ECLI:NL:RBNNE:2024:1939

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
18-034617-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedrijfsinbraken te Emmen met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1983, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte was betrokken bij bedrijfsinbraken in Emmen, waarbij hij onder andere elektronica en gereedschappen heeft gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich toegang tot de plaatsen van de misdrijven heeft verschaft door middel van braak en verbreking. De officier van justitie had veroordeling gevorderd voor de diefstal van de goederen, en de verdachte heeft een deel van de ten laste gelegde feiten bekend. De rechtbank heeft de bewezenverklaring van de feiten gebaseerd op getuigenverklaringen, camerabeelden en de verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan ambulante behandeling, om recidive te voorkomen. De verdachte heeft een strafblad van 36 pagina's en is eerder veroordeeld tot ISD-maatregelen, maar blijft recidiveren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/034617-24
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 21/001529-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 21 mei 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 mei 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. U. Ural, advocaat te Enschede. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, (onder meer) twee, althans meerdere, monitoren en/of een desktop en/of een muis en/of meerdere inktpatronen en/of een lamineermachine en/of een jas en/of vijf, althans meerdere, tijdschakelaars en/of contantgeld en/of een accu bouwlamp en/of een
emmer met handgereedschap en/of een bos sleutels en/of een laser en adapter, merk: 'Spectra' en/of een schiethamer, merk: 'Spit' en/of meerdere gereedschappen, merk: 'Makita' en/of meerdere gereedschappen, merk: 'Hikoki' en/of een accu vetspuit, merk: 'Lincoln' en/of een generator, merk:
'Honda' en/of een pijpsleutel, merk: 'Ridgid' en/of een kachel, merk: 'Master', in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of Tabak Installatietechniek en/of [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, (onder meer) twee, althans meerdere, monitoren en/of een desktop en/of een muis en/of meerdere inktpatronen en/of een lamineermachine en/of vijf, althans meerdere, tijdschakelaars en/of contantgeld en/of een accu bouwlamp en/of een emmer met
handgereedschap en/of een bos sleutels en/of een laser en adapter, merk: 'Spectra' en/of een schiethamer, merk: 'Spit' en/of meerdere gereedschappen, merk: 'Makita' en/of meerdere gereedschappen, merk: 'Hikoki' en/of een accu vetspuit, merk: 'Lincoln' en/of een generator, merk: 'Honda' en/of een pijpsleutel, merk: 'Ridgid' en/of een kachel, merk: 'Master', althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
2.
hij in of omstreeks de periode tussen 2 december 2023 en 4 december 2023 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, meerdere cadeaubonnen en/of contant geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair en feit 2. Ten aanzien van feit 1 primair heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor diefstal van de beeldschermen
[de rechtbank begrijpt: de goederen, in de tenlastelegging opgenomen als monitoren], bouwradio
[de rechtbank heeft vastgesteld dat de onder verdachte in beslag genomen bouwradio van het merk Perfectpro niet in de tenlastelegging is opgenomen]en gereedschappen die onder verdachte in beslag zijn genomen. De officier van justitie heeft vrijspraak gevraagd voor het wegnemen van de overige goederen en voor braak, verbreking en inklimming. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij de verklaring van verdachte ter terechtzitting omtrent de weggenomen goederen, geloofwaardig acht.
Ten aanzien van feit 2 geldt dat verdachte dit feit heeft bekend. Verdachte staat bovendien op de betreffende camerabeelden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat hij het standpunt van de officier van justitie volgt. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte heeft bekend dat hij de beeldschermen
[de rechtbank begrijpt: de ten laste gelegde monitoren]heeft weggenomen. Wat betreft de overige goederen ontbreekt het aan wettig en overtuigend bewijs dat verdachte deze heeft weggenomen bij een of meer van de onder 1 ten laste gelegde bedrijfsinbraken. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een aantal van de in de tenlastelegging genoemde bij de bedrijfsinbraken gestolen goederen, op zijn beurt, weer heeft weggenomen van een ander. Ten aanzien van de bewezenverklaring van het wegnemen van die goederen van een ander, heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De
raadsman heeft tevens aangevoerd dat verdachte weliswaar op een gegeven moment gestolen goederen te koop aanbiedt, maar dat geen sprake is van heling.
De raadsman heeft zich wat de bewezenverklaring van feit 2 betreft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik in de nacht van vrijdag 26 januari 2024 op zaterdag 27 januari 2024 tegen half vier in de ochtend een tas met twee beeldschermen heb weggenomen vanaf het bouwterrein aan de [adres] in Emmen. Deze tas heb ik onder het hek van het bouwterrein doorgetrokken. Het klopt dat ik de persoon ben op het filmpje met de Makita-koffers, waarin ik deze te koop aanbied. Het klopt ook dat ik meerdere Makita-koffers heb ingeladen bij het Leger des Heils in een Duitse auto op zondag 28 januari 2024. Dat waren de Makita-koffers uit het filmpje.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 januari 2024 opgenomen op pagina 24 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024025197 d.d. 20 februari 2024 inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik ben werkzaam voor [bedrijf] en ben als uitvoerder aanwezig op de bouwplaats aan de
[adres] in Emmen. Ik heb toestemming gekregen om namens [bedrijf] en [bedrijf] aangifte te doen van inbraak.
Afgelopen vrijdag 26 januari 2024 omstreeks 16.15 uur zijn wij van de bouwplaats vertrokken. Wij hebben alle containers in goede orde afgesloten en hebben het hek dat om het terrein zit ook in goede orde afgesloten.
Vanmorgen maandag 29 januari 2024 omstreeks 06.30 uur kwam ik terug op de bouwplaats. Het viel mij op dat er spullen op een pallet stonden die er normaal niet staan. Hierna zag ik dat de deur van mijn container open stond. Ik zag dat er een verdachte zich de toegang had verschaft tot het kantoor door het wc raampje open te breken.
Ik zag vervolgens dat er meerdere containers op het bouwterrein geen slot meer hadden en open stonden. Dit waren containers van ons bedrijf [bedrijf] maar ook van [bedrijf] .
Ik zag dat er uit het kantoor meerdere goederen waren weggenomen. Ik zag dat de volgende goederen uit het kantoor waren weggenomen:
  • 2 PC-monitoren inclusief kabels
  • desktop om de laptop op aan te sluiten
  • muis, merk Logitech
  • inktpatronen voor de printer van het merk Brother (lx zwart en 2x kleur)
  • lamineermachine, merk Fellows, voor A4-formaat
  • winterjas van [bedrijf]
  • 5 tijdschakelaars
  • potje met kleingeld, ongeveer 400 euro in coupures van 50 euro
  • koffie, deo, afwasmiddel, etc.
  • accu bouwlamp, merk Makita
  • emmer met handgereedschap
  • bos sleutels van het terrein
Ik hoorde van collega's dat er een hek aan de kant van Monuta open gedraaid stond.
Ik weet dat er ook allerlei gereedschappen van het merk Makita zijn weggenomen en 2 bouwradio's. Eén bouwradio was van het merk Makita en één van het merk Perfectpro.
Het volgende gereedschap van [bedrijf] is weggenomen:
  • laser + adapter, merk Spectra, type LL300, serienummer BJ20 1616,
  • lader + schiethamer, merk Spit, type 800 Pulsa, serienummer BJ20 800P+
  • acculader combiset, merk Makita, type DC18RC, serienummer BJ20 19036078067
  • invalzaag, merk Makita, type SP6000, serienummer BJ20 487848G
  • bouwstofzuiger, merk Makita, type VC3012L, serienummer BJ20 0827661
  • accu boorhaak zwaar, merk Makita, type DDG460, serienummer BJ23 21647E
  • accu boorschroef, merk Makita, type DDF484, serienummer BJ20 005002Y
  • accu slijptol, merk Makita, type DGA505, serienummer BJ20 25958R
  • accu cirkelzaag, merk Makita, type DHS680, serienummer BJ20 245972R
  • accu boorstofhamer, merk Makita, type DHR281, serienummer BJ20 0004972Y
  • accu slagsleutel, merk Makita, type DTW700, serienummer BJ20 0022415Y
  • accu slagsleutel, merk Makita, type DTW285, serienummer BJ20 430492G
  • accu kitspuit, merk Makita, type DCG180, serienummer BJ21 362990E
  • accu 18V, merk Makita, type 18V 5AH, serienummer BJ21 ABE2422
  • accu 18V, merk Makita, type 18V 5AH, serienummer BJ21 ABE2423
  • accu 18V, merk Makita, type 18V 3AH, serienummer BJ20 ABE2424
  • accu 18V, merk Makita, type 18V 3AH, serienummer BJ20 ABE2425
  • accu 18V, merk Makita, type 18V 5AH, serienummer BJ21 ABE2426 Het volgende gereedschap van [bedrijf] is weggenomen:
  • accu slijptol, merk Hikoki, type G1813DAW2Z, waarde 179 euro
  • accu boormachine, merk Hikoki, type DS18DCW4Z, waarde 215 euro
  • 2 x accu, merk Hikoki, type 380205, waarde 229 euro
  • lx acculader, merk Hikoki, type UC18YSL3W0Z, waarde 60 euro
  • accu vetspuit, merk Lincoln, type FP1882E, waarde 639,81
  • generator, merk, Honda, type EU 22i, waarde 1450 euro
  • pijpsleutel, merk Ridgid, type 36", waarde 280 euro
  • kachel, merk Master, type B3EPB 3,3KW, waarde 95 euro.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2024, opgenomen op pagina 15 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] en [naam] :

Melding nachtopvang:

Op maandag 29 januari 2024 omstreeks 07.55 uur werd ik, verbalisant [naam] , gebeld door de collega's van de 3201. Ik hoorde dat zij naar de nachtopvang van het Leger des Heils moesten aan de [adres] in Emmen. Ik hoorde dat hier een man, naar later bleek verdachte [verdachte] , zou verblijven die mogelijk
met een aggregaat en een tas met ander klein spul op de gang liep. Tevens hoorde ik dat er zaterdagnacht nog collegas waren geweest die monitoren in beslag hadden genomen die verdachte [verdachte] toen bij zich had.

Ter plaatse nachtopvang:

Maandag 29 januari 2024 omstreeks 08.15 uur waren wij, verbalisanten, ter plaatse bij het Leger des Heils. Wij hoorden dat verdachte [verdachte] al het hele weekend onrustig was. Wij hoorden dat hij vrijdag 26 januari 2024 om geld vroeg omdat hij door zijn 50 euro
heen was. Er is hem medegedeeld dat hij niet meer geld kreeg. Na de melding die de collega's gehad hadden zaterdagnacht en nadat zij vertrokken waren, had verdachte [verdachte] aangegeven bij een medewerker van het Leger des Heils en bij de nachtwaker dat hij geen geld meer nodig had en al geld had. Wij hoorden dat verdachte [verdachte] de medewerker en de nachtwaker toen een stapel geld, geschat van 300 tot 500 euro, liet zien. Dit was in coupures van 50 euro.

Kamer verdachte [verdachte] :

Na de aanhouding van verdachte [verdachte] op maandag 29 januari 2024 hebben wij, verbalisanten, rondgekeken in de kamer van verdachte [verdachte] . Wij zagen op het aanrecht een bouwradio staan van het merk Perfectpro. Op het bed van de verdachte zagen wij een hangslot en een kniptang liggen.

Kamer betrokkene [naam] :

Nadat we de kamer bekeken hadden van verdachte [verdachte] hoorden wij, verbalisanten, van de medewerkers van het Leger des Heils dat wij de kamer van betrokkene [naam]
[de rechtbank begrijpt: [naam] ]ook mochten bekijken. Wij hoorden dat er op de camerabeelden te zien was dat verdachte [verdachte] met een groene tas naar de kamer van [naam] was gelopen. Wij zagen dat er een groene tas stond met meerdere handgereedschappen, boren, bitjes, etc. Tevens zagen
wij een lege zak van potgrond in de keuken en hierin zagen wij ook elektrische
apparatuur liggen. Ik, verbalisant [naam] , hoorde hem
[de rechtbank begrijpt: [naam] ]zeggen dat [naam]
[de rechtbank begrijpt: verdachte]dit bij hem had gebracht.

Filmpje te koop aanbieden:

Nadat wij, verbalisanten, beide kamers bekeken hadden kwam collega [naam] bij
ons. Wij zagen dat de collega een filmpje had ontvangen. Wij zagen dat er op dit filmpje allerlei koffers van Makita tegen een schuur aan lagen. Wij hoorden van de medewerkers van het Leger des Heils dat zij de plek herkenden als de muur van de schuur voor de fietsen achter op het terrein. Hierop hebben wij, verbalisanten, de plek bekeken die werd aangewezen. Wij herkenden de plek als de plek van het filmpje.
Ik, verbalisant [naam] , ben door het paadje gelopen tussen de schuur en de bosjes. Ik kwam hierbij uit bij een hek waarvan ik zag dat de bouten hieruit waren gehaald. Ik zag dat je via dit hek op het bouwterrein van de inbraak kwam.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2024, opgenomen op pagina 36 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Op woensdag 31 januari 2024 omstreeks 13:30 uur heb ik, verbalisant [naam] , een onderzoek herkenning gereedschap ingesteld naar aanleiding van het incident gekwalificeerde diefstal welke is gepleegd op het bouwterrein aan de [adres] in Emmen. Ik, verbalisant [naam] , heb hier gesproken met de voorman, [naam] , van het gedupeerde bedrijf [bedrijf] .
Ik heb [naam] de foto's van het handgereedschap, de bouwradio, het beeldscherm en de gereedschapskisten van het merk Makita laten zien.
[naam] herkende de voornoemde goederen als eigendom van [bedrijf] , welke uit de containers vanaf het bouwterrein zijn weggenomen.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 januari 2024, opgenomen op pagina 40 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Op maandag 29 januari 2024 omstreeks 08.00 uur heb ik telefonisch contact gehad met de wijkagent [naam] . Hij had van [naam] enkele afbeeldingen en videos
ontvangen. Op deze afbeeldingen waren vermoedelijk gestolen goederen te zien. Omstreeks 10.00 uur heb ik gebeld met [naam] . Ik hoorde hem zeggen dat hij vandaag om 06.30 uur een bericht had gestuurd via Facebook Marketplace naar ene [verdachte] .
Als snel kwam in het gesprek
[de rechtbank begrijpt: in het gesprek tussen [naam] en [verdachte] ]naar voren dat [verdachte] veel meer handel had. Hierbij stuurde [verdachte] de foto's en videos naar [naam] .
6.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 januari 2024, opgenomen op pagina 57 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant J. [naam] :
Op maandag 29 januari 2024 was ik, [naam] , hoofdinspecteur en werkzaam bij het basisteam Zuidoost- Drenthe, belast met een opsporingsdienst. Deze dag heb ik verdachte [verdachte] tweemaal gehoord.
Tijdens het tweede verhoor is [verdachte] geconfronteerd met twee video's.

Videofragment VID-20240129-WA0028.mp4

Ik hoor een stem tijdens de video. Deze stem herken ik als de stem van de verdachte. Ik herken deze stem doordat ik vandaag bijna twee uur met de verdachte in een verhoor situatie heb gezeten. De stem, intonatie en accent kwamen op mij volledig identiek over. Tevens herkende ik de broek die de persoon op de video draagt als de broek die de verdachte tijdens het verhoor droeg. Het lijkt alsof de verdachte met zijn telefoon aan het filmen is. De verdachte zelf zie ik daarbij niet in beeld. Ik zie alleen de benen van de verdachte en diens
schoenen. Ik zie dat de verdachte een blauwe gehavende spijkerbroek draagt met gaten er in. Ik zie dat de verdachte witte schoenen draagt.
Ik hoor de verdachte in de video het volgende zeggen:
'Luister dan, dit, zie je dit allemaal? Ik ga je nog wat laten zien ja. Kiek.'
Op het moment dat de verdachte dit zegt, zie ik een oranje koffer in beeld staan. Daarna hoor ik de verdachte het volgende zeggen:
'En hier ligt nog, ik weet niet hoe veel, en dit heb ik nou 200 keer. Dus doe een mooi bod, dan mag je alles ophalen.'
Op het moment dat de verdachte dit zegt, zie ik dat er diverse gereedschapskoffers van het merk Makita in beeld staan.
7.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2024, opgenomen op pagina 64 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik zag dat dit een camera was aan de achterzijde van het terrein van het Leger des Heils. Ik zag dat de beelden van zondag 28 januari 2024 waren. Ik zag dat verdachte [verdachte] om 11.46 uur naar voren loopt. Ik zag dat hij een fiets aan de hand had en dat hij op de bagagedrager de eerder genoemde groene Makita-koffer vervoerde. Om 11.51 uur zag ik dat de eerder genoemde Duitse Audi parkeert met de achterzijde naar de bosjes toe. Ik zag dat er meerdere keren door de verdachten en betrokkenen heen en weer gelopen wordt. Er is sowieso twee keer te zien dat verdachte iets naar de auto tilt. Ik zag dat hij de eerste keer een rood/oranje voorwerp die kant op draagt. Ik zag dat hij de tweede keer een groene koffer, welke ik herken als een Makita-koffer naar de auto draagt.
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 januari 2024, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
V = Vraag
A = Antwoord
V= Kun je mij vertellen wie die tas bij jou op de kamer heeft neergezet?
A= Dat is door [verdachte] gedaan, hij heeft de tas op mijn kamer neergezet. V= Wanneer heeft [verdachte] die tas daar neergezet?
A= Van zondag 28 januari op maandag 29 januari 2024. V= Hoe laat was dit ongeveer?
A= Dit was om 06.00 uur.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 diverse goederen die aan [bedrijf] en/of [bedrijf] toebehoorden, heeft weggenomen vanaf het bouwterrein aan de [adres] te Emmen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking. In de nacht/vroege ochtend van zaterdag 27 januari 2024 wordt verdachte aangetroffen met onder andere twee beeldschermen (monitoren), die hij heeft weggenomen van het bouwterrein aan de [adres] te Emmen. Het slachtoffer herkent de beeldschermen als zijn eigendom. Diezelfde nacht wordt verdachte door personeel van het Leger des Heils (in de woonvoorziening van het Leger des Heils aan de [adres] te Emmen, in welke woonvoorziening verdachte op dat moment verbleef) gezien met een stapel contant geld, ongeveer 300,- tot 500,- in briefjes van 50,-. Dit terwijl hij kort daarvoor nog aan personeel van het Leger des Heils had gevraagd om meer geld, omdat hijzelf geen geld meer had. Uit hetzelfde kantoor waar de beeldschermen waar verdachte mee is aangetroffen zijn weggenomen, is ook 400,- contant geld in briefjes van 50,- weggenomen. De verklaring van verdachte dat hij dit geld van iemand, die het goed met hem voorheeft, zou hebben gekregen acht de rechtbank ongeloofwaardig. Verdachte heeft zondag 28 januari 2024 samen met anderen meerdere goederen, waaronder Makita-koffers, ingeladen in een auto. Diezelfde Makita- koffers biedt verdachte een dag later, op 29 januari 2024, vroeg in de ochtend te koop aan via Facebook. Het slachtoffer herkent de Makita-koffers op dit filmpje als zijn eigendom. Op maandagochtend 29 januari 2024 wordt tevens een bouwradio van het merk Perfectpro aangetroffen bij verdachte. Dit betreft de bouwradio van de diefstal waarvan door [bedrijf] aangifte is gedaan. Op de kamer van een medebewoner ( [naam] ) van de woonvoorziening van het Leger des Heils worden meerdere gereedschappen aangetroffen, die verdachte daar op maandagochtend 29 januari 2024 heeft neergezet. Voornoemde goederen worden door het slachtoffer herkend als zijn eigendom.
Concluderend heeft verdachte in de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 meerdere goederen voorhanden gehad die afkomstig waren van diefstal vanaf het bouwterrein aan de [adres] . De uit bovengenoemde bewijsmiddelen blijkende feiten en omstandigheden waaronder verdachte deze goederen voorhanden heeft gehad, maken dat de rechtbank concludeert dat hij deze ook heeft gestolen. Met name is in dit verband relevant dat verdachte de betreffende goederen in het weekend waarin deze zijn ontvreemd, voorhanden heeft gehad en voor een deel ook heeft aangeboden en geleverd aan derden. Daarbij is voor de rechtbank ook van belang dat verdachte over die aanwezigheid van deze goederen verschillende verklaringen heeft afgelegd en deze verklaringen meermalen heeft aangepast. De rechtbank acht de verklaringen die verdachte hierover heeft afgelegd, in samenhang met de verdere inhoud van voornoemde bewijsmiddelen, niet aannemelijk. De rechtbank acht het ten laste gelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 mei 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2023, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 primair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 te Emmen onder meer twee monitoren, een desktop, een muis, meerdere inktpatronen, een lamineermachine, een jas, vijf tijdschakelaars, contant geld, een accu bouwlamp, een emmer met handgereedschap, een bos sleutels, een laser en adapter, merk: 'Spectra', een schiethamer, merk: 'Spit', meerdere gereedschappen, merk: 'Makita', meerdere gereedschappen, merk: 'Hikoki', een accu vetspuit, merk: 'Lincoln', een generator, merk: 'Honda', een pijpsleutel, merk: 'Ridgid' en een kachel, merk: 'Master', die aan [bedrijf] en/of [bedrijf] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking.
2.
hij in de periode tussen 2 december 2023 en 4 december 2023 te Emmen meerdere cadeaubonnen en contant geld die/dat aan [slachtoffer] toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
primair diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie heeft daarbij oplegging van bijzondere voorwaarden gevorderd, te weten een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan (nadere) diagnostiek, ambulante behandeling, begeleid wonen en middelencontrole.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat oplegging van een ISD-maatregel, zoals geadviseerd wordt door de reclassering, gelet op enerzijds de korte periode sinds het aflopen van de vorige ISD-maatregel en anderzijds de doelen van oplegging van een ISD-maatregel, niet opportuun is.
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 of 3 jaren. De raadsman heeft daarbij oplegging van bijzondere voorwaarden verzocht, te weten een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan (nadere) diagnostiek, ambulante behandeling, begeleid wonen en middelencontrole.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsadviezen d.d. 30 januari 2024, 12 februari 2024 en 18 maart 2024, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 april 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode tussen 2 december 2023 en 4 december 2023 schuldig gemaakt aan diefstal door in te breken in een bloemenwinkel te Emmen en daar meerdere cadeaubonnen en contant geld weg te nemen. Daarnaast heeft verdachte zich in de periode tussen 26 januari 2024 en 29 januari 2024 schuldig gemaakt aan diefstal door in te breken in containers op een bouwterrein en uit deze containers/ van dit bouwterrein een grote hoeveelheid aan electronica, gereedschappen en andere goederen weg te nemen. De waarde van de weggenomen goederen is duizenden euros.
De rechtbank acht de bewezenverklaarde feiten ernstige strafbare feiten, waaruit blijkt dat verdachte geen enkel respect heeft voor de eigendommen van anderen. Verdachte heeft door op deze wijze te handelen enkel gedacht aan zijn eigen geldelijk gewin. De rechtbank neemt bij de strafoplegging tevens in aanmerking dat verdachte zowel bij de politie als ter terechtzitting weinig verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande de bewezenverklaarde feiten oplegging van een gevangenisstraf voor een langere duur rechtvaardigen.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
Verdachte heeft blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 april 2024 een strafblad van 36 paginas, voornamelijk bestaande uit vermogensdelicten. Aan verdachte is al driemaal eerder een ISD-maatregel opgelegd, waarvan de laatste eind 2023 werd afgesloten. Binnen een zeer korte periode na afloop van de maatregel is verdachte wederom meermalen gerecidiveerd. Voorgaande weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
De reclassering schrijft in haar advies van 18 maart 2024 dat justitiële interventies tot nu toe niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Verdachte blijft recidiveren en het recidiverisico wordt hoog ingeschat. Uit het onderzoek van de reclassering komen de leefgebieden financiën, sociaal netwerk, middelengebruik, psychosociaal functioneren en houding naar voren als belangrijke criminogene factoren. Verdachte functioneert op een licht verstandelijk beperkt niveau en er bestaat een vermoeden van het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS), wat zou maken dat verdachte niet ontvankelijk is voor de ingezette maatregelen. Daarnaast wordt een langdurig patroon van antisociaal gedrag gezien, waarbij verdachte het anderen verwijt dat eerdere trajecten mislukten. Het lukt hem niet om zijn eigen aandeel te zien. Er is sprake van langdurige middelenafhankelijkheid in de vorm van het gebruik van alcohol, medicatie en soft- en harddrugs. Verdere problemen zijn gelegen op het gebied van huisvesting en dagbesteding. Er worden geen beschermende factoren gezien. De reclassering vraagt zich af of het de verslavings- of persoonlijkheidsproblematiek, de licht verstandelijke beperking of FAS is dat maakt dat verdachte niet leert van eerdere interventies. Verdachte heeft tot nu toe elke vorm van onderzoek geweigerd. Ter terechtzitting heeft verdachte zich echter bereid verklaard mee te werken aan de bijzondere voorwaarden zoals gevorderd door de officier van justitie, waaronder meewerken aan nader gedragskundig onderzoek. De ter terechtzitting aanwezige reclasseringswerker dhr. [naam] heeft aangegeven dat hij de kans dat verdachte zich zal houden aan bijzondere voorwaarden, gelet op de voorgeschiedenis van verdachte, inschat als zeer laag.
Op te leggen straf
De reclassering heeft in haar advies van 18 maart 2024 geadviseerd tot oplegging van een ISD-maatregel. Reeds nu de officier van justitie ter terechtzitting de oplegging van een ISD-maatregel niet heeft gevorderd, kan de rechtbank thans niet overgaan tot oplegging van deze maatregel.
De rechtbank zal een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, nu de rechtbank met betrekking tot het onder 1. primair ten laste gelegde meer bewezen acht dan de officier van justitie.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de ernst van het bewezenverklaarde en de persoon van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat oplegging aan verdachte van een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden is. Het voorwaardelijk strafdeel dient als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat hij zich nogmaals schuldig maakt aan een (soortgelijk) strafbaar feit. Ondanks dat de kans op slagen door de reclassering wordt ingeschat als laag, ziet de rechtbank aanleiding verdachte een kans te bieden te laten zien dat hij ditmaal wel bereid is zich te houden aan bijzondere voorwaarden. Derhalve zullen aan dit voorwaardelijk strafdeel tevens, ter voorkoming van recidive, bijzondere voorwaarden worden verbonden. Deze bijzondere voorwaarden zijn een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan (nadere) diagnostiek, ambulante behandeling, begeleid wonen en middelencontrole.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat een deel van de bij verdachte inbeslaggenomen goederen, te weten een hangslot (merk: Castle), een stuk bouwmateriaal (een houten plakje met cijfers erop), een portemonnee met opzetbitjes voor een boormachine en een brillenkoker met diverse boren, worden verbeurdverklaard op grond van artikel 33a lid 1 sub b jo. lid 2 sub b Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie heeft gevorderd dat de overige inbeslaggenomen goederen worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken, te weten [bedrijf] en/of [bedrijf] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat de inbeslaggenomen goederen betreft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht een deel van de bij verdachte inbeslaggenomen goederen te weten een hangslot (merk: Castle), een stuk bouwmateriaal (een houten plakje met cijfers erop), een portemonnee met opzetbitjes voor een boormachine en een brillenkoker met diverse boren vatbaar voor verbeurdverklaring op grond van artikel 33a lid 1 sub b jo. lid 2 sub b Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal voornoemde goederen verbeurdverklaren. De rechtbank zal wat betreft de overige inbeslaggenomen goederen gelasten dat deze worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken, te weten [bedrijf] en/of [bedrijf] .

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk arrest van 14 december 2022 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 29 december 2022. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 28 maart 2024 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
De verdediging heeft primair verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen en zich subsidiair gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 8 (acht) maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
1. Veroordeelde meldt zich, na uitnodiging door de reclassering, bij Reclassering Nederland (Eekbrouwersweg 6, 5233 VG s-Hertogenbosch, telefoonnummer 088-8041504) op de door de reclassering aangegeven dag, tijd en plaats, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Binnen het toezicht volgt veroordeelde de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden.
Meewerken aan diagnostiek en ambulante behandeling
2. Veroordeelde werkt mee aan diagnostisch onderzoek en laat zich behandelen door een nader door de reclassering te bepalen zorgverlener. De behandeling start op aanwijzing van de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
3. Indien de reclassering dit noodzakelijk acht verblijft veroordeelde in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Meewerken aan middelencontrole
4. Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen goederen:

  • 1 STK Hangslot (Castle)
  • 1 STK Brillenkoker (met diverse boren)
  • 1 STK Portemonnee (met diverse opzetbitjes)
1 STK Bouwmateriaal (houten plakje met cijfers erop)
Gelast de teruggaveaan [bedrijf] ( [adres] ) van de in beslag genomen goederen (voor zover nog niet teruggegeven):
  • 1 STK Radio (Perfectpro)
  • 1 STK Tang
  • 10 STK Boor (5.0 MM X 160 MM)
  • 3 STK Boor (6MM 100/170MM)
- 1 STK Boor (6.5MM X 150/210MM)
  • 1 STK Gereedschap (Chrome vanadium)
  • 1 STK Meetapparatuur (Spectra Precision)
  • 8 STK Boor (3 X 16MM, 1 X 14MM, 2 X 20MM, 1 X 18MM, 1 X 12MM)
  • 1 STK Hogedrukspuit
  • 1 STK Slijpschijf (Pferd)
  • 170 STK Boor (Labor Hss-G)
  • 1 STK Plakband (Kelofort)
  • 1 STK Beeldscherm (Iiyama)
  • 1 STK Boor (Bosch)
  • 1 STK Beeldscherm (Iiyama)
  • 1 STK Boor (Rex)
  • 1 STK Boor (15 MM)
  • 1 STK Schroevendraaier
  • 1 STK Gereedschap (moersleutel)
  • 2 STK Boor (houtboor 1 X 18 MM en 1 X 22 MM)
  • 11 STK Gereedschap (opzetmessen voor stanleymes)
  • 1 STK Compressor
  • 1 STK Stanleymes
  • 1 STK Schroevendraaier
Gelast de teruggaveaan [bedrijf] ( [adres] ) van de in beslag genomen goederen (voor zover nog niet teruggeven):
  • 1 STK Boormachine (Bosch)
  • 1 STK Verfspuit
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 21/001529-21:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 december 2022, te weten:
een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mr. H. van der Werff en mr. R. ter Haar, rechters, bijgestaan door mr. T.M. Nijmeijer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 mei 2024.
Mr. H. van der Werff is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.