ECLI:NL:RBNNE:2024:17
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens drugsmisbruik en afwijzing verzoek voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 januari 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door de directie van het CBR, die op 13 november 2023 had besloten dat verzoeker ongeschikt was om te rijden vanwege drugsmisbruik. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bijzondere belangen van verzoeker, waaronder zijn werk als zelfstandige en de zorg voor zijn zoontje, niet opwegen tegen het algemene belang van de verkeersveiligheid. De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoeker in het verleden is aangehouden voor rijden onder invloed van cannabis en dat hij heeft geweigerd mee te werken aan een bloedproef. Laboratoriumonderzoek heeft aangetoond dat er sprake was van drugsmisbruik, wat door een psychiater is bevestigd. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen aanleiding is om het besluit van het CBR te schorsen, aangezien de psychiater goed onderbouwd heeft dat verzoeker nog steeds drugsmisbruik vertoont. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, waardoor het rijbewijs van verzoeker ongeldig blijft. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.