Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.ALBERT HEIJN HENDRIKSE B.V.,
2.
AHOLD EUROPE REAL ESTATE & CONSTRUCTION B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met twee producties (producties 34 en 35), ingekomen ter griffie op 16 januari 2024,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 januari 2024, waaronder de procesafspraken gemaakt tussen partijen,
- de pleitnota van Hendrikse c.s.,
2.De feiten
De noodzakelijke en gewenste uitbreiding van de AH supermarkt op de huidige locatie, of een andere plek in het winkellint is in onze ogen geen reële optie.
voor de verdere herontwikkeling van de voorzijde en traverse programmatisch in te zetten op een combinatie van wonen, gezondheidscentrum, zakelijke dienstverlening en horeca en daarvoor eerst een structuurvisie op te laten stellen, later gevolgd door een bestemmingsplan dan wel afwijkingsprocedures op basis van aanvragen om omgevingsvergunning”.
Albert Heijn heeft een aanvraag ingediend om – vooruitlopend op de herontwikkeling van de Prins Bernhardhoeve – alvast een tijdelijke vestiging te mogen realiseren op deze locatie. Voor een zorgvuldige afhandeling van deze aanvraag is vaststelling van de kader stellende nota noodzakelijk.
In 2013 stond de vraag centraal of de Albert Heijn, nu nog gevestigd aan de Stationsweg, van de gemeente de (functionele) ruimte kreeg om te verhuizen naar de PBH-locatie. Begin 2014 heeft de gemeenteraad besloten medewerking te verlenen aan dit verzoek door ruimte te geven voor de realisatie van een nieuwe supermarkt op de locatie van de Prins Bernhardhoeve.”.
Met de sloop van de hallen op de prins Bernardhoeve (voorzijde en traverse) ontstaan er kansen om via een herontwikkeling van deze locatie de toekomstbestendigheid van het centrumgebied van Zuidlaren te versterken; dit in combinatie met een her invulling en ruimtelijke opwaardering van deze specifieke locatie.
Wij hebben inmiddels besloten om de situering van onze tijdelijke winkel en het parkeerterrein te handhaven zoals wij in onze aanvraag omgevingsvergunning hebben aangegeven.
Tijdelijkheid
De gemeenteraad heeft op 4 februari 2014 besloten dat een supermarkt op het terrein, zowel definitief als eerst tijdelijk, wenselijk is in het totale plaatje voor de definitieve invulling van het terrein.”.
Overigens heeft de VOF vernomen dat de gemeente thans - in strijd met de gemaakte afspraken - rechtstreeks in gesprek is met Ahold over een privaatrechtelijke regeling terzake de ter beschikking stelling van gronden voor de tijdelijke supermarkt en de VOF ook in dat verband buiten spel zet. Het standpunt van de VOF is dat niet de gemeente, doch enkel de VOF (als erfpachtgerechtigde en toekomstig eigenaar), afspraken met Ahold kan maken over de ter beschikking stelling van de daarvoor benodigde gronden en dat de (huur)opbrengsten van deze gronden aan de VOF toekomen. Dit standpunt zal zijdens de VOF ook kenbaar worden gemaakt aan Ahold.”.
De vestiging van een tijdelijke supermarkt is nooit een doel op zich geweest. Een (tijdelijke) supermarkt maakt integraal onderdeel uit van de herontwikkeling. Ons primaire belang is een goede ruimtelijke invulling op de PBH locatie in het centrum van Zuidlaren. Het initiatief daarvoor ligt bij de VOF/ Leyten.
Met de onderhavige ontwikkelrichting bedenken we niet totaal iets nieuws, maar bouwen we voort op een al ingezet spoor. Met het besluit van uw raad van 4 februari 2014 over het verplaatsen van de Albert Heijn van de Stationsweg naar de voorzijde van het PBH-terrein, bekrachtigd in de kaderstellende nota van januari 2015, is immers al ingezet op een versterking van het centrumgebied.
In 2015 hebben wij een vergunning verleend voor een tijdelijke AH voor de duur van 4 jaar op de PBH-locatie in Zuidlaren. De vergunning is verstrekt vooruitlopend op een definitieve vestiging van de AH, als enige supermarkt op de PBH locatie. Hier had u destijds afspraken over met de toenmalige eigenaar.
3.Het geschil
4.De beoordeling
verdere(onderstreping voorzieningenrechter) herontwikkeling van het PBH-terrein. Ook in de kaderstellende nota die het college hierna heeft opgesteld, komt naar voren dat het gaat om een nieuwe supermarkt en verdere herontwikkeling van genoemd terrein.
primair gaat om een structurele oplossing(onderstreping voorzieningenrechter
). In één van de twee deelvergunningen van de afgegeven omgevingsvergunning staat vermeld dat de gemeenteraad op 4 februari 2014 heeft besloten “
dat een supermarkt op het terrein, zowel definitief als eerst tijdelijk, wenselijk is in het totale plaatje voor de definitieve invulling van het terrein.”.