Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
€ 135,00(+ explootkosten, voorwaardelijk)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een recreant, aangeduid als [eisende partij], en het vakantiepark VMO. De recreant huurt sinds mei 2014 een standplaats op het terrein van VMO, waar hij een chalet heeft staan. De problemen ontstonden toen de recreant in 2023 de huur niet tijdig betaalde, wat leidde tot het ontzeggen van toegang tot het terrein en het afsluiten van nutsvoorzieningen door VMO. De recreant heeft een deel van de huur betaald, maar VMO heeft de huurovereenkomst per 31 december 2023 opgezegd en de toegang tot het terrein ontzegd. De recreant heeft vervolgens VMO gedagvaard in kort geding, met het verzoek om de nutsvoorzieningen te herstellen en toegang tot het terrein te verlenen, terwijl VMO in reconventie betaling van openstaande facturen vorderde.
De kantonrechter oordeelde dat de recreant recht heeft op gebruik van zijn chalet zolang de Geschillencommissie zich nog niet heeft uitgesproken over de rechtsgeldigheid van de opzegging van de huurovereenkomst. De rechter wees de vorderingen van VMO in reconventie af, omdat de facturen niet tijdig waren voldaan en de recreant niet in strijd met het parkreglement handelde. De rechter heeft VMO veroordeeld tot het herstellen van de nutsvoorzieningen en het verlenen van toegang tot het terrein, met een dwangsom voor elke dag dat VMO in gebreke blijft. VMO werd ook veroordeeld in de proceskosten van de recreant.