Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 februari 2024 in de zaak tussen
[eisers], uit Groningen, eisers
derde-partijneemt aan de zaak deel:
[derde belanghebbende]uit Groningen (derde-partij).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van handhavingsverzoeken en de verlening van een omgevingsvergunning voor een zwembad beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen de omgevingsvergunning voor het zwembad in stand heeft gelaten, maar dat de afwijzing van de handhavingsverzoeken onvoldoende gemotiveerd is. De eisers, buren van de derde-partij die de omgevingsvergunning heeft verkregen, hebben bezwaar gemaakt tegen de geluidsoverlast van een warmtepomp en de bouwwerkzaamheden op het perceel van de derde-partij. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag om omgevingsvergunning en de handhavingsverzoeken zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor het oude recht van toepassing blijft. De rechtbank vernietigt het besluit van het college voor zover het de handhavingsverzoeken betreft en draagt het college op om opnieuw te beslissen op deze verzoeken. De rechtbank oordeelt dat de handhaving van de oversteek van het terras niet evenredig is en dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom handhaving niet noodzakelijk is. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twaalf weken een nieuw besluit moet nemen en veroordeelt het college tot betaling van proceskosten aan de eisers.