ECLI:NL:RBNNE:2024:1716

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
18-180451-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake heropening van het onderzoek naar de persoon van de verdachte in een strafzaak met ernstige beschuldigingen

Op 7 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2001, die wordt beschuldigd van ernstige strafbare feiten, waaronder poging tot moord en seksueel geweld. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend na het constateren dat er onvoldoende informatie was over de persoon van de verdachte om een weloverwogen beslissing te nemen over de op te leggen straf of maatregel. Dit besluit volgde op een eerdere zitting op 23 april 2024, waar de verdachte aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, en het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door een officier van justitie.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende pro Justitia-rapportages, waaronder die van psycholoog N. van der Weegen en psychiater F. Harmanny-Wiersma, die beiden hebben aangegeven dat de verdachte niet volledig heeft meegewerkt aan hun onderzoeken. De psycholoog concludeerde dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en dat het recidiverisico hoog is, terwijl de psychiater aanwijzingen vond voor een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. De reclassering heeft ook geadviseerd om de verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum, maar heeft negatief geadviseerd over de oplegging van tbs met voorwaarden, gezien de ernst van de beschuldigingen en het gebrek aan medewerking van de verdachte.

De rechtbank heeft besloten dat, gezien de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn bereidheid om mee te werken aan nader onderzoek, het noodzakelijk is om de mogelijkheden van een maatregel tot tbs met voorwaarden verder te onderzoeken. De rechtbank heeft de officier van justitie opdracht gegeven om een aanvullend psychiatrisch rapport op te laten stellen en het onderzoek zal worden hervat op een nader te bepalen datum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummers 18/180451-23; 18/050586-21 (tul)

Tussenvonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
23 april 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.A.C. de Vilder-van Overmeire, advocaat te Amsterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige kamer van 23 april 2024 is aan dit tussenvonnis gehecht.
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 19 juli 2023 te Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] :
  • voornoemde [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of (daarbij) heeft gezegd dat zij maar beter mee konwerken en/of
  • voornoemde [slachtoffer] op de grond heeft gegooid, althans tegen de grond heeft gewerkt en/of
(vervolgens) bovenop die [slachtoffer] is gaan zitten en/of liggen en/of
  • zijn hand op de mond en/of de keel van die [slachtoffer] heeft gedrukt en/of de neus van die[slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of (daarbij) heeft gezegd: "Ik kan je ook knock-out slaan of laten stikken of met een knock-out spray" en/of
  • (met) een mes, althans een scherp/puntig voorwerp in de hals van die [slachtoffer] heeft gedrukt en/ofgekrast en/of (daarbij) gezegd: "Ik kan je hier dood maken en begraven en dan gaat niemand je vinden" en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij zich door hem, verdachte, moest laten neuken en dat ze danweg kon en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "Of je gaat mij neuken of je gaat mij pijpen" en/of (vervolgens) zijnbroek heeft uitgedaan en/of
  • in/tegen het gezicht van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of geschopt en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "ik wil je in je kont of kut neuken" en/of
  • de billen van die [slachtoffer] heeft betast en/of (daarbij) heeft gezegd dat hij in doggy-style wilde,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 19 juli 2023 te Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, waardoor gedurende enige tijd de ademhaling van die [slachtoffer] werd belet, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 juli 2023 te Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen gehouden, waardoor gedurende enige tijd de ademhaling van die [slachtoffer] werd belet;
3
hij op of omstreeks 19 juli 2023 te Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen:
  • (met) een mes, althans een scherp/puntig voorwerp in de hals van die [slachtoffer] heeft gedrukt en/ofgekrast en/of
  • (met kracht en/of gebalde vuist) in het gezicht van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/ofin het gezicht van die [slachtoffer] heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 juli 2023 te Assen, [slachtoffer] heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte: - (met) een mes, althans een scherp/puntig voorwerp in de hals van die [slachtoffer] gedrukt en/of gekrast en/of
- ( (met kracht en/of gebalde vuist) in het gezicht van die [slachtoffer] geslagen en/of gestompt en/of in hetgezicht van die [slachtoffer] heeft geschopt.
Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is tijdens de beraadslaging in raadkamer gebleken dat het onderzoek ten aanzien van de persoon van verdachte niet volledig is geweest, zodat het onderzoek moet worden heropend. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank acht zich op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende voorgelicht over de persoon van verdachte ten tijde van de feiten waarvan hij wordt verdacht om te kunnen bepalen of (een) en zo ja, welke straf en/of maatregel aan verdachte zou moeten worden opgelegd bij een eventuele bewezenverklaring.
De rechtbank heeft onder meer kennis genomen van de pro Justitia-rapportages, te weten het rapport van psycholoog N. van der Weegen d.d. 19 februari 2024 en het rapport van psychiater F. Harmanny-Wiersma d.d. 4 april 2024. Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het advies van Reclassering Nederland d.d. 19 april 2024.
De pro Justitia-rapportages
De psycholoog schrijft in het pro Justitia-rapport dat verdachte beperkt heeft meegewerkt aan het onderzoek. Verdachte wilde dat de psycholoog zou spreken met zijn moeder en pleegmoeder, maar wilde nadat de psycholoog hen had gesproken zijn toestemming intrekken. Daarnaast bleef verdachte weigeren een toestemmingsverklaring te ondertekenen waarmee het voor de psycholoog mogelijk zou zijn informatie bij eerdere behandelaars op te vragen. Tot slot wilde verdachte niet alle vragen beantwoorden, vulde hij geen vragenlijsten in en wilde hij niet veel over het ten laste gelegde vertellen. Verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en narcistische trekken en er is sprake van problemen op het gebied van agressie- en emotieregulatie en een gebrek aan empathie. De psycholoog heeft onvoldoende zicht op verdachte gekregen om andere stoornissen te kunnen vaststellen of uitsluiten. Het recidiverisico op zowel seksueel delictgedrag als gewelddadig gedrag wordt als hoog ingeschat en wordt gevormd door de persoonlijkheidsstoornis van verdachte en door de instabiliteit op alle leefgebieden. De psycholoog adviseert verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum om meer duidelijkheid te krijgen over de problematiek en het functioneren van verdachte.
De psychiater schrijft in het pro Justitia-rapport dat verdachte niet heeft meegewerkt aan het onderzoek. Tijdens het eerste gesprek keerde verdachte niet terug na een toiletbezoek. Voordat het tweede gesprek was begonnen vertelde verdachte eerst een brief uit zijn cel te willen halen, waarna hij niet terugkeerde. Bij de derde afspraak gaf verdachte aan op advies van zijn advocaat niet te zullen meewerken aan het onderzoek. Bij verdachte zijn aanwijzingen voor een neurobiologische ontwikkelingsstoornis waar een lichtverstandelijke beperking, ADHD en autismespectrumstoornis onderdeel van zijn. Daarnaast ziet de psychiater op basis van de informatie van de moeder en pleegmoeder van verdachte aanwijzingen die wijzen op hyperseksualiteit en mogelijk parafilie. De psychiater adviseert eveneens verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum.
Het reclasseringsadvies
De reclassering heeft geadviseerd verdachte te laten observeren in het Pieter Baan Centrum, conform hetgeen de pro Justitia-onderzoekers in overweging geven. De reclassering acht nader onderzoek in het Pieter Baan Centrum wenselijk om zodoende een beter beeld te krijgen van de problematiek die bij verdachte speelt.
De reclassering adviseert negatief over oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden. Zij beschrijft dat deze maatregel aan de orde is als het recidivegevaar naar verwachting voldoende kan worden afgewend door het stellen van voorwaarden die zien op het gedrag van de terbeschikkinggestelde. De reclassering komt tot haar negatieve advies omdat verdachte wordt verdacht van ernstige strafbare feiten, geen probleem- of ziektebesef toont, niet goed heeft meegewerkt aan de rapportages en niet gemotiveerd is voor een langdurige klinische behandeling. De reclassering adviseert de rechtbank de maatregel tot tbs met verpleging van overheidswege op te leggen.
Het standpunt van verdachte en zijn raadsvrouw ter terechtzitting
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard mee te willen werken aan nader onderzoek naar zijn persoon en open te staan voor behandeling.
De raadsvrouw heeft benadrukt dat verdachte bereid is zich te houden aan voorwaarden, die al dan niet in een tbs-setting kunnen worden gegoten. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om in het geval dat de rechtbank oplegging van een maatregel overweegt, het onderzoek te heropenen en een psychiatrisch onderzoek te gelasten. Aan dit onderzoek wil verdachte meewerken.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het ten laste gelegde, de inhoud van de pro Justitia-rapportages van de psycholoog en de psychiater, de inhoud van het reclasseringsrapport, de justitiële documentatie van verdachte en de verklaring van verdachte en zijn raadsvrouw ter terechtzitting, is de rechtbank van oordeel dat het voor een zorgvuldige afdoening van deze zaak van belang is dat zij nader over de persoon van verdachte wordt geïnformeerd.
De rechtbank stelt vast dat het advies van de reclassering, om in geval van veroordeling de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege op te leggen, met name is ingegeven door het feit dat verdachte niet heeft willen meewerken aan het onderzoek door de psychiater en verdachte slechts ten dele heeft willen meewerken aan het onderzoek door de psycholoog. Als gevolg hiervan hebben zij geen advies kunnen uitbrengen over de mate waarin het ten laste gelegde aan verdachte kan worden toegerekend. Gelet op het voorgaande kon de reclassering niet tot het oordeel komen dat de maatregel tot tbs met voorwaarden de geëigende manier is om het recidiverisico voldoende te verminderen.
De rechtbank ziet gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte, het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van gewelds- of zedenfeiten en gelet op zijn verklaring ter terechtzitting dat hij wil meewerken aan nader onderzoek en openstaat voor behandeling, aanleiding de mogelijkheden van een maatregel tot tbs met voorwaarden nader te laten onderzoeken.
De rechtbank zal daartoe de stukken in handen van de officier van justitie stellen teneinde conform het verzoek van de raadsvrouw de reeds benoemde psychiater in de gelegenheid te stellen aanvullend onderzoek te doen naar de persoon van verdachte en de vragen te beantwoorden uit de brief tot benoeming van de deskundige van 20 december 2023. Na ontvangst van de aanvullende rapportage van de psychiater zal de reclassering advies dienen uit te brengen over de mogelijkheid tot oplegging van een maatregel tot tbs met voorwaarden.
De rechtbank:
  • heropent het onderzoek ter terechtzitting;
  • stelt de stukken in handen van de officier van justitie, teneinde zorg te dragen voor het laten opmakenvan een aanvullend psychiatrisch rapport, zoals hiervoor overwogen;
  • stelt de officier van justitie vervolgens na ontvangst van de rapportage van de psychiater in degelegenheid de reclassering opdracht te geven tot het opmaken van (aanvullende) rapportage, zoals hiervoor overwogen;
  • beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen dag en tijdstip waarop het onderzoek terterechtzitting zal worden hervat, met kennisgeving daarvan aan de benadeelde partij;
  • schorst het onderzoek voor een langere dan de in artikel 282, tweede lid, van het Wetboek vanStrafvordering gestelde termijn van een maand, maar niet langer dan drie maanden, om de klemmende reden dat bedoeld onderzoek niet binnen een maand kan worden voltooid.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. F. Sieders, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en mr. J.R. Koning, rechters, bijgestaan door mr. R. de Boer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 07 mei 2024.
Mr. A.S. Venema-Dietvorst is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.