Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 april 2024 in de zaak tussen
[eisers] uit [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de verharding is aangelegd en wordt gebruikt als perceel- en/of kavelontsluitingsweg. Het bepaalde in artikel 6.7, sub a, aanhef en onder 4 is daarom niet van toepassing. Volgens het college is de verharding niet breder dan vier meter. Eisers hebben hun stelling dat de verharding breder is dan vier meter niet onderbouwd en niet aannemelijk gemaakt.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat de aangebrachte verharding niet in strijd is met de beheersverordening.