In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van Vliehors Expres BV tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlieland, omdat het college volgens eiseres niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 27 juni 2023 voor ontheffing van bepalingen uit de Regeling Voertuigen (RVt). De rechtbank heeft de zaak op 27 maart 2024 ter zitting behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.A. Jansen. Het college was vertegenwoordigd door mr. M. Kuiper. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte de aanvraag heeft doorgestuurd naar de RDW, omdat het college zelf bevoegd was om op de aanvraag te beslissen. De rechtbank stelt vast dat de redelijke beslistermijn van acht weken op 8 augustus 2023 is verstreken en dat eiseres het college op 5 december 2023 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank bepaalt dat het college binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens wordt een bestuurlijke dwangsom vastgesteld van € 1.442,- voor de periode waarin het college niet tijdig heeft beslist. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 1.750,- voor proceskosten en het college moet het griffierecht van € 187,- vergoeden.