3.(ZD4)
hij in de periode van 28 november 2019 tot en met 12 januari 2020 te Groningen een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen, met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren door
- op 12 januari 2020 te Groningen op Marktplaats.nl een advertentie voor een pakket Lego Harry Potter Hogwarts Castle te plaatsen/onderhouden, waarop [slachtoffer 7] heeft gereageerd en 300,45 heeft betaald
- op 28 november 2019 te Groningen op Marktplaats.nl een advertentie voor een Bosse Sound Touch 30 serie 3 te plaatsen/onderhouden, waarop [slachtoffer 8] heeft gereageerd en
- op 25 december 2019 te Groningen op Marktplaats.nl een advertentie voor een Lego technic Bugatti Chiron te plaatsen/onderhouden, waarop [slachtoffer 9] heeft gereageerd en 231,95 heeft betaald
- op 29 december 2019 te Groningen op Marktplaats.nl een advertentie voor een Lego Technic Bugatti Chiron te plaatsen/onderhouden, waarop [slachtoffer 10] heeft gereageerd en 206- heeft betaald
- op 1 december 2019 te Groningen op Marktplaats.nl een advertentie voor een videokaart (EVGA GeForce GTX 1080 Ti FTW3 Gaming) te plaatsen/onderhouden, waarop
[slachtoffer 11] heeft gereageerd en 309,30 heeft betaald;
5.
hij in de periode van 18 april 2021 tot en met 12 augustus 2021 te Groningen en/of elders in Nederland, niet-openbare gegevens, te weten
- circa 952 afbeeldingen met daarop leads, bevattende persoonlijke gegevens van derden, aangetroffen op de in augustus 2021 inbeslaggenomen Apple iPhone 12 (Promax) van verdachte;
- circa 768 afbeeldingen met daarop leads, bevattende persoonlijke gegevens van derden, aangetroffen op de in april 2021 inbeslaggenomen Apple iPhone 11 Pro van verdachte,
heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen van deze gegevens wist dat deze door misdrijf waren verkregen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd; en oplichting;
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
een beroep of een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren;
5. niet-openbare gegevens verwerven of voorhanden hebben, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist dat deze door misdrijf zijn verkregen, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank niet tot bewijsuitsluiting komt, heeft de raadsman verzocht om het vormverzuim te verdisconteren in de strafmaat. Voor het overige heeft de raadsman de rechtbank verzocht om bij de strafmaat rekening te houden met het tijdsverloop, de jeugdige leeftijd van verdachte en het ontbreken van relevante documentatie. De raadsman heeft de rechtbank in overweging gegeven om meermaals (ten aanzien van de diverse bewezenverklaarde feiten) de maximale taakstraf van 240 uur op te leggen in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur dan het reeds ondergane voorarrest.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakt rapportage, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie
en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan bankhelpdeskfraude, in de vorm van het medeplegen van oplichting, diefstal met valse sleutels en het voorhanden hebben van leads. Verdachte en/of zijn medeverdachte(n) hebben zich in telefoongesprekken met de slachtoffers voorgedaan als een bankmedewerker van de Rabobank en gezegd dat criminelen (in het buitenland) bezig waren geld van hun rekening te halen. Vervolgens hebben ze de slachtoffers overgehaald om hun geld over te boeken naar (een) veilige bankrekening(en). Vanaf deze bankrekening(en) hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n) het geld doorgestort naar verschillende platformen voor de handel in cryptovaluta.
Vervolgens is het geld onder de daders verdeeld.
Bankhelpdeskfraude is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. Verdachte en zijn medeverdachten hebben misbruik gemaakt van het gewekte vertrouwen van de door hen zorgvuldig uitgekozen (oudere) slachtoffers, die dachten dat zij op deze wijze konden voorkomen dat zij veel geld zouden kwijtraken. Het tegendeel bleek waar. Hierdoor is niet alleen het vertrouwen dat de slachtoffers in het digitale betalingsverkeer en het bankwezen hadden, geschaad, maar ook hun gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens is in ernstige mate aangetast. Verdachte heeft enkel uit financieel gewin gehandeld en heeft geen oog gehad voor de kwetsbaarheid en de belangen van de slachtoffers. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan vijf gevallen van Marktplaatsfraude. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen dat de aangevers mochten hebben in een eerlijke afhandeling van de transactie ernstig beschaamd en heeft hij hen financiële schade berokkend.
Verdachte heeft zich enkel beroepen op zijn zwijgrecht. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden en de gevolgen voor de slachtoffers.
Gelet op de aard en omvang van de bewezenverklaarde feiten is de rechtbank van oordeel dat slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met opgelegde straffen in soortgelijke zaken, waarbij ook de omvang van het benadelingsbedrag is meegewogen.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport. In dit rapport wordt onder meer aangegeven dat er geen sprake is van schulden of middelenproblematiek. Bij een veroordeling is er wel sprake van een
pro-criminele houding waarbij er bewust voor is gekozen om mensen op een slinkse wijze geld afhandig te maken. Bij dergelijk delictgedrag hebben interventies of toezicht geen meerwaarde. De reclassering adviseert derhalve een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De rechtbank zal enkel met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn. Met betrekking tot de overige feiten zal de rechtbank hiermee geen rekening houden. Bij deze feiten is de redelijke termijn gaan lopen op 5 april 2022. Dit betreft het moment dat verdachte is aangehouden en in verzekering is gesteld. Dit betekent dat de redelijke termijn slechts met enkele dagen is overschreden. De rechtbank zal derhalve volstaan met deze constatering.
Omdat de rechtbank anders dan de officier van justitie tot een vrijspraak komt voor het onder 4 ten laste gelegde komt de rechtbank tot een iets lagere straf dan door de officier van justitie is geëist. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Benadeelde partij
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 11] , tot een bedrag van 309,30 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 9] , tot een bedrag van 231,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 10] , tot een bedrag van 206,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 7] , tot een bedrag van 99,95 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezenverklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat geen beslissing genomen hoeft te worden over het beslag aangezien er nog een ontnemingsprocedure zal volgen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het inbeslaggenomen geld teruggegeven moeten worden aan verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank gelast de teruggave van het inbeslaggenomen geld aan verdachte. De rechtbank ziet geen grond voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van dit geld.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57, 63, 139g, 311, 326 en 326e van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 11]te betalen:
- het bedrag van 309,30 (zegge: driehonderd negen euro en dertig cent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 11] aan de Staat te betalen een bedrag van 309,30 (zegge: driehonderd negen euro en dertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2019 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 6 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 9]te betalen:
- het bedrag van 231,95 (zegge: tweehonderd eenendertig euro en vijfennegentig cent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 9] aan de Staat te betalen een bedrag van 231,95 (zegge: tweehonderd eenendertig euro en vijfennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 december 2019 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 10]te betalen:
- het bedrag van 206,00 (zegge: tweehonderd zes euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 december 2019 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 10] aan de Staat te betalen een bedrag van 206,00 (zegge: tweehonderd zes euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2019 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 4 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 7]te betalen:
- het bedrag van 99,95 (zegge: negenennegentig euro en vijfennegentig cent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 januari 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 7] aan de Staat te betalen een bedrag van 99,95 (zegge: negenennegentig euro en vijfennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2020 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven 595,20.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. J. Faber, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 mei 2024.
Mr. Faber is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpaginas, betreft dit tenzij anders vermeld de paginas van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021080359 d.d. 1 september 2022 (onderzoek DKW / NN2R021028).
2 proces-verbaal onderzoek gsm/simkaart(en)/geheugenkaart(en) d.d. 17 mei 2021, opgenomen op pagina
3 proces-verbaal onderzoek gsm/simkaart(en)/geheugenkaart(en) d.d. 16 augustus 2021, opgenomen op
pagina 799, kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 784, en proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 oktober 2021, opgenomen op pagina 800.
4 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 15 augustus 2021, opgenomen op pagina 548 e.v.
5 proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 maart 2022, opgenomen op pagina 539 e.v.
6 proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 augustus 2021, opgenomen op pagina 1162 e.v., en proces-
verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2022, opgenomen op pagina 1206 e.v.
7 proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 563 e.v.
8 proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2021, opgenomen op pagina 1116 e.v.
9 proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 maart 2022, opgenomen op pagina 1203 e.v.
10 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 2] d.d. 4 februari 2021, opgenomen op pagina 1028 e.v.
11 proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2022, opgenomen op pagina 1009 e.v.
12 proces-verbaal van verhoor getuige [naam] bij de rechter-commissaris d.d. 16 januari 2024.
13 proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 22 januari 2024, opgenomen in aanvullend proces-
14 proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2024, opgenomen in aanvullend proces-verbaal.
15 proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 maart 2022, opgenomen op pagina 1009 e.v.
16 proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2022, opgenomen op pagina 1303 e.v.
17 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 579 e.v.
18 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2022, opgenomen op pagina 925 e.v.
19 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 4] d.d. 21 maart 2021, opgenomen op pagina 184 e.v.
20 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 579 e.v.
21 proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2022, opgenomen op pagina 902 e.v.
22 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 579 e.v.
23 proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 augustus 2022, opgenomen op pagina 1809 e.v.
24 proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 13 juli 2022, opgenomen op pagina 2752 e.v.
25 proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2022, opgenomen op pagina 1458 e.v.
26 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 579 e.v.
27 proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2022, opgenomen op pagina 1549 e.v.
28 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2022, opgenomen op pagina 579 e.v.
29 proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2022, opgenomen op pagina 985 e.v. en proces-verbaal van
bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 987 e.v.
30 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 5] d.d. 12 maart 2021, opgenomen op pagina 1770 e.v., en
proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 maart 2022, opgenomen op pagina 1790 e.v.
31 proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 maart 2022, opgenomen pagina 1793 e.v.
32 proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2022, opgenomen op pagina 1796 e.v.
33 proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 april 2022, opgenomen op pagina 1308 e.v.
34 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2022, opgenomen op pagina 1458 e.v.
35 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 3] d.d. 8 maart 2021, opgenomen op pagina 203 e.v.
36 proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 maart 2022, opgenomen op pagina 948 e.v.
37 proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2022, opgenomen op pagina 1549 e.v.
38 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 6] d.d. 9 maart 2021, opgenomen op pagina 1575 e.v.
39 proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 juni 2022, opgenomen op pagina 1549 e.v.
40 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 8] d.d. 26 november 2021, opgenomen op pagina 165 e.v.
41 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 11] d.d. 26 november 2021, opgenomen op pagina 180 e.v.
42 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 9] d.d. 26 november 2021, opgenomen op pagina 172 e.v.
43 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 10] d.d. 26 november 2021, opgenomen op pagina 176 e.v.
44 proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 7] d.d. 26 november 2021, opgenomen op pagina 156 e.v.
45 proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2022, opgenomen op pagina 837 e.v., en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 juni 2021, opgenomen op pagina 260 e.v.
46 proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2022, opgenomen op pagina 1458 e.v.
47 proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 april 2022, opgenomen op pagina 925 e.v.