ECLI:NL:RBNNE:2024:1560

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10789392 CV EXPL 23-7319
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in consumentenrechtelijke zaak over onbetaalde facturen voor deelauto

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, is een tussenvonnis uitgesproken in een consumentenrechtelijke kwestie. De eisende partij, Greenwheels, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die onbetaald gelaten facturen voor het gebruik van een deelauto heeft. De overeenkomst tussen Greenwheels en de gedaagde is op 22 juli 2022 tot stand gekomen, waarbij de gedaagde zich verplichtte tot betaling van abonnementskosten en ritprijzen. Greenwheels heeft vijf facturen verzonden, die allen onbetaald zijn gebleven, met een totale vordering van € 3.016,65, vermeerderd met rente en incassokosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering betrekking heeft op een overeenkomst tussen een consument en een handelaar, en dat Greenwheels moet voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten. De rechter heeft geoordeeld dat Greenwheels onvoldoende heeft aangetoond dat aan deze informatieplichten is voldaan. Daarom is Greenwheels in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de naleving van deze verplichtingen en de eventuele sanctionering bij schending.

Daarnaast heeft de kantonrechter opgemerkt dat er mogelijk oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden van Greenwheels staan, die moeten worden beoordeeld. De rechter heeft Greenwheels ook gevraagd om toelichting te geven op specifieke kosten en boetes die aan de gedaagde zijn doorbelast. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Greenwheels op 30 april 2024 een akte van uitlating moet indienen, waarna de gedaagde vier weken later kan reageren.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: 10789392 \ CV EXPL 23-7319
Vonnis van 2 april 2024
in de zaak van
COLLECT CAR B.V., handelend onder de naam Greenwheels,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Greenwheels.,
gemachtigde: Invorderingsbedrijf,
kenmerk: IN137357
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde [gemachtigde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen Greenwheels en [gedaagde] is op 22 juli 2022 een overeenkomst tot stand gekomen waarbij Greenwheels zich verplicht om, na een reservering van [gedaagde] , een auto ter beschikking te stellen en waarbij [gedaagde] zich verplicht om maandelijks abonnementskosten te betalen en bij het gebruik van die auto een ritprijs te betalen.
2.2.
Greenwheels heeft vijf facturen aan [gedaagde] gezonden die allen onbetaald zijn gebleven. Het gaat om de volgende facturen:
Datum
Bedrag
Posten
8 augustus 2022
€ 666,73
- twee posten abonnementskosten
- vijf posten administratiekosten bekeuringen van € 10,00 per post
- rit Greenwheel sauto
22 augustus 2022
€ 2.117,42
- ‘Opbrengst eenmalige doorbelastingen Niet voldoen aan Algemene Voorwaarden’ van € 1.000,00
- vier doorbelaste bekeuringen
- acht posten administratiekosten bekeuringen, wisselend € 10,00 en € 12,50 in rekening gebracht
- post verrekening kosten brandstof particulier van € 42,00
- rit Greenwheels auto
7 september 2022
€ 12,50
- administratiekosten bekeuring van € 12,50
22 september 2022
€ 132,50
- boete auto vuil achtergelaten van € 75,00
- doorbelaste bekeuring
- administratiekosten bekeuring van € 12,50
8 november 2022
€ 87,50
- aanmaning boete
- administratiekosten aanmaning van € 12,50
Op de facturen van 8 augustus, 22 augustus en 7 september 2022 staat onderaan vermeld ‘Per 1 augustus 2022 gelden er nieuwe tarieven en voorwaarden. Voor meer informatie, kijk op www.greenwheels.nl’.

3.De vordering

3.1.
Greenwheels vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
hoofdsom
€ 3.016,65
rente over de hoofdsom
€ 158,82
incassokosten
€ 426,67
BTW over de incassokosten
€ 89,60
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering van Greenwheels niet.

4.De beoordeling

Essentiële (pre)contractuele Informatieplichten
4.1.
De kantonrechter stelt vast dat onderhavige vordering ziet op een overeenkomst tussen een consument ( [gedaagde] ) en een handelaar (Greenwheels). Bij het sluiten van een overeenkomst op afstand moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan.
4.2.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing van 12 november 2021 uitgesproken dat de
kantonrechter er ambtshalve op moet toezien dat de informatieplichten die worden genoemd in artikel 6:230m lid 1 a, b, c, e, f, g, h, o en p BW (hierna: de essentiële informatieplichten) en andere informatieplichten waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt door de handelaar worden nageleefd op een wijze zoals voorgeschreven door artikel 6:230v BW. [1] Dus ook als door de consument geen verweer wordt gevoerd.
4.3.
Greenwheels moet daarom gemotiveerd stellen en met stukken onderbouwen dat aan deze informatieplichten is voldaan. Dat heeft Greenswheels tot dusverre onvoldoende gedaan. In de dagvaarding is dat niet gedaan en op het als productie ‘0’ overgelegde Informatieformulier 2.0 voor zaken waarin de gedaagde een natuurlijke persoon is, staat enkel aangegeven dat de gegevens duidelijk op de overeenkomst staan. Bij de conclusie van repliek heeft Greenswheels wel screenshots van het aanmeldproces overgelegd maar wederom niet uitgelegd hoe de (essentiële) informatieplichten zijn nageleefd.
4.4.
De kantonrechter ziet aanleiding om Greenwheels in de gelegenheid te stellen om zich bij akte uit te laten over de vraag of, en hoe Greenwheels [gedaagde] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft gewezen op de in artikel 6:230m, lid 1 a, b, c, e, f, g, h, o en p BW bedoelde informatie, of de bestelknop voldoet (artikel 6:230v, lid 3 BW) en of de overeenkomst aan [gedaagde] op een duurzame gegevendrager is verstrekt en of in die overeenkomst alle essentiële informatie is vermeld (artikel 6:230v, lid 7 BW).
4.5.
In de hiervoor genoemde beslissing van 12 november 2021 heeft de Hoge Raad uitgesproken dat wanneer uit de stellingen van de handelaar en uit de overgelegde stukken niet blijkt dat de handelaar de genoemde informatieverplichtingen correct heeft nageleefd, de rechter daaraan de specifieke sanctie moet verbinden die de wet geeft. Daarnaast kan de rechter indien sprake is van een voldoende ernstige schending van de essentiële informatieplichten, om de consument effectieve rechtsbescherming te bieden, gehouden zijn om de overeenkomst geheel of (in een verstekzaak) gedeeltelijk te vernietigen. Die vernietiging kan bestaan in een vermindering van de verplichtingen, met name de betalingsverplichtingen van een consument. Voor wat betreft de gevolgen die een schending van essentiële informatieplichten voor de vordering mogelijk moet hebben, verwijst de kantonrechter naar de op rechtspraak.nl gepubliceerde ‘Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieverplichtingen’. In deze (niet-bindende) richtlijn worden percentages genoemd waarmee de gevorderde hoofdsom bij een voldoende ernstige schending van één of meer van die informatieplichten kan worden verminderd. Greenwheels dient zich in haar akte ook uit te laten over de eventuele sanctionering op basis van die richtlijn voor het geval zij niet aan één of meerdere essentiële informatieplichten heeft voldaan.
Toekomstige vorderingen
4.6.
De kantonrechter wijst Greenwheels erop dat in het vervolg de vorderingen worden beoordeeld op basis van de stellingen in de processtukken en de eventueel daarbij overgelegde producties. Greenwheels dient uit eigen beweging de noodzakelijke informatie in de dagvaarding aan te leveren. Indien dit niet is gebeurd, kan dit leiden tot (gedeeltelijke) afwijzing van de vordering. Ook over de eventuele sanctionering van de schending van de essentiële informatieverplichtingen zal Greenwheels zich in de toekomst bij dagvaarding moeten uitlaten.
(Oneerlijke)bedingen
4.7.
Op grond van vaste rechtspraak moet de kantonrechter (zo nodig ambtshalve) beoordelen of bedingen uit de algemene voorwaarden oneerlijk zijn in de zin van richtlijn 93/13 EEG. Artikel 3 van deze richtlijn bepaalt dat een beding als oneerlijk wordt beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter moet deze toets (onder andere) verrichten via de open norm van artikel 6:233 sub a BW en, meer in het bijzonder, de artikelen 6:236 en 6:237 BW. Op grond van de open norm is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar als het onredelijk bezwarend is, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen en de overige omstandigheden van het geval.
4.7.1.
De kantonrechter stelt vast dat in de door Greenwheels gehanteerde algemene voorwaarden enkele bedingen staan die op grond van het hiervoor genoemde toetsingskader mogelijk oneerlijk zijn.
4.8.
Op grond van artikel 20 van de overgelegde algemene voorwaarden zal Greenwheels bij overtreding van de in artikel 20 genoemde regels een boete- of administratiekosten in rekening brengen. In artikel 35 van de overgelegde algemene voorwaarden berekent Greenwheels administratiekosten door voor de verwerking van onder meer verkeersboetes.
4.8.1.
Artikel 3, lid 3, van richtlijn 93/13 EEG verwijst naar de bijlage bij de richtlijn die een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen bevat die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Onder e staat het beding dat tot doel of gevolg heeft dat de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding oplegt.
4.8.2.
Op de factuur van 22 augustus 2022 staat een post ‘Opbrengst eenmalige doorbelastingen Niet voldoen aan Algemene Voorwaarden’ van € 1.000,00. Het is de kantonrechter niet duidelijk op welke grondslag dit bedrag aan [gedaagde] is gefactureerd. De kantonrechter zal Greenwheels in de gelegenheid stellen om toe te lichten waarom deze post aan [gedaagde] is doorbelast en, indien er sprake is van een boete, aan de hand van relevante rechtspraak toe te lichten of er sprake is van een oneerlijk beding. Ten aanzien van de op de facturen opgenomen posten voor ‘administratiekosten bekeuring en ‘administratiekosten aanmaning’ wordt Greenwheels eveneens in de gelegenheid gesteld om toe te lichten of er sprake is van een oneerlijk beding. Ten aanzien van de op de factuur van 22 september 2022 opgenomen post ‘boete auto vuil achtergelaten’ ter hoogte van € 75,00 wordt Greenwheels in de gelegenheid gesteld om uit te leggen wat de grondslag is van dit deel van de vordering en of er sprake is van een oneerlijk beding.
4.9.
In artikel 41 van de overgelegde algemene voorwaarden staat dat Greenwheels onder meer de prijzen en tarieven eenzijdig kan wijzigen en dat de consument hierover een melding krijgt. Wanneer de consument na deze melding een Greenwheels-auto reserveert, betekent dit dat de consument de gewijzigde prijzen/ tarieven accepteert, zo blijkt uit de overgelegde algemene voorwaarden.
4.9.1.
In deze zaak heeft Greenwheels op 1 augustus 2022 haar tarieven aangepast. Zo is (blijkens de overgelegde facturen) het tarief administratiekosten bekeuring omhoog gegaan. De kantonrechter zal Greenwheels in de gelegenheid stellen om toe te lichten of er sprake is van een eenzijdig wijzigingsbeding en indien Greenwheels deze vraag bevestigend beantwoordt, of er voldaan is aan de door het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) gestelde eisen. [2] Indien Greenwheels meent dat bij het reserveren van een auto een nieuwe of zelfstandige overeenkomst tot stand komt dient Greenwheels toe te lichten of bij die overeenkomst ook aan het hiervoor onder 4.4. en 4.5. genoemde is voldaan.
4.10.
In artikel 51, aanhef en onder e van de overgelegde algemene voorwaarden staat vermeld dat indien de consument een verschuldigd bedrag niet, of te laat betaalt, Greenwheels gerechtigd is om de wettelijke rente in rekening te brengen. Daarnaast vermeldt voornoemde bepaling dat indien de consument een verschuldigd bedrag niet of te laat betaalt, Greenwheels incassokosten in rekening mag brengen. Deze worden berekend in overeenstemming met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten.
4.10.1.
Volgens het hiervoor opgenomen beding is wettelijke rente verschuldigd wanneer er niet of te laat is betaald. Echter, op grond van artikel 6:119 BW is wettelijke rente pas verschuldigd wanneer er sprake is van verzuim. In de algemene voorwaarden wordt niet geregeld wanneer het verzuim intreedt. De kantonrechter zal Greenwheels in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de vraag of het beding oneerlijk is.
4.10.2.
Ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten suggereert de formulering van het beding dat er bij het uitblijven van betaling of bij te late betaling direct incassokosten verschuldigd zijn, terwijl dit op grond van artikel 6:96, lid 6 BW pas het geval is wanneer een zogenaamde veertiendagenbrief is verstuurd. Van deze bepaling mag niet worden afgeweken. De kantonrechter zal Greenwheels in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de vraag of het beding oneerlijk is.
4.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
beveelt Greenwheels nader toe te lichten of, en hoe Greenwheels [gedaagde] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft gewezen op de in artikel 6:230m, lid 1 a, b, c, e, f, g, h, o en p BW bedoelde informatie, of de bestelknop voldoet (artikel 6:230v, lid 3 BW) en of de overeenkomst aan [gedaagde] op een duurzame gegevendrager is verstrekt en of in die overeenkomst alle essentiële informatie is vermeld (artikel 6:230v, lid 7 BW);
5.2.
beveelt Greenwheels zich uit te laten over de eventuele sanctionering op basis van de ‘Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieverplichtingen’;
5.3.
beveelt Greenwheels zich uit te laten over de in 4.8.2, 4.9.1 en 4.10.1 en 4.10.2 bedoelde onderwerpen;
5.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 30 april 2024voor het nemen van een akte van uitlating door Greenwheels over wat is vermeld onder 5.1 tot en met 5.3., waarna [gedaagde] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
5.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Boerlage-van den Bosch en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024.

Voetnoten

2.Vergelijk de uitspraken van het HvJ 26 april 2012, ECLI:EU:C:2012:242 en HvJ 21 maart 2013, ECLI:EU:C:2013:180.