Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Matheus [naam]
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Op 28 juli 2022 reed ik over de [snelweg] vanaf [plaatsnaam] in de richting van [plaatsnaam] . Ter hoogte van hectometerpaal [aanduiding] zag ik plots 2 langzaam rijdende vrachtwagens voor me rijden. Ze reden ongeveer 30 km/uur en dit was daardoor erg gevaarlijk en hinderlijk. Er reden nog 3 andere auto's in mijn nabijheid. De bestuurders van de vrachtwagens blokkeerden duidelijk opzettelijk de volledige snelweg en gingen slingeren op het moment dat auto's in probeerden te halen om hun dus de pas te snijden.
lk doe namens Rijkswaterstaat Nederland aangifte van vernieling, versperren of onbruikbaar maken van de [snelweg] [plaatsnaam] links [aanduiding] tijdens de boerenprotestacties op donderdag 28 juli 2022. Het betreft rijstroken van de [snelweg] [plaatsnaam] . Door deze handelingen is er gevaar ontstaan voor weggebruikers.
Op rijstrook 1 en 2 werden een groot aantal autobanden aangetroffen. Tussen deze banden lagen houten afrasteringspalen, een houten plaat en meerdere houten pallets. De banden lagen als een berg tussen rijstrook 1 en 2. De berg banden was dusdanig groot dat de banden over de breedte van beide rijstroken uitgespreid lagen.
“Het kenteken [kenteken] betreft een aanhanger. Het kenteken staat op naam van [bedrijf] , [adres] ”
Het contact dat ik met de vrachtwagenchauffeurs heb gehad ging over hoe het op de snelweg was en waar hij was. Hij zou het verkeer vanaf [plaatsnaam] richting
Ik word [naam] genoemd.”
In het onderzoek [naam] is verdachte [naam] meerdere malen gehoord. Haar werd het op 27 juli 2022 om 9.43 uur vanaf haar telefoon verstuurde Whatsapp-bericht voorgehouden waarin het volgende staat:
Op donderdag 17 november 2022 heb ik, verbalisant [naam] , een aanvraag vordering verstrekking verkeersgegevens opgemaakt ter zake telefoonnummer [nummer] over de periode van 26-07-2022 23:59 tot en met 28-07-2022 24:00 uur.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
1. Rijkswaterstaat tot een bedrag van € 10.400,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
2. [naam] , tot een bedrag van € 565,83 ter vergoeding van materiële schade en € 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
Toepassing van wetsartikelen
- de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24c, 36f, 48, 49, 57, 62 en 162 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- artikel 10.2 van de Wet milieubeheer;
- de artikelen 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.