Aan verdachte is ten laste gelegd
onder parketnummer 18-286081-23 dat:
1
hij op of omstreeks 20 juli 2023 te [adres] (een) geldbedrag(en), ter waarde van 19,30 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen geldbedrag(en), onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de bankpas van genoemde [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 juli 2023 te [adres] , een bankpas, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij op of omstreeks 20 juli 2023 te [adres] , een Samsung telefoon, ID-kaart en/of rijbewijs, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
onder parketnummer 18-250578-23 dat:
1
hij op of omstreeks 28 augustus 2023 te [adres] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, fotos, schriften, een doosje van een audio interface, drumstokken, een oefenpad van een drumstel, twee gitaar-ophangsystemen, stickers, sokken en/of een handschoen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 augustus 2023 te [adres] , fotos, schriften, een doosje van een audio interface, drumstokken, een oefenpad van een drumstel, twee gitaar-ophangsystemen, stickers, sokken en/of een handschoen, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij op of omstreeks 19 september 2023 te [adres] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [slachtoffer 3] [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een tas, een portemonnee met daarin muntgeld, een pinpas, een OV-kaart, een zorgpas, een bonuskaart, een horloge (merk: Huawei), voetbalschoenen, scheenbeschermers en/of oordopjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 19 september 2023 te [adres] , een geldbedrag van 76,76 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of de Rabobank, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten met een wederrechtelijk verkregen pinpas van die [slachtoffer 4] , zonder toestemming van die [slachtoffer 4] , contactloos pintransacties ter hoogte van voormeld geldbedrag bij de [bedrijf] [adres] en/of [bedrijf] in [adres] heeft gepleegd;
4
hij op of omstreeks 28 september 2023 te [adres] , een postpakket met daarin schoeisel (Comfy Boots), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij op of omstreeks 28 september 2023 te [adres] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, aan de [adres] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, naar voornoemde woning is gegaan en/of (vervolgens) met een hard stuk plastic heeft "geflipperd" tussen de (voor)deur(kozijn) en/of het slot van voornoemde woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder parketnummer 18/286081-23 ten laste gelegde feiten en de onder parketnummer 18/250578-23 ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1, 2 en 5, ten laste gelegd onder parketnummer 18/250578-23. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van parketnummer 18/250578-23, feit 1: Getuige [getuige] heeft naar de politie gebeld met de mededeling dat verdachte gestolen spullen bij haar heeft gebracht. Zij zitten in dezelfde wereld van de drugs. Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom de verklaring van getuige [getuige] niet betrouwbaar is geweest. Daarnaast is verdachte niet in de buurt geweest van de woning. In het dossier zijn geen enkele aanknopingspunten te vinden voor de diefstal. Verdachte ontkent dit feit te hebben gepleegd. En onder deze omstandigheden is de verklaring van mevrouw [getuige] onbetrouwbaar. Het wettig bewijs is aanwezig, maar de overtuiging ontbreekt, waardoor er vrijspraak dient te volgen.
Ten aanzien van parketnummer 18/250578-23, feit 2: Verdachte geeft aan dat hij met de pinpas heeft gepind, maar dat hij de pas dan ook heeft gestolen is een stap te ver. Het wettig bewijs ontbreekt hiervoor. In de gebruikerswereld is het ook niet ongebruikelijk om iemand zijn pas te gebruiken. Ook uit het tijdverloop kan dit niet afgeleid worden. Voor feit 2 dient er derhalve vrijspraak te volgen.
Ten aanzien van parketnummer 18/250578-23, feit 5:
Verdachte voelde dat hij achtervolgd werd en wilde zijn achtervolger afschudden. Voor een poging tot diefstal met braak is noodzakelijk dat verdachte een oogmerk op wederrechtelijke toe-eigening had. Het gaat hier eerder om een huisvredebreuk en er is geen bewijs voor een oogmerk van wederrechtelijke toeeigening. Voor dit feit dient dan ook een vrijspraak te volgen.
Voor de feiten 1 en 2 die onder parketnummer 18/286081-23 ten laste zijn gelegd en de feiten 3 en 4 die onder parketnummer 18/250578-23 ten laste zijn gelegd heeft de raadsman aangevoerd dat deze feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat ten aanzien van feit 3 enkel een bewezenverklaring kan volgen voor de goederen die bij de [bedrijf] zijn gekocht.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht feit 1 primair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt: