Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Verzoek en standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
Arnhem-Leeuwarden.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 april 2024 een beschikking gegeven inzake het gezag over twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vrouw, die de kinderen verzorgt, heeft verzocht om beëindiging van het gezamenlijk gezag met de man, die in Italië woont en niet bereikbaar is voor de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds zijn verhuizing naar Italië niet meer betrokken is bij de opvoeding en verzorging van de kinderen, en dat de zorgregeling niet meer wordt nageleefd. De vrouw heeft aangegeven dat de man al meer dan drie jaar geen contact heeft met de kinderen en dat zijn spirituele overtuigingen niet overeenkomen met die van de vrouw, wat de situatie bemoeilijkt.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder de auto-immuunziekte van [minderjarige 2] en de noodzaak voor de vrouw om zelfstandig beslissingen te kunnen nemen over de kinderen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een wijziging van het gezag rechtvaardigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw alleen met het gezag over hen wordt belast, omdat de man niet in staat is om zijn gezag goed uit te oefenen. De rechtbank heeft daarom het gezamenlijk gezag beëindigd en de vrouw alleen met het ouderlijk gezag belast, uitvoerbaar bij voorraad.