ECLI:NL:RBNNE:2024:1928

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
17.730209.19
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde wegens seksueel misbruik en kinderpornografie

Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde, geboren in 1979, die momenteel verblijft in een instelling. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd en de voorwaarden gewijzigd. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling te verlengen, wat door de veroordeelde en zijn raadsman niet werd betwist. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkingstelling destijds is opgelegd voor misdrijven die de onaantastbaarheid van het lichaam van personen aantasten, waardoor verlenging mogelijk is.

De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen en de reclassering in overweging genomen. De veroordeelde is gediagnosticeerd met een pedofiele stoornis en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Er is een hoge kans op recidive zonder de huidige behandeling en toezicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen vereist dat de terbeschikkingstelling wordt voortgezet. De voorwaarden zijn aangepast om de behandeling en controle te optimaliseren, waaronder het innemen van libidoremmende medicatie en het toezicht op internetgebruik.

De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling verder gespecificeerd, met nadruk op het voorkomen van contact met minderjarigen en het naleven van afspraken met de reclassering.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18.730209.19
Beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 14 mei 2024 in de rechtbank Noord-Nederland
in de zaak tegen

[verdachte]

geboren op [geboorte datum] 1979 te [geboorte plaats] , thans verblijvende in [instelling] , hierna te noemen: de veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 mei 2024, waarbij aanwezig waren de veroordeelde en diens raadsman mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, de officier van justitie mr. H.J. Veen en namens de reclassering als deskundige mevrouw [naam] .
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het verlengingsadvies van het Leger des Heils Noord-Nederland, opgemaakt door mevrouw [naam] , van 3 april 2024 en de voortgangsverslagen.
De rechtbank heeft voorts gelet op het advies als bedoeld in artikel 6:6:12, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), opgemaakt op 24 april 2024 door forensisch psycholoog P.E. Geurkink.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 23 oktober 2020 heeft de rechtbank de veroordeelde veroordeeld wegens seksueel misbruik van twee pleegzussen en een nichtje, welke ten tijde van de delictplegingen de leeftijd van twaalf jaren nog niet hadden bereikt. Tevens is hij veroordeeld wegens het in bezit hebben, vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. Aan de veroordeelde is naast een gevangenisstraf van vier jaren een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 27 mei 2022.
Het advies van de instelling
In het hiervoor genoemde verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. Daarbij wordt geadviseerd de formulering van een aantal voorwaarden te wijzigen. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
De veroordeelde is gediagnostiseerd met een pedofiele stoornis en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en ontwijkende trekken. Er is sprake van een instabiel zelfbeeld, waarbij de veroordeelde ten tijde van de delictplegingen mede zijn identiteit ontleende aan de rol en status die hij zichzelf toedichtte binnen het (online) pedofielennetwerk. De delictrisicos bestaan uit het zich seksueel aangetrokken voelen tot pre-puberale meisjes, het gebruik van ontremmende middelen zoals alcohol en cocaïne, ongezonde coping bij stress en spanningen, gevoelens van eenzaamheid, geringe aansluiting bij volwassenen en spanningen in partnerrelaties. Alhoewel de veroordeelde deelneemt aan de behandelmodules, probeert hij met name in groepsgerichte therapieën confrontaties met anderen te vermijden waardoor onduidelijk blijkt wat er daadwerkelijk in hem omgaat. Naarmate hij langer in hetzelfde behandelmilieu verblijft maakt hij kleine stapjes en spreekt hij zich vaker uit. Er is gebleken dat veroordeelde nog steeds een sterke focus heeft op het verkrijgen van seksuele prikkels door het zien van minderjarige meisjes. Om deze drang tegen te gaan is hij in november 2023 gestart met het innemen van libido remmende middelen. De verwachting is dat nog voor langere tijd een intensief klinisch behandeltraject nodig is, gevolgd door een ambulant hulpverleningstraject. Het kader van een tbs met voorwaarden, biedt de mogelijkheid om dit traject langdurig te monitoren en te toetsen hoe veroordeelde het geleerde weet toe te passen in de praktijk en hoe hij omgaat met een toename van vrijheden. Zonder een dergelijk strafrechtelijk kader wordt de kans op recidive ingeschat als hoog.
Gelet op het feit dat de veroordeelde nog langere tijd intensieve klinische behandeling nodig heeft binnen een forensisch kader, de kans op recidive ingeschat wordt als hoog zonder dit kader en stapsgewijs getoetst dient te worden hoe veroordeelde omgaat met een uitbreiding van vrijheden, adviseren wij het huidige kader van de maatregel tbs met voorwaarden met de duur van twee jaren te verlengen.
Daarnaast wordt geadviseerd om voorwaarde 15 te laten vervallen en de voorwaarden 4, 5, 7, 10 en 14 te wijzigen.
De deskundige [naam] heeft tijdens de terechtzitting van 14 mei 2024 het advies, inclusief het wijzigen van een aantal voorwaarden, bevestigd.
In het hiervoor genoemde psychologisch onderzoek van 24 april 2024 wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. Het advies houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Bij veroordeelde is sprake een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogen als een ziekelijke stoornis der geestvermogens, in de zin van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vooral vermijdende trekken en een pedoele stoornis van het niet-exclusieve type. Daarnaast was er in het verleden een verslaving aan middelen. De stoornis in het gebruik van cannabis en een stoornis in het gebruik van stimulantia zijn matig van ernst in een gereguleerde omgeving.
Er kan worden gesteld dat bij de veroordeelde de vermijdende persoonlijkheidsstructuur in combinatie met zijn nog steeds actuele pedofiele gevoelens, de motor is achter de kans op herhaling. Als de veroordeelde nu volledig uit zorg zou raken dan is het voorstelbaar dat hij opnieuw voortgedreven door zijn pedofiele gevoelens, op zoek gaat naar contact met potentiële slachtoffers en dit contact op termijn ook uitbouwt naar pedoseksuele handelingen. De kans hierop uit zorg en toezicht is hoog te noemen en al op de korte termijn. Binnen de context van de tbs-behandeling in een FPK is de kans op herhaling klein en ook bij de inzet van (on)begeleid verlof, waarbij er nu voldoende toezicht is.
Geadviseerd wordt om de maatregel tbs met voorwaarden met de duur van twee jaren te verlengen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren. Daarbij heeft de officier gevorderd de voorwaarden te wijzigen zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De veroordeelde heeft daarnaast ingestemd met wijziging van de voorwaarden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de in het onderliggende vonnis voorkomende bewezenverklaring, kwalificatie en motivering van de opgelegde straf en maatregel, vast dat het evident is dat de terbeschikkingstelling destijds is opgelegd ter zake van een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat de maatregel niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormelde adviezen, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. Er is een hoge kans op herhaling. Veroordeelde maakt nog maar sinds kort kleine stapjes in de behandeling van zijn psychische stoornissen en bij hem ontstaat er langzamerhand steeds meer ziektebesef. De rechtbank ziet ook dat hij nog enkel onbegeleid op verlof mag binnen het terrein van de kliniek. Gelet hierop acht de rechtbank het noodzakelijk dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt gecontinueerd en de reclassering betrokken blijft.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
Daarbij bepaalt de rechtbank dat de voorwaarden 4, 5, 7, 10 en 14 worden gewijzigd, met daarbij opgemerkt dat bij voorwaarde 4 aan het onderdeel 'het innemen van medicijnen' wordt toegevoegd dat het om libidoremmende medicatie gaat.
Daarnaast zal voorwaarde 15 geschrapt worden en blijven de overige voorwaarden onveranderd.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren en wijzigt de voorwaarden, zodat deze als volgt komen te luiden:
veroordeelde maakt zich gedurende de maatregel niet schuldig aan een strafbaar feit;
veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat: - veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
  • veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit isnodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen;
  • veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingengeven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto isnodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
  • veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling doorandere instellingen of hulpverleners;
  • veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;- veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde als dat van belang is voor het toezicht;
  • veroordeelde geeft inzicht in alle leefgebieden waarvan de reclassering dat noodzakelijk acht;
3. veroordeelde laat zich opnemen in [instelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door dejustitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Indien nodig werkt veroordeelde mee aan overbruggingszorg;
4. veroordeelde laat zich behandelen door een ambulante zorgverlener, te bepalen door de reclassering.De behandeling start zodra de reclassering dit indiceert. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen (libidoremmende medicatie) vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
5. veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, indiengeïndiceerd door de reclassering en te bepalen door de reclassering. Het verblijf kan starten zodra de klinische opname is beëindigd. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
6. veroordeelde werkt, indien de reclassering dat nodig acht, mee aan ambulante begeleiding bij eeninstelling voor (forensische) ambulante begeleiding en/of woonondersteuning;
7. veroordeelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclasseringgoedgekeurde dagbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
8. veroordeelde gebruikt geen alcohol en drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De reclasseringbepaalt hoe vaak en op welke wijze veroordeelde wordt gecontroleerd;
9. veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de slachtoffers[naam] , [naam] en [naam] . Eventueel contactherstel vindt plaats in overleg met en na toestemming van de reclassering. Tevens heeft of zoekt hij op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met medeverdachten;
10. veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contactenzoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat leden van het professionele netwerk, de reclassering of door de reclassering gescreende sociale contact(en) hierbij aanwezig zijn;
11. veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan wordenverkregen;
  • gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigenwordt gecommuniceerd;
Veroordeelde bespreekt met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. Veroordeelde werkt mee aan controle op digitale gegevensdragers.
Indien geïndiceerd kan deze controle plaatsvinden door de politie;
12. veroordeelde houdt zich aan afspraken met het behandelteam en de reclassering ten aanzien van zijninternetgebruik en social media en werkt mee aan controles hierop;
12. veroordeelde geeft openheid over zijn sociale netwerk. Bij het aangaan van een relatie stelt hij dereclassering hiervan direct in kennis en neemt hij indien geïndiceerd deel aan systeemgerichte interventies;
12. als de reclassering dat nodig vindt en veroordeelde daarmee instemt, kan veroordeelde voor een timeout worden opgenomen in een FPK of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.T. Kooistra, voorzitter, mr. M.J. Dijkstra en mr. L.S. Langius, rechters, bijgestaan door mr. S.J. Boersma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 14 mei 2024.