ECLI:NL:RBNNE:2024:1687
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 22 april 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland het verzoek tot wraking van mr. G. Eelsing ongegrond verklaard. Het verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Cras, stelde dat de rechter vooringenomen was in de strafzaak tegen hem, die op 5 januari 2023 inhoudelijk was behandeld. De wraking werd aangevraagd naar aanleiding van opmerkingen van de rechter tijdens de zitting op 4 maart 2024, waarbij de verzoeker vond dat de rechter selectief omging met de deskundigenrapportages en geen ruimte liet voor ontlastende bewijsstukken. De rechter betwistte deze beschuldigingen en stelde dat zij de relevante hypotheses en conclusies uit de rapportages correct had gepresenteerd.
De rechtbank overwoog dat voor een wrakingsverzoek concrete feiten en omstandigheden moeten worden aangetoond die de vrees voor partijdigheid objectief rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking geen dergelijke feiten bevatte. De rechter had de verklaringen van de betrokken partijen en deskundigen op een evenwichtige manier gepresenteerd en de verzoeker had voldoende gelegenheid gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen. De rechtbank stelde vast dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter.
Daarom werd het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en werd bepaald dat de procedure in de strafzaak met parketnummer 18/175607-22 voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.