitant is en dat de olliebollenkraam een kermisbenodigdheid vormt. De rechtbank concludeert dat zowel de caravan als de kook- en wasgelegenheid in het motorrijtuig als kermisbenodigdheden kunnen worden gekwalificeerd. Het gebruik van deze voorzieningen door eiser en zijn echtgenote tijdens de kermissen doet niet af aan de voorwaarde dat het motorrijtuig uitsluitend voor het vervoer van kermisbenodigdheden wordt gebruikt.
De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en wijzigt de beschikking van de inspecteur, zodat het kwarttarief met terugwerkende kracht vanaf 18 februari 2022 van toepassing is. Eiser krijgt ook een vergoeding van het griffierecht en zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. F. Brekelmans en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2024.