Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
- de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 157 en 162 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- artikel 10.2 van de Wet milieubeheer.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen.
een gedeelte, groot 104 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
een taakstraf voor de duur van 140 uren.
70 dagenzal worden toegepast.
Benadeelde partij
Rijkswaterstaatniet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.