ECLI:NL:RBNNE:2024:1854

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
18.091329.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensenhandel en veroordeling voor mensensmokkel, diefstal en wapenbezit

Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren op 1984, die werd beschuldigd van mensenhandel, mensensmokkel, diefstal en wapenbezit. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van mensenhandel, omdat de verklaringen van de aangeefster inconsistent en tegenstrijdig waren, en onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel, ondanks de verklaringen van de aangeefster over dwang en uitbuiting.

De verdachte is echter wel veroordeeld voor mensensmokkel, omdat hij vier illegaal in Nederland verblijvende prostituees tegen betaling onderdak had geboden in zijn woning. Daarnaast is hij veroordeeld voor diefstal van elektriciteit en gas door middel van illegale aansluitingen, en voor het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie II. De rechtbank oordeelde dat de verdachte uit winstbejag had gehandeld door kamers in zijn woning beschikbaar te stellen voor prostitutiewerkzaamheden, en dat hij zich schuldig had gemaakt aan opzetheling van een gestolen fiets. De rechtbank legde een gevangenisstraf van zestien maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.091329.23 ter berechting gevoegd parketnummer 18.054359.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 mei 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1984 te [geboorte plaats] , thans verblijvende in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 april 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving en wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 18.091329.231.
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 20 juni 2022 te Leeuwarden en/of op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging, althans alleen,
(A) een ander, te weten mevrouw [slachtoffer] ) [slachtoffer] , (telkens)
  • door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of
  • door dreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), en/of
  • door afpersing en/of fraude en/of misleiding, en/of
  • door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, en/of
  • door misbruik van een kwetsbare positie, en/of
  • door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon teverkrijgen die zeggenschap over die die [slachtoffer] heeft,
heeft
  • geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met hetoogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] , (sub 1) en/of
  • gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksueleaard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, (sub 4) en/of
  • gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst vanhaar/hun seksuele handelingen met en/of voor een derde, (sub 9) en/of
(B)
  • een ander, te weten die [slachtoffer] , heeft aangeworven en/of medegenomen en/of ontvoerd met hetoogmerk die [slachtoffer] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (sub 3) en/of
  • ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] , (sub 6)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • meerdere malen, althans eenmaal, (telefonisch) contact gehad met die [slachtoffer] , en/of- meerdere malen, althans eenmaal, aan die [slachtoffer] laten weten en/of (anderszins) gecommuniceerd dat die [slachtoffer] bij verdachte in de woning, van verdachte, op het adres [adres] te Leeuwarden kon verblijven en/of (aldaar) prostitutiewerkzaamheden kon verrichten, en/of
  • die [slachtoffer] bewogen om vanuit Spanje, althans het buitenland, naar Nederland te komen, en/of
  • die [slachtoffer] in (een kamer van) een woning op het adres [adres] te Leeuwardenondergebracht en/of gehuisvest en/of een kamer in die woning aan die [slachtoffer] verhuurd en/of (anderszins) ter beschikking gesteld, en/of
  • ( vervolgens) meerdere malen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] gezegd en/of
(anderszins) aan die [slachtoffer] te kennen gegeven dat die [slachtoffer] geld aan hem, verdachte, verschuldigd was en/of nog geld aan hem moest betalen, en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer] gezegd en/of gedreigd en/of
(anderszins) kenbaar gemaakt dat, indien en voor zover die [slachtoffer] niet (bij verdachte) zou terugkomen en/of haar prostitutiewerkzaamheden niet zou (blijven) verrichten, hij:
· die [slachtoffer] zou aangeven bij de politie, en/of
· de ouders en/of de ex-man en/of een ander familielid van die [slachtoffer] een of meerdere fotos uit de seksadvertentie van die [slachtoffer] zou toesturen en/of zou vertellen en/of
(anderszins) zou informeren over (de werkelijke aard van) de (prostitutie)werkzaamheden die die [slachtoffer] verricht(te), en/of
· er iets met de kinderen en/of de familie van die [slachtoffer] zou (gaan) gebeuren, en/of · mannen op haar zou afsturen om haar in elkaar te slaan en/of te (laten) verkrachten en/of te vermoorden, en/of
· het huis van (de vriend van) die [slachtoffer] in brand zou steken, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] (anderszins) bedreigd en/of boos en/ofagressief op die [slachtoffer] gereageerd, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] geduwd en/of geslagen en/of getrapt en/of bij dekeel gegrepen en/of met een mes gestoken en/of van de trap geduwd en/of getrokken en/of (anderszins) mishandeld, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, drugs (cocaïne) aan die [slachtoffer] verstrekt en/of latenverstrekken en/of die [slachtoffer] bewogen om drugs (cocaïne) te gebruiken, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] gedwongen en/of ertoe gebracht om seks (zondercondoom) met hem, verdachte, te hebben en/of, als gevolg daarvan, seks (zonder condoom) met die [slachtoffer] gehad, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] gedwongen en/of bewogen om te (blijven) werken inde prostitutie en/of seksuele handelingen (bij verdachte en/of een klant) uit te (blijven) voeren, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, een foto van die [slachtoffer] (ten behoeve van eenseksadvertentie op de website www. [site] en/of [site] ) gemaakt en/of laten maken, en/of
  • een (profiel voor een) seksadvertentie voor een website ( www. [site] en/of [site] ) gemaakt en/of latenmaken en/of (laten) onderhouden en/of (in dat profiel en/of in die advertentie) op die website ( www. [site] en/of [site] ) vermeld en/of laten vermelden dat die [slachtoffer] tegen betaling (haar/hun) seksuele diensten aanbiedt en/of seksuele handelingen verricht, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, credits gekocht en/of opgewaardeerd en/of voor handengehad en/of (met die credits) de seksadvertentie van die [slachtoffer] omhoog geplaatst en/of omhoog laten plaatsen, althans met de kennelijke intentie om die seksadvertentie omhoog te (laten) plaatsen, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, contact opgenomen en/of onderhouden met een klant en/of die
[slachtoffer] contact laten opnemen en/of laten onderhouden met een klant, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, een (prijs)afspraak met een klant gemaakt en/of laten maken tenbehoeve van de door die [slachtoffer] verrichte dan wel te verrichten seksuele diensten, en/of - meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] (ten behoeve van een seks- en/of escortafspraak met een klant) naar een klant vervoerd en/of laten vervoeren, en/of - meerdere malen, althans eenmaal, die [slachtoffer] (laten) voorzien van condooms en/of glijmiddel(en) en/of (schoonmaak)doekjes en/of een of meerdere (andere) middelen ten behoeve van de door die [slachtoffer] te verrichten seksuele werkzaamheden, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, met die [slachtoffer] gesproken en/of (anderszins)
gecommuniceerd en/of uitleg en/of (werk)instructies aan die [slachtoffer] gegeven over prostitutie en/of (afspraken ten behoeve van) het uitvoeren van seksuele werkzaamheden aan een klant tegen betaling, en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, ten behoeve van de betaling voor een seksafspraak met die
[slachtoffer] een betaalverzoek voor een bankoverschrijving (Tikkie) aan een klant toegestuurd, en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, geld (afkomstig) van een klant en/of door die [slachtoffer] verdienden/of aan die [slachtoffer] toebehorend geld in ontvangst genomen en/of ingenomen en/of onder zich gehouden en/of door die [slachtoffer] aan hem laten afstaan,
(zulks) terwijl die [slachtoffer] onbekend was in Nederland en/of niet over eigen inkomsten en/of eigen huisvesting beschikte en/of een beperkt sociaal netwerk had en/of de Nederlandse taal niet (goed) beheerst(e) en/of bang was voor verdachte en/of zijn mededaders, (aldus) heeft bewerkstelligd dat die [slachtoffer] van hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer] zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan die [slachtoffer] geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft kunnen bieden;
2.
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 28 januari 2022 tot en met 6 juni
2023 te Leeuwarden, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland,
meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging, althans alleen, een of meerdere anderen, te weten:
  • mevrouw ( [slachtoffer 2] ) [slachtoffer 2] , en/of
  • mevrouw [slachtoffer 3] ) [slachtoffer 3] , en/of
  • mevrouw ( [slachtoffer 4] ) [slachtoffer 4] , en/of- mevrouw ( [slachtoffer 5] ) [slachtoffer 5] ,
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, of hen, althans haar, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
  • meerdere malen, althans eenmaal, contact opgenomen en/of onderhouden met die anderen en/of(tijdens dat contact) die anderen geïnformeerd over (het huren van en/of verblijven in en/of kunnen uitvoeren van prostitutiewerkzaamheden in en/of vanuit) (een kamer in) de woning (van verdachte) op het adres [adres] te Leeuwarden, en/of
  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die anderen (een kamer in) de woning (van verdachte) op hetadres [adres] te Leeuwarden verhuurd en/of (tegen betaling) ter beschikking gesteld voor verblijf van die anderen en/of (ten behoeve van) het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was; 3.
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 15 april 2021 tot en met 6 juni 2023 te Leeuwarden, althans (elders) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere anderen, althans alleen,
  • minimaal 6.723 kWh, althans meerdere hoeveelheden of een hoeveelheid, elektriciteit, en/of
  • minimaal 1.403 m3, althans meerdere hoeveelheden of een hoeveelheid, gas,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan (de naamloze vennootschap) Liander N.V. en/of een (ander) bedrijf/(rechts)persoon, heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben dan wel heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit en/of gas onder hun dan wel zijn bereik hebben dan wel heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
1.
hij op of omstreeks 25 november 2022 te Leeuwarden een wapen van categorie II, onder 3, te weten een centraalvuur vuurwapen en/of een dubbelloops hagelgeweer, van het merk Elgoibar, type Juxtapose, kaliber .12 Gauge zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 26 november 2022 te Leeuwarden, een fiets, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten, waarbij de bewezen verklaarde periode van feit 1 (parketnummer 18.091329.23) dient te worden beperkt van 1 mei 2021 tot en met 31 december 2021.
De officier van justitie heeft daartoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Onder dit feit is sprake van seksuele uitbuiting met inachtneming van de sub varianten 1, 3, 4, 6 en 9 van artikel 273f, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Verdachte heeft daarbij met toepassing van de dwangmiddelen misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie, misleiding, geweld, dreiging met geweld en andere feitelijkheden gehandeld ten opzichte van [slachtoffer] (verder: aangeefster).
Het feit is te bewijzen op grond van de verklaringen van aangeefster, die worden ondersteund door de verklaringen van getuigen [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] , [getuigen] en [getuigen] .
Aangeefster heeft verklaard dat haar klanten via een betaalverzoek bij verdachte afrekenden en uit onderzoek naar een Knab-rekening van verdachte is gebleken van dertien betaalverzoeken van in totaal 3.175,00 die mogelijk verband houden met de door aangeefster verleende diensten. Verder is uit financieel onderzoek gebleken dat verdachte meerdere betalingen heeft gedaan aan [naam] , de onderneming achter
[site] .
Uit digitaal onderzoek blijkt verder dat verdachte dames tegen betaling woonruimte aanbood voor het verrichten van sekswerk en gesprekken voerde die zagen op geldbedragen en te verlenen seksuele diensten. Verder was het mailadres van verdachte gekoppeld aan meerdere [site] .
Verdachte heeft onderdak geboden aan de illegaal in Nederland verblijvende prostituees [slachtoffer 2] ,
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] . Laatstgenoemde dame beschikte evenwel over een Spaanse verblijfsvergunning, maar was naar Nederland gekomen om in de prostitutie te werken, wat haar verblijf hier wederrechtelijk maakte.
Dit feit is te bewijzen op grond van de aangifte van Liander N.V. en de deels bekennende verklaring van verdachte met betrekking tot de diefstal van stroom.
Het feit is te bewijzen op grond van de verklaringen van getuigen [getuigen] en [naam] in combinatie met de bevindingen van verbalisanten ter plaatse en het proces-verbaal van onderzoek wapen. Verder is op de telefoon van verdachte een foto van het betreffende wapen aangetroffen.
Verdachte heeft een kennelijk leugenachtige verklaring afgelegd over het tijdstip van verkrijging van de betreffende fiets. Hij zou de fiets hebben gekocht in mei/juni 2022, terwijl deze pas in augustus 2022 is gestolen. Uit camerabeelden is gebleken dat verdachte de fiets niet heeft gestolen, zodat moet worden geconcludeerd dat sprake is geweest van opzetheling.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot de ten laste gelegde feiten samengevat het volgende betoogd.
Verdachte dient van het feit te worden vrijgesproken. Uit berichtenverkeer tussen verdachte en aangeefster blijkt dat aanvankelijk sprake was van een liefdesrelatie tussen hen beiden. Dat zij daarbij ook wel eens ruzie hadden maakt nog niet dat sprake was een situatie waarin verdachte aangeefster seksueel uitbuitte. De verklaringen van aangeefster bevatten verder tegenstrijdigheden, waardoor we niet zonder meer kunnen uitgaan van de juistheid ervan. Zo heeft zij eerst verklaard dat zij naar Nederland is gekomen om in de prostitutie te gaan werken, terwijl zij later verklaarde dat zij er pas in Nederland is achter gekomen dat zij als prostituee aan het werk moest. Daarnaast heeft aangeefster over het vermeende incident met verdachte op de trap maar liefst drie varianten beschreven over hoe, waarom en waar het incident heeft plaatsgevonden. Over het beëindigen van haar zwangerschap heeft aangeefster ook verschillend verklaringen afgelegd; in Barcelona zou zij een abortus hebben ondergaan en aan verdachte heeft zij gezegd dat ze in Ecuador een miskraam heeft gehad.
Verder ontbreekt het wettige bewijs. Dat een getuige blauwe plekken heeft gezien bij aangeefster wil niet zeggen dat die door handelen van verdachte zijn veroorzaakt.
Verdachte heeft verder inderdaad tikkies met betaalverzoeken aan klanten van aangeefster verstuurd, maar dat geld heeft hij haar teruggegeven. Het handelen rond de tikkies kan daarom niet bijdragen aan het bewijs. Ten aanzien van het dreigen met het sturen van fotos naar aangeefsters familie wordt de aangifte niet ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Verdachte wist niet dat zijn handelen strafbaar was en er was bij hem geen sprake van winstbejag.
Dit feit wordt door verdachte erkend.
Dit feit kan wettig en overtuigend bewezen worden.
Verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken omdat niet kan worden bewezen dat hij ten tijde van het verkrijgen van de fiets wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Indien zou kunnen worden vastgesteld dat de verklaring van verdachte over het tijdstip van verkrijging van de fiets niet klopt, zoals door de officier van justitie is betoogd, dan bewijst dat nog niet zijn wetenschap ten tijde van het verkrijgen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 1, onder parketnummer 18.091329.23, niet wettig en overtuigend bewezen en overweegt hiertoe als volgt.
De verdenking tegen verdachte komt er - kort gezegd - op neer dat hij zich in de periode 1 mei 2021 tot en met 31 december 2021, schuldig zou hebben gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub onderdelen 1, 3, 4, 6, en 9 Sr.
Vaststaat dat aangeefster in mei 2021 vanuit haar toenmalige woonplaats Barcelona, naar Nederland is gereisd en daar tot en met 31 december 2021 - met tussenpozen - vanuit de woning van verdachte in Leeuwarden als prostituee heeft gewerkt. Op 20 juni 2022 heeft zij aangifte tegen verdachte gedaan van mensenhandel1. Aangeefster is van mening dat zij door verdachte seksueel is uitgebuit op de wijze als in de tenlastelegging omschreven. Zij heeft onder meer verklaard dat verdachte haar heeft gedwongen als prostituee te werken waarbij hij haar verdiensten heeft ingenomen, dan wel voor zover die via een tikkie door klanten aan hem waren overgemaakt, voor zichzelf heeft gehouden. Zij had daarbij geen kans om zich aan zijn invloedssfeer te onttrekken, omdat hij haar mishandelde als zij niet naar hem luisterde of dreigde haar familie in te lichten over haar prostitutiewerkzaamheden en hen fotos van haar uit seksadvertenties toe te sturen, aldus aangeefster.
Verdachte heeft de aantijgingen van aangeefster met klem betwist. Hij heeft verklaard dat aangeefster en hij aanvankelijk een liefdesrelatie met elkaar hadden en dat hij zich slechts in de marge met haar prostitutiewerkzaamheden heeft bemoeid. Zo heeft hij haar wel eens geholpen met het opstellen van een seksadvertentie, omdat zij zelf de Nederlandse taal niet beheerste, heeft hij een keer een seksadvertentie van haar op de site [site] omhoog geplaatst en heeft hij geld van klanten via tikkies geïnd, maar dat geld heeft hij haar steeds teruggegeven, aldus verdachte ter terechtzitting.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de verklaringen van aangeefster niet op alle onderdelen consistent zijn en op essentiële onderdelen tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
In haar aangifte heeft aangeefster - kort gezegd - verklaard dat zij naar Nederland is gekomen om geld te gaan verdienen in de prostitutie en dat zij via een bekend meisje bij verdachte in de woning terecht is gekomen. In haar verklaring van 3 mei 20232 heeft zij echter verklaard dat zij naar Nederland is gereisd met het idee om schoonmaakwerkzaamheden te gaan verrichten en dat haar pas na aankomst in de woning van verdachte is verteld dat het om prostitutiewerkzaamheden ging.
Ook over het tijdstip van de aanvang van haar prostitutiewerkzaamheden heeft aangeefster wisselend verklaard. In haar verklaring van 4 augustus 20223 zou dat dezelfde avond na aankomst in de woning van verdachte zijn geweest via een huurprofiel, in haar verklaring van 3 mei 2023 zou dat zijn geweest op de vierde dag van haar verblijf in de woning van verdachte toen haar eigen profiel geaccepteerd was.
Ook lopen de bedragen uiteen van de kamerhuur die aangeefster aan verdachte moest betalen; 90 euro in haar aangifte en 100 euro in haar verklaring van 4 augustus 2022.
Wat verder opvalt is dat aangeefster, die op 20 juni 2022 aangifte heeft gedaan, en daarna meerdere malen is gehoord, pas in haar verklaring op 3 mei 2023 heeft verklaard dat verdachte haar paspoort heeft afgepakt (p. 176). Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat een dergelijke handeling een essentiële vorm van vrijheidsbeperking inhoudt, die als kenmerkend kan worden beschouwd voor mensenhandel waarbij sprake is van een buitenlands slachtoffer. Het had dan ook voor de hand gelegen als aangeefster hier in een eerder stadium over had verklaard.
Verder wordt haar verklaring dat zij de Engelse taal niet sprak en daardoor geen gehoor vond bij de politie (p. 182) weersproken door getuige [getuigen] . Hij is bevriend geraakt met aangeefster en heeft verklaard dat zij vloeiend Engels sprak (p. 232). De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid van de verklaring van deze getuige te twijfelen, zodat zij ervan uitgaat dat aangeefster niet in het Nederlands, maar wel in het Engels met andere personen heeft kunnen communiceren.
Dit is voor de rechtbank een belangrijke constatering, omdat het niet beheersen van de taal, buitenlandse slachtoffers van mensenhandel doorgaans in een extra kwetsbare positie brengt.
De verklaring van aangeefster dat ze vaak de politie heeft gebeld als verdachte haar sloeg, maar dat de politie niet wist waar ze naar toe moesten omdat aangeefster het adres niet kon uitspreken (p. 175) acht de rechtbank ongeloofwaardig. De politie is immers in staat om de locatie van een beller te traceren. Ook staat deze verklaring van aangeefster haaks op haar verklaring dat zij bang was dat verdachte haar bij de politie zou aangeven, hetgeen als dreigen met een andere feitelijkheid in de tenlastelegging is opgenomen.
Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank niet zonder meer uit kan gaan van de inhoud van de verklaringen van aangeefster. Dit betekent dat de rechtbank de verklaringen slechts kan gebruiken voor zover deze op essentiële onderdelen ondersteuning vinden in andere voorhanden zijnde stukken.
Ten aanzien van de vraag of voldoende ondersteuning voorhanden is overweegt de rechtbank als volgt.
Een van de periodes dat aangeefster zich bij verdachte in de woning prostitueerde was in de maanden mei en juni 2021. Aangeefster heeft verklaard dat er voor de door haar verleende seksuele diensten in die periode ongeveer 3.000 euro via tikkies aan verdachte is betaald (p. 126). Uit financieel onderzoek is gebleken dat er in die periode dertien betalingen via tikkies aan verdachte zijn gedaan voor een totaalbedrag van 3.175 euro (p. 1239). De rechtbank stelt vast dat deze twee bedragen dicht bij elkaar liggen, zodat het financieel onderzoek de verklaring van verdachte in zoverre zou kunnen ondersteunen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aangeefster het geld deels cash heeft teruggegeven en deels op de rekening van haar zoon heeft gestort. Ofschoon de betalingen die hij cash zou hebben gedaan niet kunnen worden aangetoond, blijkt uit de stukken wel dat hij een bedrag van 1.800 euro naar de rekening van de zoon van aangeefster heeft overgemaakt (p. 1239 jo. p. 12). De rechtbank kan op grond van het voorgaande niet beoordelen welke verklaring op dit punt moet worden gevolgd.
Overigens acht de rechtbank het in dit kader opmerkelijk dat aangeefster de hiervoor genoemde 3.000 euro zo met nadruk heeft benoemd, terwijl dat bedrag in het niet valt bij de bedragen waarvan aangeefster zelf stelt dat zij dat zou hebben verdiend. Zo heeft zij verklaard dat zij per etmaal ongeveer 2.300 euro verdiende en soms wat minder, dan verdiende zij ongeveer overdag 800 euro (p. 137). Niet veel later stelt aangeefster in een week tussen de 8.000 euro en 12.000 te verdienen en minimaal als het slecht ging was dat 4000 (p. 140). In een maand zou aangeefster dan tussen de 16.000 euro en 48.000 euro hebben verdiend. Van dergelijke hoge inkomsten is evenwel uit het financieel onderzoek weinig tot niets gebleken.
Verder heeft aangeefster verklaard dat zij gedurende een periode in de zomer van 2021 waarin verdachte gedetineerd was, zij van hem haar prostitutiewerkzaamheden moest voortzetten in de woning van de broer van verdachte, [naam] , [adres] in Leeuwarden. Haar verdiensten werden toen door [naam] of andere mannen aan verdachte in de gevangenis overgemaakt. Eén van die mannen noemde ze [naam] , die had ook een huis waar meisjes werkten. De andere man heette [naam] , dat was een Nederlandse man van een jaar of 25, aldus aangeefster.
De rechtbank stelt vast dat [naam] , noch [naam] en [naam] door de politie als medeverdachten of getuigen zijn gehoord, terwijl in ieder geval van [naam] de personalia bij de politie bekend moeten zijn geweest. Nu ook uit andere stukken niet van dergelijke betalingen gedurende die periode aan verdachte is gebleken, moet worden vastgesteld dat de aangifte op dit punt niet door andere stukken wordt ondersteund.
Evenmin biedt het dossier ondersteuning met betrekking tot het afnemen van contante verdiensten van aangeefster door verdachte buiten deze periode.
Ten aanzien van het toegepaste geweld door verdachte, heeft getuige [getuigen] verklaard dat hij blauwe plekken op het lichaam van aangeefster heeft gezien, nadat hij haar bij verdachte had opgehaald omdat ze door hem zou zijn mishandeld (p. 277).
De rechtbank overweegt dat voor zover kan worden bewezen dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van dit letsel niet kan worden vastgesteld dat dit geweld hoe kwalijk dat op zichzelf ook moge zijn door verdachte is toegepast als dwangmiddel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr. Het dossier bevat daar naar het oordeel van de rechtbank, naast de verklaringen van aangeefster, onvoldoende concrete aanwijzingen voor.
Getuige [getuigen] heeft verklaard dat hij getuige is geweest van bedreigingen gedaan door verdachte jegens aangeefster. Volgens de getuige belde verdachte haar te pas en te onpas en bedreigde hij haar in verband met geld dat zij aan hem moest betalen (p. 234). Met geen woord wordt daarbij gerept over het voornoemde bedreigen met het inlichten van en sturen van fotos naar haar familie, terwijl deze vorm van bedreigen volgens aangeefster bij uitstek het machtsmiddel van verdachte was om haar seksueel te kunnen uitbuiten. Over de inhoud van de bedreigingen verklaart de getuige niet. Ook het dreigen met de andere feitelijkheden als genoemd in de tenlastelegging blijkt niet uit het dossier
Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat de verklaringen van aangeefster op essentiële onderdelen onvoldoende wordt ondersteund door andere stukken in het dossier. Hoewel verdachte wel hand- en spandiensten heeft verleend met betrekking tot de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster, kan niet bewezen worden dat verdachte in de tenlastegelegde periode met toepassing van één of meer dwangmiddelen aangeefster seksueel heeft uitgebuit. Evenmin kan worden bewezen dat hij heeft gehandeld met het oogmerk van uitbuiting.
Hierbij merkt de rechtbank nog op dat voor het aanwerven of medenemen van een prostituee uit een ander land naar Nederland geen dwangmiddel vereist is om tot een eventuele bewezenverklaring te kunnen komen; echter is niet gebleken dat dit het geval is geweest in de zaak van aangeefster.
Dit betekent dat verdachte van het feit zal worden vrijgesproken.
De rechtbank past ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen en zakelijk weergegeven bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Op grond van de bewijsmiddelen staat vast dat het verblijf in Nederland van de vier in de tenlastelegging genoemde dames wederrechtelijk was. Mevrouw [slachtoffer 5] beschikte nog wel over een Spaanse verblijfsvergunning, maar nu zij enkel in Nederland verbleef met het doel om in de prostitutie te werken was van een rechtmatig verblijf geen sprake.
De rechtbank acht tevens bewezen dat verdachte van bedoelde wederrechtelijkheid op de hoogte was dan wel had behoren te zijn. Verdachte stelde kamers in zijn woning tegen betaling beschikbaar aan dames van Zuid-Amerikaanse afkomst voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden. De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij niet wist dat de dames in zijn huis prostitutiewerkzaamheden verrichtten schuift de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde. In een Whatsappgesprek met [slachtoffer 4] op 23 juli 2022 vertelt verdachte haar over de kamers die hij in zijn woning verhuurt aan dames en dat de dames graag bij hem werken en op zijn vraag of zij van seks houdt antwoordt zij Its a job to do (p. 898).
Tevens vraagt verdachte haar in dat gesprek hoeveel zij voor één uur seks vraagt, waarop zij antwoordt,
150+20 zonder condoom (p. 906). Daarnaast hebben op meerdere momenten door de politie prostitutiecontroles in de woning van verdachte plaatsgevonden. Onder meer op 28 januari 2022 en 9 september 2022 trof de politie vrouw(en) aan gekleed in lingerie en was verdachte in zijn woning aanwezig. Gelet op de kleding en de meerdere prostitutiecontroles op zijn adres moet het voor verdachte duidelijk zijn geweest dat de vrouwen prostitutiewerkzaamheden in de woning verrichtten.
Dat verdachte niet wist dat zijn handelen strafbaar was staat een bewezenverklaring voor mensensmokkel niet in de weg, nu een ieder wordt geacht de wet te kennen, ook verdachte.
De rechtbank acht tevens bewezen dat verdachte uit winstbejag heeft gehandeld.
Van winstbejag kan worden gesproken indien het handelen van verdachte is ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk behoeft te gaan om een op geld waardeerbaar voordeel en evenmin bepalend is of het beoogde voordeel ook daadwerkelijk werd behaald. Verdachte stelde ten behoeve van illegale prostitutie kamers in zijn woning tegen betaling beschikbaar.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte de vier dames uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Verdachte heeft het feit voor wat betreft de diefstal van elektriciteit bekend. Zijn verklaring ter terechtzitting dat hij niet weet of hij zich ook aan diefstal van gas heeft schuldig gemaakt, staat een bewezenverklaring van het feit niet in de weg. De rechtbank heeft daarbij gelet op de inhoud van de aangifte van Linander N.V.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij op 25 november 2022 met het wapen heeft geschoten en het derhalve voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht het feit dan ook wettig en overtuigend bewezen
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling en overweegt daartoe als volgt.
Vaststaat dat verdachte op 26 november 2022 in het bezit was van een op 27 augustus 2022 gestolen fiets. Uit camerabeelden van de diefstal is gebleken dat verdachte niet de persoon is geweest die de fiets heeft gestolen. Dit betekent dat hij de gestolen fiets, naar alle waarschijnlijkheid, op andere wijze dan door diefstal voorhanden heeft verkregen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de fiets niet heeft gestolen maar in mei/juni van 2022 via Marktplaats of Facebook heeft gekocht. Gelet op de datum waarop de fiets volgens aangever is gestolen - hetgeen bevestigd wordt door camerabeelden waarop is te zien dat de fiets wordt weggenomen op 27 augustus 2022 (p. 130) - kan dit niet waar kan zijn.
Deze verklaring van verdachte merkt de rechtbank aan als kennelijk leugenachtig en alleen afgelegd om de waarheid te bemantelen, te weten dat hij de fiets middels opzetheling onder zich heeft gekregen.
Het verweer van de raadsman dat niet kan worden bewezen dat verdachte ten tijde van het verkrijgen van de fiets wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof, wordt verworpen.
De rechtbank acht de feiten 2 en 3, onder parketnummer 18.091329.23, en de feiten 1 en 2, onder parketnummer 18.054359.23, wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 28 januari 2022 tot en met 6 juni 2023 te Leeuwarden, anderen, te weten:
  • mevrouw ( [slachtoffer 2] ) [slachtoffer 2] , en
  • mevrouw [slachtoffer 3] ) [slachtoffer 3] , en
  • mevrouw ( [slachtoffer 4] ) [slachtoffer 4] , en- mevrouw ( [slachtoffer 5] ) [slachtoffer 5] ,
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, immers heeft hij, verdachte:
- meerdere malen, contact opgenomen en/of onderhouden met die anderen en/of tijdens dat contact dieanderen geïnformeerd over het huren van en/of verblijven in en/of kunnen uitvoeren van
prostitutiewerkzaamheden in en/of vanuit een kamer in de woning van verdachte op het adres [adres] te Leeuwarden, en
- meerdere malen aan die anderen een kamer in de woning van verdachte op het adres [adres] teLeeuwarden verhuurd of tegen betaling ter beschikking gesteld voor verblijf van die anderen ten behoeve van het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was; 3.
hij in de periode van 15 april 2021 tot en met 6 juni 2023 te Leeuwarden,
  • minimaal 6.723 kWh elektriciteit, en
  • minimaal 1.403 m3 gas,dat aan een ander toebehoorde, te weten aan de naamloze vennootschap Liander N.V., heeft weggenomen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen elektriciteit en gas onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
1.
hij op 25 november 2022 te Leeuwarden een wapen van categorie II, onder 3, te weten een centraalvuur vuurwapen, een dubbelloops hagelgeweer, van het merk Elgoibar, type Juxtapose, kaliber .12 Gauge, zijnde een vuurwapen dat zodanig was gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was;
2.
hij op 26 november 2022 te Leeuwarden, een fiets voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18.091329.23
2. Een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.
3. Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van verbreking, meermalen gepleegd.
parketnummer 18.054359.23
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaanmet betrekking tot een wapen van categorie II.
Opzetheling.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten zoals hij die te bewijzen acht wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor de oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. De raadsman heeft daarbij gewezen op de verkorte periode van het mensenhandelfeit, gedurende welke periode aangeefster ook nog in Barcelona en Ecuador heeft verbleven en de omstandigheid dat verdachte het mensensmokkelfeit niet uit winstbejag heeft gepleegd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsrapport van het Leger des Heils van 26 september 2023 en het uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 april 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is vier illegaal in Nederland verblijvende prostituees uit winstbejag behulpzaam geweest bij hun illegale verblijf in Nederland. Verdachte heeft hen tegen betaling onderdak geboden in zijn woning waar zij hun prostitutiewerkzaamheden konden uitoefenen. Verdachte heeft daarmee het overheidsbeleid ten aanzien van de bestrijding van illegaal verblijf in Nederland doorkruist. Bovendien heeft het handelen van de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit dat diverse maatschappelijk ongewenste effecten met zich brengt. Zo kreeg zijn woning die in een gewone woonbuurt was gelegen door de werkzaamheden van meerdere prostituees tegelijkertijd de status van een soort bordeel, waar het een komen en gaan was van prostituees en klanten. Dit heeft voor veel overlast in de buurt gezorgd zo blijkt uit mutaties van meldingen in het dossier.
Verder heeft verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van elektriciteit en gas door de stroomen gasvoorziening op illegale wijze af te tappen. Verdachte heeft daarmee inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de betreffende energieleverancier. Bovendien roepen de illegale stroom- en gasaansluitingen die daarvoor worden aangebracht vaak (brand)gevaarlijke situaties in het leven. Verdachte heeft zijn financieel gewin laten prevaleren boven de (mogelijke) gevolgen van zijn handelen voor de vele personen die zich in zijn woning begaven alsmede voor buurtbewoners.
Daarnaast heeft verdachte een ingekort dubbelloops jachtgeweer voorhanden gehad. Ongecontroleerd wapenbezit brengt gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich en verhoogt het risico op een levensbedreigend geweldsdelict.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan heling van een elektrische fiets. Hij heeft daarmee geprofiteerd van het misdrijf van een ander en bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen (elektrische) fietsen. Verdachte heeft daarmee geen enkel respect getoond voor de eigendommen van anderen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst en de hoeveelheid van de feiten slechts kan worden volstaan met een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank heeft daarbij tevens in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer overtreding van artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie, waarbij hem bijzondere voorwaarden zijn opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht.
Verdachte heeft de huidige feiten in de proeftijd van die veroordeling gepleegd. Kennelijk heeft één en ander hem niet van het plegen van nieuwe strafbare feiten weerhouden.
De reclassering heeft in het hiervoor genoemde rapport geadviseerd om aan verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden passend en geboden is. Deze straf is lager dan geëist door de officier van justitie omdat de rechtbank verdachte van het tenlastegelegde mensenhandelfeit zal vrijspreken.
Een strafafdoening als bepleit door de raadsman doet onvoldoende recht aan de ernst van de feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank acht het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een vuurwapen met patronen, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het feit met betrekking tot het is begaan en zij van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank acht de hierna aan verdachte toebehorende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
  • busje pepperspray;
  • wiet in doosje;
  • computer;
  • videorecorder;
  • 3 GSMs;
  • doosje met simkaarten,vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu deze aan verdachte toebehoren en zij bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen en het ongecontroleerde bezit hiervan in strijd is met de wet en/of zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De volgende (rechts)personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer] , tot een bedrag van 41.696,09 ter vergoeding van materiële schade en 12.500,00 tervergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Liander N.V. tot een bedrag van 6.460,28 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd metwettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[benadeelde] , tot een bedrag van 190,85 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd metwettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De vorderingen van [slachtoffer] en Liander N.V. dienen volledig te worden toegewezen onder vergoeding van de wettelijke en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van [benadeelde] dient te worden afgewezen wegens gebrek aan causaal verband tussen de gestelde schade en het feit waaruit die schade zou zijn ontstaan.
Standpunt van de verdediging
De vordering van [slachtoffer] dient primair te worden afgewezen nu niet kan worden vastgesteld dat aangeefster schade heeft geleden en verdachte van het feit waaruit de gestelde schade zou zijn ontstaan moet worden vrijgesproken.
Indien de rechtbank wel tot een bewezenverklaring van het feit komt, kan eventueel een deel van de gestelde immateriële schade worden toegekend.
De vordering van Liander N.V. dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Verdachte beschikte over zonnepanelen die hem, naast de stroom die hij van Liander ontving, ook van stroom voorzagen. De hoogte van het schadebedrag kan daarom niet eenvoudig worden vastgesteld.
De vordering van [benadeelde] dient primair te worden afgewezen omdat verdachte van het betreffende feit moet worden vrijgesproken. In geval van een veroordeling voor het feit dient de vordering nietontvankelijk te worden verklaard wegens het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen de gestelde schade en het feit.
Oordeel van de rechtbank
1. Vordering van [slachtoffer]
De rechtbank acht het feit (feit 1, onder parketnummer 18.091329.23) niet bewezen waaruit de schade zou zijn ontstaan. De benadeelde partij zal daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
2. Vordering van Liander N.V.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 van parketnummer
18.091329.23 bewezen verklaarde feit.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering niet dusdanig ingewikkeld van aard is, dat deze in de onderhavige strafzaak niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden. Door verdachte is geen begin van aannemelijkheid gemaakt ter onderbouwing van het verweer dat hij ook stroom uit eigen zonnepanelen heeft gebruikt. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 6 juni 2023.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
3. Vordering van [benadeelde] .
Naar het oordeel van de rechtbank is door het onder 2 onder parketnummer 18.054359.23 bewezen verklaarde feit geen rechtstreekse schade toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk verklaren.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 57, 63, 197a, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikel 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1, onder parketnummer 18.091329.23, is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3, onder parketnummer 18.091329.23, en 1 en 2, onder parketnummer 18.054359.23, ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de volgende in beslag genomen goederen:
  • busje pepperspray;
  • wiet in doosje;
  • vuurwapen met patronen;
  • computer;
  • videorecorder;
  • 3 GSMs;
  • doosje met simkaarten.
Ten aanzien van parketnummer 18.091329.23, feit 1:
Verklaart de vordering van [slachtoffer] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ten aanzien van parketnummer 18.091329.23, feit 3:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan Liander N.V. te betalen:
  • het bedrag van 6.460,28 (zegge: zesduizend en vierhonderd en zestig euro en achtentwintig eurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 juni 2023 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging vandeze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van Liander N.V. aan de Staat te betalen een bedrag van 6.460,28 (zegge: zesduizend en vierhonderd en zestig euro en achtentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 67 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Ten aanzien van parketnummer 18.054359.23, feit 2:
Verklaart de vordering van [benadeelde] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. R.B. Maring en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door W. Brandsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 mei 2024.
Mr. M.M. Spooren en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2023, opgenomen op pagina 1681 e.v. van het aanvullend proces-verbaal, behorend bij het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC22010-UNION, d.d. 23 oktober 2023, inhoudend als relaas van verbalisant:
In het onderzoek UNION zijn op het adres de [adres] in Leeuwarden meerdere controles uitgevoerd in het kader van prostitutie. Bij deze controles werden verschillende vrouwelijke prostituees aangetroffen die illegaal in Nederland verbleven.
Tijdens de prostitutiecontrole op 28 januari 2022 werden twee vrouwen in de woning van verdachte aangetroffen, namelijk:
  • [slachtoffer 3] , geboren in Colombia;
  • [slachtoffer 2] geboren in Brazilië.
In het proces-verbaal AH-02-02 pagina 46/47 in het dossier staat dat beide vrouwen zijn staande gehouden omdat zij illegaal in Nederland verbleven.
Tijdens de prostitutiecontrole op 9 september 2022 werd één vrouw in de woning van verdachte aangetroffen, namelijk:
- [ [slachtoffer 4] geboren in Thailand.
Op 6 juni 2023 werd de verdachte op de [adres] in Leeuwarden aangehouden, in de woning werden nog vier andere personen aangetroffen, onder wie:
- [ [slachtoffer 5] , geboren op 22 juni 1970 te Aimores in Brazilië.
(p. 1682) [slachtoffer 5] verklaarde dat zij naar Nederland is gekomen om geld te verdienen in de prostitutie.
Uit een eerdere registratie (prostitutiecontrole van 4 maart 2023) bleek dat [slachtoffer 5] zich identificeerde met een Braziliaans paspoort en een Spaanse verblijfsvergunning. Zij mocht niet werken in Nederland.
(p. 1683) Uit een eerdere prostitutiecontrole bleek [slachtoffer 4] de Thaise nationaliteit te bezitten en bleek zij al geen rechtmatig verblijf voor Nederland (meer) te hebben.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 januari 2022,opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 28 januari 2022 werd naar aanleiding van signalen mensenhandel een afspraak gemaakt d.m.v. een advertentie op de sekssite [site] .. De deur werd open gedaan door een dame, die zich legitimeerde als [slachtoffer 2] . Zij gaf aan de dame te zijn van de advertentie en de dame met wie een afspraak voor seks was gemaakt. Omdat zij niet mocht werken, is zij staande gehouden op grond van de Vreemdelingenwet 2000.
In de woning werd tevens een dame, gekleed in lingerie, aangetroffen. Zij overhandigde mij, verbalisant [verbalisant] , een op haar naam staand Braziliaans paspoort. Na controle in de politiesystemen bleek dat zij, [slachtoffer 2] , al eerder, op 24/09/21, een Nederlands terugkeerbesluit (28 dagen) was gegeven. Zij vertelde dat zij nadien Nederland/EU/EER niet verlaten had. Dat maakte dat zij illegaal in Nederland was.
In de woning was tevens aanwezig hoofdbewoner, [verdachte] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2022,opgenomen op pagina 48 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op zaterdag 9 september 2022, werd n.a.v. een online aangetroffen seksadvertentie (bron: [site] , Profielnaam [slachtoffer 4] ) een zgn. "klantenafspraak" gemaakt, waarbij als ontvangstadres werd opgegeven het adres: [adres] te Leeuwarden. Bij aankomst op het adres omstreeks 19:20 uur werd de voordeur open gedaan door een vrouw gekleed in lingerie. Zij stelde zich voor met de naam [slachtoffer
4] . In de woonkamer troffen wij [verdachte] aan. [slachtoffer 4] was in het bezit van een geldig Thais Paspoort. Zij bleek te zijn genaamd: [slachtoffer 4] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juni 2023, opgenomenop pagina 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op dinsdag 6 juni 2023 werd verdachte [verdachte] buiten heterdaad aangehouden in zijn woning gelegen aan de [adres] te Leeuwarden. Tijdens zijn aanhoudingen werden er vier andere personen aangetroffen in de woningen, onder wie [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] .
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2023,opgenomen op pagina 508 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 23 november 2022 werd een mobiele telefoon van het merk Samsung inbeslaggenomen. De telefoon was in gebruik en bezit bij [slachtoffer 4] .
(p. 509) WhatsApp-gesprek tussen [verdachte] en [slachtoffer 4]
[verdachte] vraagt of [slachtoffer 4] naar Leeuwarden wil komen. [verdachte] geeft aan dat hij veel appartementen heeft. Verder vraagt [verdachte] of zij van seks houdt. [slachtoffer 4] geeft aan dat het een baan is die ze doet. [verdachte] geeft aan dat zijn huis 5 slaapkamers heeft en dat hij nog 4 appartementen heeft en dat meisjes daar graag werken. [slachtoffer 4] vraagt hoeveel per dag.
[verdachte] geeft 80 aan.
[verdachte] geeft aan dat het er drie zijn en dat het adres [adres] in Leeuwarden is.
[slachtoffer 4] vraagt of ze per dag kan betalen. [verdachte] geeft aan dat alle meisjes dat doen en als de meisjes een slechte werkdag hebben dan hoeven ze niet te betalen maar kunnen ze zijn huis even schoonmaken. Hij helpt de meisjes altijd.
(p. 510) [verdachte] geeft aan dat hij haar 14:43 ophaalt. Verder geeft [verdachte] aan dat hij de reis betaalt als zij het huis niet goed vindt.
[verdachte] geeft aan dat hij meer appartementen heeft in de [adres] , [adres] en [adres]
[slachtoffer 4] vraagt aan [verdachte] of zij meerdere dagen in zijn woning kan werken. [verdachte] geeft aan dat dit geen probleem is.
[slachtoffer 4] vraagt of [verdachte] ook voor langere tijd een woning ter beschikking heeft. Voor ongeveer 6 maanden en dan per maand de huur betalen. [verdachte] vraagt of het dan een appartement moet zijn of zijn huis en dan een kamer. [slachtoffer 4] geeft aan zijn huis / kamer. [verdachte] stuurt daarna: "400 dit is voor het hele huis".
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 1413 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
(p. 1421) Op 28 januari 2022 prostitutiecontrole. 2 buitenlandse dames in de woning aangetroffen, met één van de dames was een seksafspraak gemaakt, een andere dame zat in lingerie in de woonkamer, verdachte [verdachte] was in de woning aanwezig Hoe zit dat?
A: Dat was [slachtoffer 4] . Ik verhuur mijn kamer.
V: Je zegt je verhuurde de kamer. Aan wie?
A: Aan de dames die daar zaten
1. De door verdachte ter terechtzitting van 25 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het feit klopt voor wat betreft de diefstal van stroom. Dat van die illegale elektriciteitsaansluiting heb ik laten doen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juni 2023, opgenomen oppagina 189 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] , namens Liander N.V.:
Pleegplaats: Leeuwarden
Adres: [adres]
De fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter (niet meer aanwezig sinds 15.4.2021) om liep. De fraudespecialist zag dat op de toevoerleiding voor de gasmeter (gasmeter illegaal verwisseld) een illegale aansluiting was gemaakt. Voorts zag hij dat deze aansluiting via een illegale gasmeter liep naar de gasgestookte apparatuur en deze van gas voorzag.
Uit het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat in bovengenoemd perceel, in ieder geval in de periode van 15 april 2021 tot 06 juni 2023 hierboven beschreven incidenten hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van de bevindingen van de fraudespecialist en het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat minimaal 6732 kWh en minimaal 1401 m3 illegaal is afgenomen.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 25 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb op 25 november 2022 in Leeuwarden met het dubbelloops jachtgeweer dat door de politie in beslag is genomen geschoten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 november 2022,opgenomen op pagina 24 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022315815, d.d. 13 januari 2023, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op vrijdag 25 november 2022 kregen wij, verbalisanten, omstreeks 14:00 uur de opdracht te gaan naar de [adres] te Leeuwarden. Aldaar zou door 4 personen geschoten worden op eenden. Het zou gaan om een persoon met een zwarte jas en een wit petje.
Ter hoogte van de parkeerplaats aan de [adres] , nabij het water, zagen wij een persoon staan, gekleed in een zwarte jas en wij zagen dat deze persoon een lang wapen vasthield. Wij dachten te zien dat het om een jachtgeweer ging. Hierop hebben wij ons dienstvoertuig gekeerd en zagen dat op dat moment de persoon achter een camper, welke geparkeerd stond op de parkeerplaats, verdween. Hierdoor hadden we ongeveer een minuut geen zicht meer op de persoon.
Wij zijn richting de camper gelopen, wij zagen dat er 1 persoon buiten de camper stond en 3 personen in de camper zaten.
Wij zagen dat er een voertuig geparkeerd voorzien van kenteken [kenteken] . Na controle bleek dit voertuig op naam te staan van [verdachte] , geboren op [geboorte datum] 1984. Wij zagen dat
[verdachte] een zwarte jas en een wit petje droeg. Ik, [verbalisant], ben naar het voertuig toegelopen en ik zag dat in het voertuig verschillende patronen lagen, lijkend op hagelpatronen.
Ik, [verbalisant], liep naar de achterzijde van de camper toe. Ik zag dat er in een greppel, achter de camper, een soort jachtgeweer lag.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 november 2022,opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op vrijdag 25 november 2022, omstreeks 14:20 uur kreeg ik de opdracht om te gaan naar de [adres] te
Leeuwarden. Hier zouden collega's een vuurwapen aangetroffen hebben welke veiliggesteld moest worden. Ik zag dat er een bruin met zwart gekleurd groot wapen tussen het gras lag. Ik zag dat dit op een jachtwapen leek. Ik zag dat het wapen een dubbele loop had. Het wapen is inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-2022313943-1549877.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van onderzoek wapen d.d. 7 december 2022,opgenomen op pagina 137 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Het op 25 november 2022, onder goednummer PL0100-2022313943-1549877, inbeslaggenomen voorwerp, is een centraalvuurwapen, een dubbelloops hagelgeweer.
Aan dit vuurwapen is de volgende wijziging aangebracht:
- de loop is ingekort tot 38 centimeter.
De totale lengte van het vuurwapen is hierdoor teruggebracht tot 81 centimeter. Door deze bewerking is het vuurwapen dusdanig dat het dragen niet of minder zichtbaar is geworden.
Dit gewijzigde geweer is een vuurwapen in de zin van artikel l, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie.
1. De door verdachte ter terechtzitting van 25 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb de fiets die u op 26 november 2022 in mijn tuin hebt aangetroffen gekocht in mei/juni 2022 via Marktplaats of facebook.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 november 2022,opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op zaterdag 26 november 2022, omstreeks 21.00 uur, waren wij belast met een doorzoeking van een woning gelegen aan de [adres] te Leeuwarden.
In de afgesloten tuin van de woning stond een elektrische damesfiets van het merk Victoria.
Ik, verbalisant [verbalisant] , controleerde het serienummer (18W57H530401) van de fiets en hieruit constateerde ik de fiets als gestolen gesignaleerd stond. Ik, verbalisant [verbalisant] , heb de fiets inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-2022313943-1522106.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 augustus 2022,opgenomen op pagina 126 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [benadeelde] :
Ik doe aangifte van diefstal van een damesfiets, merk Victoria, voorzien van het framenummer
18W57H530401, gepleegd tussen vrijdag 26 augustus 2022 om 17:00 uur en zaterdag 27 augustus 2022 om 10:00 uur te Leeuwarden.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 20 juni 2022, pagina 125 van het procesdossier.
Proces-verbaal van verhoor d.d. 3 mei 2023, pagina 174 van het procesdossier.
Proces-verbaal van verhoor d.d. 4 augustus 2022, pagina 128 van het procesdossier