Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2 en 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gepleit conform de richtlijnen van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van vier maanden voor het aantreffen van een wapen en munitie.
Mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring van het onder feit 3 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw subsidiair gepleit voor het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden, eventueel met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat, nu er geen onderzoek heeft plaatsgevonden naar de kwalificatie van de voorwerpen op de aangetroffen afbeeldingen, de strafmaat ernstig dient te worden gematigd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdachte.
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 8 maart 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeer ernstige feiten. Gedurende een periode van ongeveer een jaar heeft hij zich beziggehouden met de handel in wapens en munitie. Door zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in Nederland voorhanden zijn van vuurwapens, met alle verstrekkende gevolgen van dien.
Daarnaast had verdachte een geladen revolver en munitie in de woning waar hij verbleef liggen. Het vuurwapen was gereed voor gebruik en werd door verdachte bewaard in een niet afgesloten kast, terwijl er jonge kinderen in de woning verbleven. Verdachte heeft dit wapen ook bij zich gedragen in de openbare ruimte, in ieder geval in een restaurant. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de reeds bestaande (gevoelens van) onveiligheid als gevolg van de aanwezigheid van vuurwapens in de maatschappij. De maatschappij raakt ontwricht door het sterk toegenomen wapenbezit en het gebruik daarvan. Verdachte heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd en de rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. Hij heeft slechts oog gehad voor zijn eigen (potentiële) financiële gewin.
De reclassering heeft op 26 januari 2024 over verdachte gerapporteerd. De reclassering rapporteert dat verdachte zijn eerder gegeven toestemming tot het verwerken van zijn informatie heeft ingetrokken en zij onvoldoende zicht hebben op zijn actuele leefsituatie om verbanden te kunnen leggen tussen het delict en de leefgebieden. De reclassering heeft vernomen dat verdachte volgens de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) ongewenst vreemdeling is. Voorde reclassering is het niet mogelijk een inschatting te maken van de kans op herhaling of onttrekking aan voorwaarden en vinden zij eventuele interventies niet uitvoerbaar vanwege de huidige vreemdelingenstatus van verdachte.
Voor de bepaling van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (verder: LOVS).
De rechtbank zoekt aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS van het voorhanden hebben van een wapen categorie III in een openbare ruimte. Hiervoor geldt als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden.
De rechtbank zal daarnaast rekening houden met de volgende strafvermeerderende factoren: het vuurwapen was geladen, binnen handbereik van verdachte en in de omgeving van (kleine) kinderen.
Voor de handel in wapens zijn geen oriëntatiepunten van het LOVS. De rechtbank heeft voor de bepaling van de straf gekeken naar straffen in soortgelijke zaken.
De rechtbank is van oordeel dat oplegging van een vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door afdoening met een lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf miskend zouden worden. De rechtbank is, alles overwegend, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de aangetroffen en inbeslaggenomen sieraden verbeurd te verklaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat de inbeslaggenomen sieraden dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een revolver en patroon, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu zij bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen en zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De rechtbank acht de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een zwarte iPhone en een roze iPhone vatbaar voor verbeurdverklaring nu feit 3 met behulp van deze voorwerpen is begaan en deze toebehoren aan verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een goudkleurige ketting met de tekst babygirl, een goudkleurige ketting met steentjes, een goudkleurige armband met steentjes, een dikke goudkleurige schakelarmband en een zilverkleurig horloge met blauw/paarse wijzerplaat moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot: een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen iPhone roze en iPhone zwart.