ECLI:NL:RBNNE:2024:1846

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
18-296385-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere diefstallen, bezit van amfetamine en wapens

Op 7 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, bezit van amfetamine en wapens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte had in zijn woning en berging verschillende goederen die afkomstig waren van diefstallen, waaronder gasflessen, accu's, buitenboordmotoren en een aggregaat. Daarnaast werd ongeveer 640 gram amfetamine aangetroffen in zijn woning, wat bijdraagt aan de instandhouding van drugsgebruik en drugshandel. De rechtbank oordeelde dat het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebrengt. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten zijn meegewogen in de strafmaat. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling toegewezen, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.296385.23
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 18.099192.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 mei 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 april 2024. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E. Albayrak, advocaat te Heerenveen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.J. van der Heide.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. ​
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2023 tot en met 8 november 2023 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, (onder meer)
(ten aanzien van zaak 5, aangifte pagina 9)
- een tentdoek, van het merk/type Nomadix en/of twee handbogen met pijlen en/of een zak met pijlen en/of een kano en/of
(ten aanzien van zaak 3, aangifte pagina 197)
  • een compleet valbeveiligingssysteem (merk DBI SALA) en/of een rode tas met klimgereedschap en/of (ten aanzien van zaak 4, aangifte pagina 268)
  • een zaagmachine (merk Festool),
althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijze had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2023 tot en met 8 november 2023 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal,
  • ( zaak 5, aangifte pagina 9) een tentdoek, van het merk/type Nomadix en/of twee handbogen met pijlen en/of een zak met pijlen en/of een kano en/of
  • ( zaak 3, aangifte pagina 197) een compleet beveiligingssysteem (merk DBI SALA) en/of een rode tas met klimgereedschap en/of
  • ( zaak 4, aangifte pagina 268) een zaagmachine (merk Festool), althans een of meer voorwerp(en) sub b
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen)misdrijf;
2.(zaak 1, aangifte op pagina 78)
hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2023 tot en met 6 februari 2023 te [adres] , in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in/uit een vakantiewoning, gelegen aan of bij de [adres] , aldaar, (onder meer) 3 verzegelde gasflessen en/of een elektrische bosmaaier met de lader en/of een of meer accu's en/of een of meer Buitenboordmotoren (merk Yamaha) en/of omvormers en/of een aggregaat (merk/type Topcraft Tc Pg 2000/3) en/of een rubberen boot, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of dhr./mw. [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 8 november 2023 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in totaal) ongeveer 710,40 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 8 november 2023 te Leeuwarden, althans in Nederland, (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 en/of artikel 1 onder 3
  • van categorie II onder 5 van de Wet wapens en Munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht en/of
  • van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een patroonmagazijn, zijnde een wezenlijk onderdeel van een vuurwapen, merk Bruni, 9mm P.A.K.(Knal) en/of
  • munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie II onder 1, te weten 20 hagelpatronen, 12/70 kaliber, voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 8 november 2023 te Leeuwarden, althans in Nederland, (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1
  • van categorie I, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes merk Microtech M390) en/of
  • van categorie 1, onder 6 van de Wet Wapens en munitie, te weten een katapult en/of
  • van categorie 1, onder 7 van de Wet Wapens en munitie, te weten 4 stiletto's (merk Kc en/of Browning), voorhanden heeft gehad.

Beoordeling van het bewijs Standpunt van de officier van justitie Feit 1

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 primair ten laste gelegde schuldheling gelet op de aangiftes, het aantreffen van de gestolen goederen in de woning van de verdachte en het ontbreken van een geloofwaardige en verifieerbare verklaring daarover. Zij heeft opgemerkt dat verdachte zijn onderzoeksplicht niet heeft nageleefd. Mocht de rechtbank dit niet volgen dan stelt de officier van justitie dat subsidiair witwassen kan worden bewezen.
Feit 2
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 2 gelet op de aangifte van [naam] , de getuigenverklaring van [slachtoffer 1] , DNA-sporen van de verdachte in een handschoen welke dicht bij de plaats delict is aangetroffen en het ontbreken van een geloofwaardige verklaring van de verdachte.
Feit 3
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 3, omdat de drugs is aangetroffen in de woning van de verdachte. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte beschikkingsmacht had en verantwoordelijk is voor hetgeen in zijn woning aanwezig is. Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat hij wist dat er speed in zijn keukenkastje lag.
Feit 4 en 5
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 4 en 5 gelet op het aantreffen van de wapens in de woning van verdachte en het feit dat hij beschikkingsmacht had over deze wapens.
Standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte zich niet bewust is geweest van het feit dat de goederen van diefstal afkomstig waren en dat de verdachte ook geen redenen had om dit te vermoeden. Verdachte heeft een redelijke prijs van 750 euro voor de tentdoek en 200 euro voor de zaagmachine betaald. Daarnaast is de berging van de woning van de verdachte een bende en heeft hij verklaard dat het gebruikelijk was dat andere mensen daar spullen neerlegden, zodat verdachte niet wist welke spullen er allemaal lagen. Ook heeft hij goederen, zoals de handbogen en pijlen, gekregen van een vriend.
Feit 2
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrij gesproken voor feit 2. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat. Verdachte heeft de omvormers gekocht bij een ijzerboer en niet uitgesloten kan worden dat iemand anders de werkhandschoen van de verdachte heeft gepakt en heeft achtergelaten op de plaats delict.
Feit 3
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 3, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet de eigenaar is van de aangetroffen tas met verdovende middelen. Het kan niet anders dan dat deze tas is achtergelaten door iemand die in zijn huis verbleef, terwijl verdachte op dat moment in Maastricht was. Verdachte heeft verklaard dat het gebruikelijk was dat er meerdere mensen bij hem over de vloer kwamen. Na het horen van een verhaal over een tas met
verdovende middelen in zijn huis, heeft hij het hele huis doorzocht maar heeft hij de tas niet kunnen vinden. Zijn opzet was voorts niet gericht op het voorhanden hebben van de verdovende middelen en hij heeft deze ook niet in zijn machtssfeer gehad.
Feit 4
De raadsman heeft zich met betrekking tot het aanwezig hebben van het stroomstootwapen (het eerste gedachtestreepje) op het standpunt gesteld dat dit onderdeel van de tenlastelegging bewezen kan worden, aangezien verdachte dit wapen bewust voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van het aanwezig hebben van het patroonmagazijn en de hagelpatronen (het tweede en derde gedachtestreepje) heeft de raadsman vrijspraak bepleit, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Hij heeft daartoe aangevoerd dat niet aangenomen kan worden dat verdachte deze goederen, die in dezelfde tas zaten als waar de verdovende middelen in zaten, voorhanden heeft gehad.
Feit 5
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 5 bewezen kan worden, aangezien verdachte deze wapens bewust voorhanden heeft gehad.
Oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 23 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Ik heb een tentdoek gekocht voor een bedrag van 750 euro.
Ik heb het valbeveiligingssysteem zien staan in de berging, het had een opvallende kleur. Deze berging hoort bij mijn woning en is ook van mij.
Ik heb de rode tas met klimgereedschap uit de berging gehaald en in mijn woning gelegd, omdat deze spullen mij wel handig leken.
De zaagmachine heb ik gekocht voor een bedrag van 200 euro en deze lag in mijn woonkamer.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 oktober 2023, opgenomen op pagina 9 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023300541 d.d. 16 februari 2024, inhoudend als verklaring van [naam] :
De deuren van de klimtoren zijn open gebroken en een aantal spullen zijn daaruit ontvreemd:
- tentdoek
Bijzonderheden: Merk: NOMADIK
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever d.d. 10 november 2023, opgenomen op pagina 15. e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Ongeveer anderhalve week voor deze inbraak waren er twee handbogen gestolen uit onze klimtoren op onze locatie. Het gaat om een houten kinderboog en een boog van het merk "verve". Dit is een zwarte
boog met rode accenten. U heeft mij gisteren foto's van twee bogen laten zien. U zegt dat u die heeft aangetroffen bij dezelfde persoon welke ons de tentdoek aanbood. Ik kan u vertellen dat ik beide bogen herken en dat het onze bogen zijn.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 november 2023, opgenomen op pagina 201 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik heb aangifte gedaan namens Wetterskip Fryslân. Ik kwam tot de ontdekking dat er goederen waren weggenomen. Er is een valbeveiliging van het merk DBI SALA weggenomen en er is een rode tas met klimgereedschap weggenomen. In deze rode tas zaten onder andere touwen en extra stukken gereedschap voor de valbeveiliging. Ik zag dat de politie mij enkele foto's liet zien van de aangetroffen goederen en deze herken ik als eigendom van Wetterskip Fryslân.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 september 2023, opgenomen op pagina 268 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Op zaterdag 2 september was ik bij mijn bedrijfsloodsen in Leeuwarden. Bij beide loodsen is ingebroken. Er zijn gereedschappen, accu's en persoonlijke eigendommen gestolen.
Lijst:
FESTOOL CIRKELZAAGMACHINE TS55 Merk: FESTOOL
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] :
Ik trof op de bank een boog aan en zag dat deze houtkleurig was. Naast de keuken trof ik nog een boog aan. Ik zag dat deze zwart van kleur was.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 8 november 2023, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant
[naam] :
Tijdens de zoeking werden in diverse ruimtes in de woning en in een naastgelegen schuurruimte meerdere goederen inbeslaggenomen, die naderhand in een afzonderlijke lijst zijn benoemd:
Schuur: Tilkraan - Groen + 2 katrollen (DBI Sala) Gang: Rode tas + zekering/klim uitrusting
8. Een schriftelijk stuk zijnde een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 8 november 2023, opgenomen op pagina 263 e.v. van voornoemd dossier:
Beslagene
Achternaam : [verdachte] Voornamen : [verdachte]
Categorie omschrijving : Gereedschap Object : Zaagmachine
Merk/type : Festool Ts55
Bewijsoverweging
Voor bewezenverklaring van opzet- of schuldheling is vereist dat de verdachte op het moment van het verwerven of voorhanden krijgen van de goederen wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De rechtbank stelt vast dat er aan het eind van 2023 op meerdere bedrijventerreinen is ingebroken, waarbij verschillende waardevolle goederen zijn weggenomen. Deze goederen zijn vervolgens aangetroffen op meerdere plekken in de woning van de verdachte. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte niet wist en ook niet had kunnen weten dat deze goederen van diefstal afkomstig waren.
Op basis van de bewijsmiddelen en de omstandigheden waaronder de verdachte de goederen voorhanden kreeg, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geconcludeerd dat de verdachte wist ook niet in voorwaardelijke zin dat de goederen van misdrijf afkomstig waren. Daarom zal de verdachte van opzetheling worden vrijgesproken.
Wel is naar het oordeel van de rechtbank sprake van schuldheling van het tentdoek, twee handbogen, het complete valbeveiligingssysteem, de rode tas met klimgereedschap en de zaagmachine. De rechtbank overweegt hierover dat in een situatie waarin personen dergelijke waardevolle spullen aanbieden aan de verdachte en waarin personen onbekende spullen in de berging van de verdachte leggen, op de verdachte een bijzondere onderzoekplicht rust naar de herkomst van die spullen. Dit geldt des te meer nu verdachte een lang strafblad heeft met daarop meerdere vermogensdelicten, zodat een zekere mate van oplettendheid van hem mag worden gevergd. De verdachte geeft voor een deel van de spullen aan niet te weten waar deze vandaan zijn gekomen, terwijl de spullen wel in zijn woning of berging zijn aangetroffen. Als uitgangspunt heeft te gelden dat een bewoner weet welke voorwerpen zich in zijn woning bevinden.
Daarnaast weet de verdachte in twee gevallen niet de volledige naam van de verkopende partij en heeft hij ook geen consistente verklaring afgelegd over het verkrijgen van het gescheurde tentdoek zonder bevestigingsmateriaal. Verdachte heeft in een appbericht (op p. 34 van het dossier)geschreven dat hij het tentdoek zou hebben gekocht op een veiling. Bij de politie verklaart hij vervolgens dat hij het tentdoek van ene [naam] heeft gekocht. De verklaring van verdachte dat hij geld zou hebben gepind voor de betaling van het tentdoek en dat hij de handbogen zou hebben gekregen van een vriend, wordt niet bevestigd door objectieve bewijsmiddelen. De desbetreffende vriend ontkent de handbogen aan verdachte te hebben gegeven. Verdachte heeft geen volledige naam kunnen noemen van de verkoper van de zaagmachine en heeft ook geen duidelijkheid kunnen geven over wie het valbeveiligingssysteem in zijn berging heeft geplaatst. Verdachte heeft wel de rode tas met klimspullen, die hoorde bij het valbeveiligingssysteem, meegenomen naar zijn woning. De zaagmachine en het valbeveiligingssysteem met toebehoren zijn professionele en kostbare werktuigen, zodat van de verdachte verlangd mag worden dat hij kan uitleggen hoe hij aan dergelijke specifieke spullen is gekomen, als achteraf blijkt dat deze spullen gestolen zijn.
De verdachte is ten tijde van het voorhanden krijgen van de eerder genoemde goederen in ernstige mate tekortgeschoten in zijn geldende onderzoekplicht. Dit brengt mee dat de verdachte met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld.
Deelvrijspraak overige spullen
Verdachte zal worden vrijgesproken van schuldheling van de overige spullen genoemd in de tenlastelegging, omdat op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte deze spullen heeft verworven, voorhanden heeft gehad of heeft overgedragen.
Feit 2
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 23 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat ik mij op Marktplaats.nl onder de gebruikersnaam " [verdachte] " heb voorgedaan. Ik heb accus aangeboden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 6 februari 2023, opgenomen op pagina 79 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik doe aangifte van een inbraak in een vakantiehuisje aan de [adres] in [adres] , gemeente Leeuwarden. Ik zag dat de CV-kast rechts naast de woning was opengebroken. Een deurtje was opengebroken en stond zelfs los op de grond. De nieuwe verzegelde gasflessen waren weggenomen. Het raam rechts naast de CV- kast was opengebroken. Ik zag dat het uitzetijzer los hing en er zaten braaksporen in het kozijn van een breekvoorwerp. De eigenaar vertelde toen dat er een elektrische bosmaaier was gestolen en de lader met accu of accu's van deze bosmaaier. Ook waren er twee buitenboordmotoren van het merk Yamaha gestolen. Wat ook opviel, was dat een kleine rib uit het boothuis gehaald was. De boot was uit het boothuis gehaald en naar een watertje ongeveer veertig meter achter de woning gesleept. Daar lag het in het water. Het verplaatsen van deze boot lukt je niet alleen. In het zonneschuurtje zag ik dat er twee stalen kasten open stonden en dat daar omvormers uit zijn gehaald en de accus. Van de eigenaar hoorde ik dat er vier accus van ieder 2.500,- euro weg waren. Het huisje is gezamenlijk eigendom van de familie [slachtoffer 1] en de familie [slachtoffer 2] , die een huisje in de buurt heeft.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor slachtoffer d.d. 22 november 2023, opgenomen op pagina 95 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Er is op 6 februari 2023 midden in de nacht in mijn vakantiewoning ingebroken.
Daarnaast zijn uit de zonneschuur en uit mijn botenhuis een Topcraft Aggregaat en twee Yamaha buitenboord motoren gestolen. Ook is de gaskast de aan mijn recreatiewoning vastzit opengebroken en zijn hieruit twee volle blauwe propaangasflessen mee genomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor betrokkene d.d. 22 november 2023, opgenomen op pagina 98 e.v. van voornoemd dossier, inhoud als verklaring van [naam] :
Na de inbraak in ons familie vakantiehuisje in [adres] , heb ik marktplaats in de gaten gehouden. Kort daarna vond ik het exacte type accu's aangeboden door [verdachte] uit Leeuwarden. Dit betreffen hele specifieke kostbare lithium accu's van Mastervolt. Deze werden aangeboden voor ongeveer 1/3 van de nieuwprijs.
5. Een schriftelijk bescheid zijnde een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Omstandigheden: Bij een inbraak in een vakantie werd een rib(rubberbootje) uit een boothuis getrokken en veertig meter verder in het water gelegd. Tussen het boothuis en de plek waar de boot lag, lag een handschoen op de grond.
Goednummer: PL0100-2023033462-1573266
Object: Handschoen
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van vooronderzoek lab d.d. 20 februari 2023, opgenomen op pagina 107 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Sporendrager
Goednummer : PL0100-2023033462-1573266 SIN : AANO5072NL
Object : Handschoen
Veiliggesteld spoor SIN : AAQN6066NL
Relatie met SIN : AANO5072NL
Plaats veiligstellen : Vingers, aanzet vingers en muis, binnenzijde handpalmzijde
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2023.03.03.094 (aanvraag 001) (met bijlage) d.d. 13 maart 2023, opgenomen op pagina 113 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. S. Tuinman op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige:

Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek

SIN en omschrijving
Beschrijving DNA-
profiel
Celmateriaal kan
afkomstig zijn van
Matchkans
AAQN6066NL#01
Afgeleid DNA-
hoofdprofiel van een man
[verdachte]
Kleiner dan één op
één miljard
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat er op 6 februari 2023 is ingebroken in een vakantiewoning, waarbij onder meer gasflessen, accus, buitenboordmotoren, een aggregaat en een rubberen boot zijn weggenomen. Op 9 februari 2023, kort na de inbraak, zijn exact dezelfde type accu's die zijn weggenomen bij de diefstal, aangeboden op Marktplaats.nl door iemand met de gebruikersnaam " [verdachte] ". De verdachte heeft bevestigd dat hij actief was op Marktplaats.nl onder deze naam en dat hij accu's heeft aangeboden.
De op de plaats delict aangetroffen handschoen is onderzocht. Daarbij is een match gevonden met het DNA-profiel van verdachte met een matchkans kleiner dan één op één miljard is. Dit betekent dat de kans dat het DNA van een ander is dan verdachte kleiner is dan één op één miljard. In het rapport van het NFI is opgenomen dat bij matches met een lage bewijskracht en waarbij verwantschap een rol speelt een kans bestaat dat er een match wordt verkregen met een persoon van wie het spoor niet afkomstig is. Gelet op de hoge bewijskracht van de match en het feit dat verwantschap geen rol speelt, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de uitkomst van het DNA onderzoek. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat op de handschoen het DNA van verdachte is aangetroffen.
Gelet op het korte tijdsbestek tussen de inbraak en het door de verdachte aanbieden op Marktplaats.nl van soortgelijke accu's, het aantreffen van DNA van de verdachte op de plaats delict en het ontbreken van een geloofwaardige en verifieerbare verklaring van de verdachte hierover, het feit dat er bij medeverdachte (en vriend van verdachte) [medeverdachte] een Topcraft aggregaat en meerdere gasflessen zijn aangetroffen en de verklaring van de aangever dat het onmogelijk is om het rubberen bootje alléén te verplaatsen, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging met braak. Anders dan de verdachte heeft betoogd, acht de rechtbank het ongeloofwaardig en onwaarschijnlijk dat iemand anders dan de verdachte de werkhandschoen (waarop aan de binnenkant DNA van de verdachte is aangetroffen) heeft meegenomen naar de plaats delict. Dit scenario vindt geen enkele steun in de overige stukken uit het dossier.
Feit 3
De rechtbank acht feit 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2023, opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] :
Op 8 november 2023 zijn wij de woning van verdachte binnengetreden. Ik liep vanuit de slaapkamer door een achtergang. Ik zag dat ik op een tas stond. Ik zag in de tas het volgende liggen:
- doorzichtige diepvrieszak met daarin wit plakkaat met witte substantie. Ik had het
vermoeden dat dit zou gaan om amfetamine.
Ik zag dat ik had gestaan op een doorzichtige plastic bak met daarop een grijze deksel. Ik zag dat daarin witte resten met ook vermoedelijke amfetamine.
2. Een schriftelijk stuk zijnde een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 8 november 2023, opgenomen op pagina 348 e.v. van voornoemd dossier:
Volgnummer 3
Goednummer : PL0100-2023282564-1659322
Inhoud/specificatie : 136 gram bruto gewogen. Bijzonderheden : Tontarelli box grijze deksel wit poeder
Volgnummer 4
Goednummer : PL0100-2023282564-1659324
Bijzonderheden : Plastic zip lock bag wit poeder.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 10 november 2023, opgenomen op pagina 362 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
ITEM 1
SIN originele partij : AAQV5973NL Goednummer : 1659324 Omschrijving verpakking : sluitzak Inhoud : Kleverige natte substantie Kleur : Wit gekleurd
Bruto gewicht originele partij : 633,03 gram Monster SIN : AAQR6246NL
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 11 december 2023, opgenomen op pagina 370 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
SIN originele partij : AARH9352NL Goednummer : 1659322
Omschrijving verpakking : Een kleurloze, plastic bak met een grijs, plastic deksel van het merk Nuvola Tontarelli
Inhoud : poeder
Kleur : wit tot lichtgeel
Netto gewicht originele partij: 11,11 gram Monster SIN : AARD9766NL
5. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2023.12.12.017 (aanvraag 003) d.d. 26 januari 2024, opgenomen op pagina 368 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever - Heezen op de door haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige:

Tabel 1: Onderzoeksmateriaal en resultaat

Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAQR6246NL
monster witte substantie
bevat amfetamine
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2023.12.12.017 (aanvraag 001) d.d. 12 december 2023, opgenomen op pagina 374 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige:

Tabel 1: Onderzoeksmateriaal en resultaat

Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AARD9766NL
Poeder en brokjes, wit tot geel, uit 11,11 gram; aantal bemonsteringen in
onderzoek: een
bevat amfetamine
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat een verbalisant tijdens het zoekend rondkijken in de woning van de verdachte op een tas is gaan staan en hoorde dat hij iets stuk had gemaakt. Toen de verbalisant wilde kijken wat hij stuk had gemaakt zag hij in de tas onder andere witte plakkaten liggen waarvan hij het vermoeden had dat het verdovende middelen waren. Uit onderzoek naar deze witte plakkaten bleek dat het amfetamine betrof.
Voor een bewezenverklaring van het aanwezig hebben van verdovende middelen is volgens vaste rechtspraak nodig dat er bewijs is dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van de drugs en dat hij de beschikkingsmacht hierover heeft gehad.
De rechtbank overweegt dat als uitgangspunt geldt dat een bewoner weet welke voorwerpen zich in zijn woning bevinden. Van dit uitgangspunt wordt alleen afgeweken indien sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat opzet op de aanwezigheid van de drugs, ook in voorwaardelijk zin, ontbreekt. De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval van dergelijke bijzondere omstandigheden niet blijkt. De in de woning aangetroffen verdovende middelen zijn in een tas op een toegankelijke plek aangetroffen. Namelijk op de grond in de doorgang naar de "hobbykamer". Verdachte maakte gebruik van deze woning en de hobbykamer. Daarmee staat in beginsel vast dat verdachte heeft geweten dat deze spullen er lagen en waren deze dus in zijn machtssfeer. Hier
komt bij dat verdachte geen aannemelijke verklaring voor het aantreffen van de verdovende middelen heeft gegeven. Verdachte heeft zijn verklaring dat die tas er door iemand anders is neergelegd op het moment dat hij in Maastricht was op geen enkele manier onderbouwd. Bovendien heeft degene van wie de tas zou zijn volgens verdachte ontkend dat deze tas van hem is. Gelet hierop zal de rechtbank het door verdachte geschetste alternatieve scenario terzijde stellen.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte ongeveer 640 gram amfetamine voorhanden heeft gehad.
Deelvrijspraak overige hoeveelheid amfetamine
Verdachte zal worden vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben van de overige hoeveelheid amfetamine in de tenlastelegging. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen waar deze hoeveelheid amfetamine in de woning is aangetroffen. Gelet hierop kan de rechtbank niet beoordelen in hoeverre verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van de drugs en of hij de beschikkingsmacht over deze drugs heeft gehad. Het enkele feit dat de drugs in de woning van verdachte is aangetroffen is hiervoor onvoldoende.
Feit 4
De rechtbank acht feit 4 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven.
De door verdachte ter zitting van 23 april 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Het klopt dat het voorwerp dat lijkt op een stroomstootwapen van mij is.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 11 november 2023, opgenomen op pagina 384 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Op 8 november 2023 zijn wij de woning van verdachte binnengetreden. In de woning werden meerdere soorten munitie en een patroonhouder aangetroffen.
Foto 7:
Tasje, waarin harddrugs en patroonhoudergordel + patronen, een patroonhouder voor handvuurwapen en een stroomstootwapen werden aangetroffen. Aangetroffen in de slaapkamer boven, achter de hot-tub in de doorgang naar de "hobbykamer".
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 17 december 2023, opgenomen op pagina 422 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Het is een stroomstootwapen. Dit voorwerp is een handwapen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht niet zijnde een medisch hulpmiddel. De vrijstelling als bedoeld in artikel 21 RWM is niet van toepassing. Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie II onder 5 van de WWM.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 21 februari 2024, opgenomen op pagina 402 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Object : Wezenlijk onderdeel vuurwapen (patroonmagazijn)
Merk: Bruni
Kaliber : 9mm P.A.K.(Knal)
Het betreft hier een patroonmagazijn. Dit is een specifiek bestemd onderdeel van vuurwapens in het kaliber 9mm knal en is van wezenlijke aard voor de werking daarvan.
Categorisering
Het betreft hier een specifiek en wezenlijk onderdeel van vuurwapens als bedoeld in artikel 1.2.3 van de Circulaire wapens munitie 2019. Gelet op artikel 3 lid 1 Wet Wapens en Munitie zijn de bepalingen van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie mede van toepassing op dit patroonmagazijn.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 18 december 2023, opgenomen op pagina 410 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Object : Munitie (Hagelpatroon). Bijzonderheden : 10 stuks in een riem.
Het betreft munitie die uitsluitend geschikt is voor vuurwapens van de categorie II.
Derhalve is dit munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie II onder 1 van de WWM. Ik zag dat het ging om hagelpatronen. Ik zag dat het ging om een 12/70 kaliber hagelpatroon 32 gram.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat het patroonmagazijn en de munitie (10 stuks hagelpatronen) zijn aangetroffen in dezelfde tas als waarin de amfetamine lag. Onder verwijzing naar hetgeen bij feit 3 is overwogen, verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman dat de verdachte geen wetenschap en beschikkingsmacht heeft gehad over de in zijn woning aangetroffen tas. Dit betekent dat de rechtbank bewezen acht dat verdachte het patroonmagazijn en de munitie (10 stuks hagelpatronen) voorhanden heeft gehad.
Deelvrijspraak overige munitie
Verdachte zal worden vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben van de overige munitie (10 stuks hagelpatronen). De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen waar deze hagelpatronen in de woning zijn aangetroffen. Gelet hierop kan de rechtbank niet beoordelen in hoeverre verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van deze patronen en of hij de beschikkingsmacht hierover heeft gehad. Het enkele feit dat de hagelpatronen in de woning van verdachte zijn aangetroffen is hiervoor onvoldoende.
Feit 5
De rechtbank acht het onder 5. ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Omdat verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin Sv.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 april 2024;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 17 december 2023, opgenomen op pagina 417 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 18 december 2023, opgenomen op pagina 428 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 18 december 2023, opgenomen op pagina 432 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek wapen (met bijlage) d.d. 18 december 2023, opgenomen op pagina 435 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2, 3, 4 en 5 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij in de periode van 4 augustus 2023 tot en met 8 november 2023 te Leeuwarden
  • een tentdoek, van het merk Nomadik en twee handbogen en
  • een compleet valbeveiligingssysteem (merk DBI SALA) en een rode tas met klimgereedschap en
  • een zaagmachine (merk Festool),
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijze had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen;
hij op 6 februari 2023 te [adres] , in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, uit een vakantiewoning gelegen aan de [adres] , 2 verzegelde gasflessen en een elektrische bosmaaier met de lader en accu's en buitenboordmotoren (merk Yamaha) en omvormers en een aggregaat (merk Topcraft) en een rubberen boot die aan [slachtoffer 1] en/of dhr./mw. [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
hij op 8 november 2023 te Leeuwarden opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid amfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
hij op 8 november 2023 te Leeuwarden wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1
  • van categorie II onder 5 van de Wet wapens en Munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht en
  • van categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een patroonmagazijn, zijnde een wezenlijk onderdeel van een vuurwapen, merk Bruni, 9mm P.A.K.(Knal) en
  • munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie II onder 1, te weten 10 hagelpatronen, 12/70 kaliber, voorhanden heeft gehad;
hij op 8 november 2023 te Leeuwarden wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1
  • van categorie I, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes (merk Microtech M390) en
  • van categorie I, onder 6 van de Wet Wapens en munitie, te weten een katapult en
  • van categorie I, onder 7 van de Wet Wapens en munitie, te weten 4 stiletto's (merk Kc en Browning), voorhanden heeft gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
primair schuldheling, meermalen gepleegd;
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, terwijl dit feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, met uitzondering van onderdeel 2º of onderdeel 7º,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
5. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair, 2, 3, 4 en 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan een gedeelte van 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met daarbij de door reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest, een voorwaardelijke gevangenisstraf met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en een taakstraf.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
Verdachte had in zijn berging en woning meerdere spullen aanwezig die afkomstig bleken van drie verschillende diefstallen. Daarnaast heeft verdachte op 6 februari 2023 samen met een ander bij een vakantiewoning onder meer gasflessen, accus, buitenboordmotoren en een aggregaat weggenomen. Verdachte en zijn mededader zijn de vakantiewoning binnen gekomen door een uitzetraam los te breken en hierdoor naar binnen te klimmen. Verdachte heeft met zijn handelen laten zien dat hij geen respect heeft voor de eigendommen van een ander. Bovendien zorgen deze feiten voor veel overlast bij de slachtoffers. Zij moeten hun spullen missen en er ontstaat vaak schade aan de woning of het bedrijfspand door de diefstal. Daarnaast heeft verdachte ongeveer 640 gram amfetamine voorhanden gehad. Verdachte heeft op deze manier bijgedragen aan de instandhouding van drugsgebruik en drugshandel. Door het bezit van drugs en daarmee samenhangende handel daarin ontstaat schade en overlast voor de samenleving vanwege andere vormen van criminaliteit die gepaard gaan met het drugsgebruik. Tot slot heeft verdachte een stroomstootwapen, een patroonmagazijn, kogelpatronen, een katapult en diverse messen in zijn woning gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee.
Documentatie
Uit de justitiële documentatie van verdachte van 24 april 2024 volgt dat verdachte op 8 maart 2021 eerder is veroordeeld vanwege Opiumwet gerelateerde feiten en op 27 september 2022 werd veroordeeld voor schuldheling. De feiten zijn gepleegd in een lopende proeftijd.
Persoon van verdachte
Uit het reclasseringsrapport van 6 maart 2024 volgt dat verdachte sinds 2013 in beeld komt voor wapenbezit en verschillende verkeers-, drugs- en vermogensfeiten. Als delictgerelateerd worden het sociaal netwerk, financiën, het psychosociaal functioneren en de houding van verdachte aangemerkt. Nadat verdachte medio augustus 2022 uit detentie kwam had hij goede intenties en is er een positieve gedragsverandering ingezet op het gebied van werk. Toch is er nog steeds sprake van een negatief sociaal netwerk, inadequate copingvaardigheden en schulden. Verdachte wil het anders, maar een proactieve houding lijkt te ontbreken. Hij stelt zijn vrijheid op prijs en lijkt met de dag te leven, waardoor hij zaken op zijn beloop laat. De kans op herhaling wordt door de reclassering ingeschat op gemiddeld. Bij een veroordeling adviseert de reclassering de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en meewerken aan schuldhulpverlening.
Op te leggen straf
In het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) zijn oriëntatiepunten vastgelegd. Uit deze oriëntatiepunten volgt bij een inbraak uit een woning een gevangenisstraf van drie maanden als uitgangspunt. Voor het aanwezig hebben van 500 tot 1000 gram harddrugs geldt als oriëntatiepunt een gevangenisstraf van drie maanden. Voor het aanwezig hebben van diverse messen, hagelpatronen en een patroonhouder geldt als oriëntatiepunt een geldboete. Voor schuldheling zijn geen oriëntatiepunten vastgesteld. De rechtbank zal voor de heling aansluiting zoeken bij het oriëntatiepunt voor diefstal uit een bedrijfspand, omdat een heler eenzelfde verwijt kan worden gemaakt als een dief. De rechtbank houdt er rekening mee dat verdachte wordt veroordeeld voor schuldheling en neemt als uitgangspunt drie weken gevangenisstraf per heling.
De rechtbank weegt in strafvermeerderende zin mee dat verdachte al eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en in een proeftijd liep. Dit heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw de fout in te gaan. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte de diefstal uit de vakantiewoning samen met een ander heeft gepleegd. De rechtbank neemt ook in aanmerking dat verdachte zowel bij de politie als ter zitting geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van drie jaren passend en geboden is. Gelet op de hierboven genoemde omstandigheden komt de rechtbank tot een hogere straf dan de officier van justitie. De rechtbank legt de voorwaardelijke straf op om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen en om oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden mogelijk te maken. Door deze voorwaarden op te leggen kan verdachte werken aan het aanleren van adequate copingvaardigheden, zijn zelfinzicht en het aanpakken van de schuldenproblematiek. Hiermee beoogt de rechtbank de kans dat verdachte opnieuw strafbare feiten zal plegen te verkleinen.

Beslag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen genoemd onder 1, 2 en 3 op de beslaglijst, die aan dit vonnis is gehecht en waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden
beschouwd, worden onttrokken aan het verkeer. Verder heeft de officier van justitie gevorderd dat het in beslag genomen geldbedrag van in totaal 345,00 (de goederen onder 4, 5 en 6 op de beslaglijst) wordt teruggegeven aan verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht dat de in beslag genomen goederen genoemd onder 1, 2, 4, 5, 6 en 7 op de beslaglijst, aan verdachte worden teruggegeven.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal gelasten dat de in beslag genomen goederen onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 op de beslaglijst zullen worden teruggegeven aan de verdachte. Dit omdat naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van goederen 1, 2 en 3 op de beslaglijst niet is voldaan aan de vereisten in artikel 36c van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast vindt de rechtbank dat het geen voorwerpen zijn die kunnen dienen tot het begaan of voorbereiding van strafbare feiten of de belemmering van de opsporing daarvan. Gelet hierop is ook niet aan de eisen van artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht voldaan zodat er naar het oordeel van de rechtbank geen grondslag voor het onttrekking aan het verkeer van deze voorwerpen.

Benadeelde partij

De heer [naam] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van 720,00 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De benadeelde partij heeft daarnaast een bedrag van 190,00 gevorderd ter vergoeding van proceskosten.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank merkt op dat de vordering van de benadeelde partij ziet op een feit dat niet (meer) aan de verdachte ten laste is gelegd. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in de vordering niet- ontvankelijk verklaren.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk vonnis van 27 september 2022 van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland te Leeuwarden, is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 weken met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 12 oktober 2022. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 10 januari 2024 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de volledige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gevorderd, waarbij de gevangenisstraf omgezet dient te worden naar een taakstraf.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de voorwaardelijke straf tenuitvoergelegd kan worden. De raadsman heeft bepleit dat de gevangenisstraf omgezet moet worden naar een taakstraf zodat een gevangenisstraf de huidige persoonlijke ontwikkeling van de verdachte niet zal doorkruisen.
Oordeel van de rechtbank:
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten 1 primair, 2, 3, 4 en 5 heeft begaan voor het einde van de proeftijd, zal de rechtbank de volledige tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf. De rechtbank ziet geen aanleiding om de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 5 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
veroordeelde meldt zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering VNN op het adres Oostergoweg 6 te Leeuwarden. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
veroordeelde laat zich behandelen door het [instelling] van GGZ Friesland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start per eerstvolgend aanbod. De behandeling duurt zolang als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:

Verklaart de vordering van [naam] niet-ontvankelijk. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18.099192.22:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 27 september 2022, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 5 weken.

Beslissing op de in beslag genomen goederen:

Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen goederen op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst met nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Joha, voorzitter, mr. M.J. Dijkstra en mr. L.S. Langius, rechters, bijgestaan door mr. S.J. Boersma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 mei 2024.
Mr. M.E. Joha en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage

Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel
Parketnummer: 18.296385.23 Naam verdachte: [verdachte]

Voorwerpen

1. STK Luchtbuks
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659313)
2 1 STK Luchtbuks
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659330, Hercules) 3 1 STK Mes
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659441)
4 2023282564- G1659458 IBG 8 november 2023 250
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659458)
5 2023282564- G1659459 IBG 8 november 2023 40
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659459)
6 2023282564- G1659461 IBG 8 november 2023 40
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659461)
7 2023282564- G1659462 IBG 8 november 2023 15
(Omschrijving: PL0100-2023282564-G1659462)