In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 23 april 2024, zijn de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om overname van private schulden beoordeeld. Eisers, erkende gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire, hadden de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om hun private schulden over te nemen. De rechtbank oordeelt dat de schulden niet voldoen aan de wettelijke voorwaarden voor overname, zoals vastgelegd in de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank stelt vast dat de schulden informele leningen zijn die niet opeisbaar zijn en niet zijn vastgelegd in een notariële akte. De rechtbank heeft de beroepen op 30 januari 2024 behandeld, waarbij eisers en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat er geen bewijs is overgelegd van een privaatrechtelijke en opeisbare vordering, en dat de aanvragen tot overname van de schulden terecht zijn afgewezen. De beroepen worden ongegrond verklaard, en eisers krijgen geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.