Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 ten laste gelegde. Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte ten aanzien van de zes blikken bier wordt vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat verdachte in de nacht van de auto-inbraak is aangetroffen met de gestolen goederen uit de auto van aangeefster. Gelet op het korte tijdsbestek tussen de auto-inbraak en het moment waarop verdachte is aangetroffen met de gestolen goederen, kan het niet anders zijn dan dat verdachte de persoon is geweest die door middel van braak de diefstal heeft gepleegd. De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 4 naar voren gebracht dat de vernieling ook in de nacht van 15 op 16 januari 2024 heeft plaatsgevonden. Ook rondom deze auto zijn voetstappen in de sneeuw gezien. Tevens past deze vernieling in de modus operandi van verdachte. Het kan volgens de officier van justitie dan ook niet anders dan dat verdachte degene is geweest die de autoruit heeft vernield.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de diefstal van goederen uit de auto van aangever [naam] . De goederen die aangever [naam] mist, zijn niet teruggevonden bij verdachte. Verdachte had wel een pakje druivensuiker bij zich, maar dit had hij zelf gekocht. Daarnaast kan niet bewezen worden dat verdachte de middenconsole van aangeefster [naam]
heeft weggenomen. Ook dit goed is niet bij verdachte aangetroffen. De goederen die wel bij verdachte zijn aangetroffen, waren afkomstig van diefstal. Verdachte refereert zich ten aanzien van die goederen aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat verdachte erkent dat hij in de woning van aangeefster [naam] is geweest. Verdachte betwist echter dat hij in de slaapkamer van aangeefster is geweest. Ten aanzien van feit 3 bekent verdachte dat hij de goederen uit de auto van aangeefster [naam] heeft gestolen. Dit heeft hij gedaan door via de achterdeur de auto in te stappen en de goederen weg te nemen. Verdachte ontkent echter dat hij de ruit van de auto heeft ingeslagen, zodat hij van dit deel vrijgesproken dient te worden. Verdachte ontkent eveneens de autoruit van aangeefster [naam] te hebben ingeslagen. Uit de aangifte van [naam] blijkt dat er niets uit de auto is gestolen. Daarnaast is verdachte niet bij de desbetreffende auto gesignaleerd. Verdachte dient dan ook vrijgesproken te worden van hetgeen onder feit 4 ten laste is gelegd.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 4
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder feit 4 ten laste is gelegd en zal verdachte hiervan vrijspreken.
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier niet vastgesteld kan worden dat verdachte bij de auto is geweest. Verdachte is immers niet bij de auto gezien en het is niet duidelijk of de voetsporen die aangeefster bij de auto heeft gezien ook daadwerkelijk van verdachte zijn geweest. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat het verdachte is geweest die de autoruit heeft vernield.
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, zodat zij verdachte zal vrijspreken van dit onderdeel.
Uit de aangifte blijkt dat aangeefster haar auto op 15 januari 2024 rond 18:00 uur heeft afgesloten en dat zij op 17 januari 2024 rond 08:15 uur heeft opgemerkt dat haar autoruit was ingetikt. Eveneens blijkt uit de aangifte dat de zoon van aangeefster op 16 januari 2024 in de ochtend voetstappen in de sneeuw heeft gezien, echter wordt er door hem geen melding gemaakt van een ingetikt autoruit. Nu niet kan worden vastgesteld dat de ruit is ingetikt in de bewuste nacht, omstreeks het tijdstip waarop verdachte zich in de omgeving van de auto van aangeefster bevond, kan evenmin worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die de autoruit heeft vernield.
Bewezenverklaring ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank acht het onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2024, voor zover inhoudend:
Ik weet dat ik in de nacht van 15 op 16 januari 2024 in [naam] ben beland. Het klopt dat de agenten mij aantroffen in een auto en dat ik een tas met goederen bij mij had. De spullen die in de Jumbo tas zaten, heb ik uit diverse autos gehaald. Ik had sowieso 37,- bij mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 16 januari 2024, opgenomen op p. 62 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024013695 van 5 februari 2024, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen maandag 15 januari 2024 om 23:00 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 7:30 uur Er is iemand naar onze auto toegelopen en heeft in onze auto een aantal spulletjes meegenomen.
Multitool in zwart hoesje
Toyota Verso met kenteken [kenteken]
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 16 januari 2024, opgenomen op p. 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen maandag 15 januari 2024 om 17:30 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 8:30 uur
In de nacht van 16 januari zijn er spullen gestolen uit mijn auto. Het gaat hierbij om een pinpas op mijn naam, kleingeld (ongeveer 10 euro in muntgeld), een usb-c kabel (lang, zwart, zonder adapter).
Volvo Xc40 met kenteken [kenteken]
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 16 januari 2024, opgenomen op p. 77 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen maandag 15 januari 2024 om 23:30 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 4:10 uur Een inbreker heeft onze auto opengemaakt en daarbij mijn portemonnee gestolen.
Volkswagen Touran met kenteken [kenteken]
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 19 januari 2024, opgenomen op p. 80 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen maandag 15 januari 2024 om 16:00 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 11:00 uur
Er is door een onbekende insluiping gedaan in onze auto. Druivensuiker Opel Karl met kenteken [kenteken]
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 20 januari 2024, opgenomen op p. 90 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen maandag 15 januari 2024 om 3:55 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 4:05 uur Er is een zonnebril/skibril, zwart/witte Carrera, uit mijn auto gestolen.
Smart Fortwo Coupe Mhd met kenteken [kenteken]
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 20 januari 2024, opgenomen op p. 92 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen zaterdag 13 januari 2024 om 13:00 uur en vrijdag 19 januari 2024 om 10:00 uur
De deur aan de bestuurderskant van de Mini stond op een klein kiertje. Ik kwam er vandaag achter dat ik een brillendoosje mis. Met daarin een kleine roze zonnebril van Ray Ban
Zonnebrildoosje merk Mini Zonnebril Ray Ban Mini Countryman met kenteken [kenteken]
8. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-14 opgenomen op p. 127 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1
Goednummer: PL0100-2024013402-1680466
Object: Multitool
Bijzonderheden: Multitool met zwart hoesje
9. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-13 opgenomen op p. 125 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1680463
Object: Betaalkaart
Bijzonderheden: Bankpas op naam van [naam]
10. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-12 opgenomen op p. 123 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1680456
Object: Portemonnee
Bijzonderheden: Grote portemonnee met bankpasjes en ov-kaart op naam
11. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-30 opgenomen op p. 135 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1681427
Object: Bril (zonne) Merk/type: Carrera
12. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-33 opgenomen op p. 137 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1681759
Object: Bril (zonne) Merk/type: Ray Ban Bijzonderheden: in brillenkoker van mini (automerk)
13. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-28 opgenomen op p. 132 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1681410
Object: Geld
Totale hoeveelheid: 137,95 EUR
Bijzonderheden: Grote hoeveelheid munten en een aantal bankbiljetten
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2024, opgenomen op p. 32 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] : Na het verhoor zijn wij met een aantal in beslag genomen goederen waarvan aangifte is gedaan naar de aangevers gereden om te kijken of zij de goederen konden herkennen. Wij gingen naar:
[adres] .
Hier spraken we aangever [naam] . Een extra lange, zwarte USB-kabel was in beslag genomen bij verdachte.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2024, opgenomen op p. 37 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Bij verdachte is een grote Jumbo-tas met inhoud aangetroffen. Na teruggave zijn de volgende spullen nog
achtergebleven in de Jumbo-tas:
Dextro snoepjes
Bewezenverklaring ten aanzien van feit 2 primair
De rechtbank acht het onder feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2024, voor zover inhoudend:
Ik weet dat ik in de nacht van 15 op 16 januari 2024 in [naam] ben beland. Het klopt dat de spullen die uit die woning zijn weggenomen bij mij zijn aangetroffen. Ik ben via een open deur het huis binnengetreden. Ik heb de deur gewoon opengemaakt en ik kon zo naar binnen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 16 januari 2024, opgenomen op p. 71 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024013695 van 5 februari 2024, inhoudend als verklaring van [naam] :
Plaats delict: [adres]
Pleegdatum/tijd: tussen dinsdag 16 januari 2024 om 01:00 uur en dinsdag 16 januari 2024 om 05:00 uur
Tussen de genoemde tijdstippen is er iemand in mijn woning geweest. Ik zag iemand met een lampje in de woning schijnen. Later bleek mij dat er geld was weggenomen. Ik mis 30 euro.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2024, opgenomen op p. 73 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Om meer informatie te vergaren heb ik telefonisch gesproken met de schoonzoon van de aangeefster, [naam] . Ik hoorde dat [naam] zei dat er een houtkleurig kistje weggenomen was. Ik hoorde dat [naam] zei dat daarin een ketting met rode kralen zat. Ik hoorde dat [naam] zei dat er mogelijk nog wat sieraden in het kistje zouden kunnen zitten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2024, opgenomen op p. 75 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik was bij aangeefster [naam] voor een mogelijke herkenning van een sieradenkistje met inhoud en enkele horloges. Nadat ik het kistje uit de tas haalde, hoorde ik dat aangeefster zei: Ja, dat is hem. Ik herken deze direct. Hierna toonde ik aangeefster twee zakhorloges en een polshorloge met een rekbare metalen band. Ik hoorde dat aangeefster zei: Hee, die komen uit de keuken, die lagen daar in een laatje.
5. Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0100-2024013402-28 opgenomen op p. 132 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam: [verdachte] Voornamen: [verdachte] Volgnummer 1 Goednummer: PL0100-2024013402-1681410
Object: Geld
Totale hoeveelheid: 137,95 EUR
Bijzonderheden: Grote hoeveelheid munten en een aantal bankbiljetten
Bewezenverklaring ten aanzien van feit 3 primair
De rechtbank acht het onder feit 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2024, voor zover inhoudend:
Ik weet dat ik in de nacht van 15 op 16 januari 2024 in [naam] ben beland. Ik heb de twee kinderzonnebrillen uit één van die autos gehaald. Ik ben via één van de deuren in de auto gekomen. De deur zat niet op slot.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 20 januari 2024, opgenomen op p. 84 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024013695 van 5 februari 2024, inhoudend als verklaring van [naam] :
De zonnebrillen uit de bovenklep zijn verdwenen. Er lagen 2 kinderzonnebrillen in de auto, Mazda [kenteken] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 januari 2024, opgenomen op p. 88 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik heb telefonisch contact gelegd met aangever [naam] . Van de beschrijving van de kinderzonnebrillen herkende ik twee zonnebrillen welke bij de verdachte zijn aangetroffen. Deze zijn in beslag genomen en teruggegeven aan aangever [naam] .
Bewijsoverwegingen feit 1 primair
De rechtbank stelt op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte op 16 januari 2024 de genoemde goederen van aangevers uit hun autos heeft gestolen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal van de goederen die in de tenlastelegging zijn opgenomen onder feit 1 primair, maar die niet bij verdachte zijn aangetroffen. Omdat deze goederen niet bij verdachte zijn aangetroffen en ook niet in de buurt van verdachte zijn aangetroffen tijdens of vlak na zijn aanhouding, kan niet bewezen worden dat verdachte deze goederen heeft gestolen. Het betreft de middenconsole deksel (aangifte 2024013668), werkhandschoenen (aangifte 2024013722), zes blikken bier (merk: Kordaat), een vuuraansteker en sigaretten (aangifte 2024016769).
Bewijsoverwegingen feit 2 primair
Op basis van de hierboven genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte zich op 16 januari 2024 schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak. De rechtbank zal verdachte echter
vrijspreken van diefstal van de twee goudkleurige trouwringen, aangezien deze ringen niet bij verdachte zijn aangetroffen.
Bewijsoverwegingen feit 3 primair
De rechtbank stelt op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal uit de auto van aangeefster waarbij hij twee kinderzonnebrillen heeft gestolen. Deze twee kinderzonnebrillen zijn ook bij verdachte aangetroffen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal van de zonnebril van het merk Polaroid, omdat die zonnebril niet bij verdachte is aangetroffen.