Op 5 juni 2018 is er bij [bedrijf] Veiligheidszaken een melding binnengekomen van de fraudecontactpersoon van Acceptatie Hypotheken over twee hypotheekaanvragen afkomstig van [bedrijf] . Naar aanleiding van deze melding heeft Veiligheidszaken een portefeuilleonderzoek gedaan naar de productie van [bedrijf] . Hierbij vielen verscheidene gelijkenissen op tussen de hypotheekaanvragen. Vervolgens heeft [bedrijf] Veiligheidszaken de ontvangen salarisspecificaties geverifieerd bij de betreffende banken. Hieruit is gebleken dat het salaris niet zichtbaar was op de bankrekeningnummers van de hypotheekaanvragers. Met betrekking tot deze hypotheekaanvragen heeft [bedrijf] aangifte gedaan van onder meer valsheid in geschrifte.2
Hypotheekaanvraag mevrouw [naam]
Op 16 mei 2018 heeft [naam] via [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] ter hoogte van 340.000,00 voor de financiering van de woning aan de [adres] in Amsterdam. Als bewijs van een dienstverband heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en een salarisspecificatie van [bedrijf] ontvangen. Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 1 februari 2017 als Online Marketeer met een jaarsalaris van 69.984,00. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt echter dat [bedrijf] pas sinds 4 februari 2017 is ingeschreven.3 Daar komt bij dat de afdeling Veiligheidszaken van de [bedrijf] heeft vastgesteld dat het salaris dat vermeld wordt op de salarisspecificatie niet is bijgeschreven op het rekeningnummer van [naam] .4 heeft in haar verhoor bij de rechter-commissaris bevestigd dat zij nooit heeft gewerkt voor [bedrijf]5 De hypotheekaanvraag van [naam] is uiteindelijk niet gepasseerd. Nadat [bedrijf] herhaaldelijk heeft gevraagd om aanvullende documenten, heeft [naam] de hypotheekaanvraag ingetrokken.6
Hypotheekaanvraag de heer [naam]
Op 8 mei 2018 heeft [naam] via [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] ter hoogte van 236.000,00 voor de financiering van de woning aan [adres] in [plaats] . Als bewijs van een dienstverband heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en een salarisspecificatie van [bedrijf] ontvangen.
Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 2 februari 2017 als verkoopmanager met een jaarsalaris van 53.435,20.7 De afdeling Veiligheidszaken van de [bedrijf] heeft vastgesteld dat het salaris op de salarisspecificatie niet is bijgeschreven op het rekeningnummer van [naam] .8 heeft verklaard dat hij wel voor [bedrijf] heeft gewerkt, maar dat de indiensttredingsdatum en het salaris dat vermeld wordt op de werkgeversverklaring en salarisspecificatie niet kloppen.9
Op 8 juni 2018 heeft [bedrijf] aanvullende documenten opgevraagd. Na herhaaldelijk vragen, heeft
[naam] de hypotheekaanvraag ingetrokken.10 Vervolgens heeft hij op 14 juni 2018 via Vergelijkadvies [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] . Hierbij zijn dezelfde werkgeversverklaring en salarisspecificatie van [bedrijf] gebruikt. Op 3 juli 2018 is de hypotheekaanvraag gepasseerd. Nadat [bedrijf] contact had opgenomen met [bedrijf] is de afdeling Security and Integrity Management van [bedrijf] een eigen onderzoek gestart. Op 13 juli 2020 doet de [bedrijf] eveneens aangifte van onder meer valsheid in geschrifte.11
Hypotheekaanvraag de heer [naam]
Op 25 mei 2018 heeft [naam] via [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] ter hoogte van 335.000,00 voor de financiering van de woning aan de [adres] in [plaats] . Als bewijs van een dienstverband heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en salarisspecificaties van [bedrijf] ontvangen. Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 1 april 2017 als accountmanager met een jaarsalaris van 71.711,70. Daarnaast heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en een salarisspecificatie ontvangen waarop de geboortedatum van [naam] onjuist was weergegeven.12 De afdeling Veiligheidszaken van de [bedrijf] heeft vastgesteld dat een deel van het salaris dat vermeld wordt op de salarisspecificaties niet is bijgeschreven op het rekeningnummer van [naam] .13 In zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft [naam] aangegeven dat de stukken die hij heeft aangeleverd niet overeenkomen met de stukken die zijn gebruikt bij de hypotheekaanvraag. Hij herkent verdachte als degene bij wie hij stukken heeft aangeleverd. Hij weet niet wie de stukken heeft vervalst, maar wijst verdachte wel aan als degene die hiervoor verantwoordelijk is.14 Uiteindelijk is de hypotheekaanvraag op 1 juni 2018 gepasseerd. Als [bedrijf] had geweten dat de overgelegde stukken vals waren, zou zij de hypothecaire lening niet verstrekt hebben.15
Hypotheekaanvraag de heer [naam]
Op 19 februari 2018 hebben de heer [naam] en mevrouw [naam] via [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] ter hoogte van
332.000,00 voor de financiering van de woning aan de [adres] in [plaats] . Als bewijs van een dienstverband heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en salarisspecificatie van [bedrijf] ontvangen.
Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 3 oktober 2016 als software engineer met een jaarsalaris van 50.544,00.16 De afdeling Veiligheidszaken van de [bedrijf] heeft vastgesteld dat het salaris dat vermeld wordt op de salarisspecificaties niet is bijgeschreven op het rekeningnummer van [naam] .17 Daarnaast heeft [naam] verklaard dat hij nooit heeft gewerkt voor [bedrijf]18 Op 29 maart 2018 is de hypotheekaanvraag gepasseerd. Als [bedrijf] had geweten dat de overgelegde stukken vals waren, zou zij de hypothecaire lening niet verstrekt hebben.19
Hypotheekaanvraag de heer [naam]
Op 12 november 2017 heeft [naam] via [bedrijf] een hypothecaire geldlening aangevraagd bij [bedrijf] ter hoogte van 307.500,00 voor de financiering van de woning aan de Notaris van [adres] in Ede. Als bewijs van een dienstverband heeft [bedrijf] een werkgeversverklaring en salarisspecificatie van [bedrijf] ontvangen. Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 1 juli 2016 als online marketeer met een jaarsalaris van 65.612,00.20 De afdeling Veiligheidszaken van de [bedrijf] heeft vastgesteld dat het salaris dat vermeld wordt op de salarisspecificaties niet is bijgeschreven op het rekeningnummer van [naam] .21 Bij de hypotheekaanvraag wordt tevens een bankafschrift toegevoegd als bewijs van eigen middelen. De rekeningnummers op dit afschrift blijken niet toe te behoren aan [naam] , maar aan zijn broer [naam] .22 In een gesprek met [bedrijf] heeft [naam] aangegeven dat hij wegens een BKR-registratie geen hypotheek kon krijgen. Om deze reden heeft hij zijn jongere broer, [naam] , die geestelijk beperkt is, als hypotheekaanvrager naar voren geschoven.23 Op 29 maart 2018 is de hypotheekaanvraag gepasseerd. Als [bedrijf] had geweten dat de overgelegde stukken vals waren, zou zij de hypothecaire lening niet verstrekt hebben.24
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de werkgeversverklaringen en salarisspecificaties die ingediend zijn bij bovenstaande hypotheekaanvragen niet conform de werkelijkheid zijn opgesteld. Het betreffen in alle gevallen werkgeversverklaringen en salarisspecificaties van ondernemingen waar de hypotheekaanvragers in het geheel niet werkzaam waren of niet werkzaam waren per aangegeven ingangsdatum of voor het aangegeven salaris.
Betrokkenheid van verdachte
Alle bovenstaande hypotheekaanvragen zijn bij [bedrijf] ingediend door [bedrijf] . Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij telkens de hypotheekaanvragers heeft aangebracht bij [bedrijf] en dat hij de werkgeversverklaringen en salarisspecificaties die zijn gebruikt bij de hypotheekaanvragen naar [bedrijf] heeft gestuurd. Hij heeft echter aangegeven dat hij enkel een doorgeefluik is geweest en dat hij niet wist dat de aangeleverde stukken vals waren.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte weldegelijk wetenschap heeft gehad omtrent de valsheid van de ingediende werkgeversverklaringen en salarisspecificaties. Dit leidt de rechtbank af uit de volgende omstandigheden.
Ten eerste heeft er op 15 september 2021 een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte. Hierbij zijn meerdere gegevensdragers in beslag genomen. Met betrekking tot de hypotheekaanvragen van [naam] en [naam] worden er e-mails aangetroffen van verdachte waarin hij zich kennelijk bemoeit met de inhoud van de aan te leveren stukken. Zo mailt verdachte op 23 april 2018 aan [emailadres] inzake [naam] :
datum in dienst 02.02.2017 moet bij [bedrijf] .
Vlak daarna mailt hij wederom met [emailadres] . Dit keer inzake [naam] . In de eerste mail staat:
[naam] heb je alles Datum in dienst 01-04-2017
[naam] .
Enkele minuten later stuurt hij onder meer:
2280 bruto 15 maanden geleden in dienst.25
Daarnaast is het opvallend dat verdachte met [bedrijf] mailt over [bedrijf] terwijl er op papier geen relatie is tussen deze twee bedrijven. Wel worden beide bedrijven in de valse werkgeversverklaringen en salarisspecificaties gebruikt bij vier van de zes hypotheekaanvragen. Bij de overige hypotheekaanvragen wordt in beide gevallen gebruik gemaakt van het bedrijf [bedrijf]
Verder heeft verdachte met betrekking tot de hypotheekaanvraag van [naam] op verschillende momenten stukken ontvangen die van elkaar afwijken. Zo heeft hij eerst een werkgeversverklaring en salarisspecificaties van [bedrijf] ontvangen. Vervolgens heeft hij stukken ontvangen van [bedrijf] , namelijk een salarisspecificatie en twee werkgeversverklaringen, waarvan één was ondertekend door [naam] en de andere door [naam] . Alle stukken betreffen ongeveer dezelfde periode en een salaris dat past bij een fulltime dienstverband.26 Dit roept direct de vraag op of deze stukken conform de waarheid zijn. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij ervan uit is gegaan dat de stukken in orde waren en dat als [naam] 16 uur per dag wil werken zij dat zelf moet weten. Hij geeft echter ook aan dat hij de keuze heeft gemaakt om alleen de werkgeversverklaring ondertekend door [naam] en de salarisspecificatie van [bedrijf] in te dienen. Waar deze keuze precies op is gebaseerd, kan verdachte niet vertellen. Als verdachte echter daadwerkelijk in de veronderstelling was dat [naam] twee dienstverbanden had, had het meer voor de hand gelegen om van beide bedrijven de stukken in te dienen. Verdachte heeft ter terechtzitting ook aangegeven dat hij wel vaker klanten heeft met verschillende banen en dat hij in dat geval alles doorstuurt.
Het voorgaande is onverklaarbaar, tenzij verdachte wetenschap heeft gehad omtrent de valsheid van de stukken.
Voorts is de hypotheekaanvraag van [naam] er in eerste instantie niet doorheen gekomen bij [bedrijf] . Nadat [bedrijf] [naam] vraagt om aanvullende stukken, wordt de hypotheekaanvraag ingetrokken en ingediend bij de [bedrijf] . Het feit dat de hypotheekaanvraag niet zonder meer bij [bedrijf] is gepasseerd, roept vragen op omtrent juistheid van de ingediende stukken. Dat vervolgens dezelfde stukken direct worden gebruikt bij de hypotheekaanvraag bij een andere bank duidt op wetenschap van verdachte omtrent de valsheid van deze stukken.
Met betrekking tot de hypotheekaanvraag van [naam] worden op de computer van verdachte niet alleen werkgeversverklaringen en salarisspecificaties aangetroffen die niet overeenkomen met de uiteindelijk ingediende werkgeversverklaring en salarisspecificatie, maar wordt er ook een ID-kaart op naam van [naam] aangetroffen.27 Dit gegeven wekt ook de schijn dat verdachte op de hoogte was van het feit dat de ingediende stukken niet conform de waarheid waren.
Tot slot verklaren [naam] , [naam] en [naam] allemaal afzonderlijk van elkaar dat zij bij de hypotheekaanvraag zijn geholpen door een man genaamd [naam] . Wanneer aan hen gevraagd wordt om
[naam] te omschrijven, wordt slechts een zeer algemene omschrijving zonder enige details gegeven.28 Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij geen [naam] kent en dat hij ook niet meer weet of hij stukken heeft ontvangen van deze persoon.29 Volgens zijn visitiekaartje zou [naam] een volmachtkantoor hebben namens onder meer [bedrijf] . [bedrijf] geeft echter aan dat zij niet bekend zijn met deze persoon.30 [naam] blijkt voor het overige onvindbaar en naar alle waarschijnlijkheid niet te bestaan.
Hoewel het bewijs van het opzet op het gebruik maken van valse of vervalste stukken bij sommige hypotheekaanvragen wat steviger is dan bij anderen, is de rechtbank gelet op de overeenkomsten tussen de werkwijze in de verschillende hypotheekaanvragen van oordeel dat ten aanzien van alle hypotheekaanvragen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de aangeleverde valse werkgeversverklaringen en salarisspecificaties.
Naar aanleiding van het hypotheekdossier van de heer [naam] waarin valse inkomensgegevens zijn aangetroffen en waarbij de aanvraag tot stand is gekomen door tussenkomst van verdachte en medeverdachte [naam] als bemiddelaars, is de [bedrijf] een onderzoek gestart naar andere hypotheekaanvragen waarbij verdachte en medeverdachte [naam] als bemiddelaar zijn opgetreden. Hieruit is gebleken dat onder meer bij de hypotheekaanvraag van [naam] en [naam] gebruik is gemaakt van valse inkomensgegevens. De [bedrijf] heeft vervolgens aangifte gedaan van onder meer valsheid in geschrifte.31
Op 2 november 2018 hebben [naam] en [naam] via hypotheekadviseur [naam] van kantoor Kost & Rotteveel Financieel Adviesgroep een hypothecaire geldlening aangevraagd bij de [bedrijf] ter hoogte van 425.000,00 voor de financiering van de woning aan de [adres] in Den Haag.
Als bewijs van een dienstverband heeft de [bedrijf] ten aanzien van [naam] een werkgeversverklaring en salarisspecificatie van autobedrijf [bedrijf] . (hierna: autobedrijf [naam] ), een arbeidsovereenkomst tussen autobedrijf [naam] en [naam] en betalingsbewijzen van het salaris van [naam] ontvangen. Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 1 augustus 2018 als verkoper met een jaarsalaris van 54.496,00.32 Op de aangeleverde betalingsbewijzen is te zien dat [naam] in augustus, september en oktober 2018 salaris ontvangt van autobedrijf [naam] . Bij navraag bij de [bedrijf] blijkt echter dat er op de rekening van [naam] alleen in oktober 2018 salaris wordt gestort door autobedrijf [naam] . De betalingen van augustus en september zijn niet terug te vinden.33 Uit de informatie van het [bedrijf] blijkt dat [naam] een eigen onderneming heeft, genaamd [bedrijf] . Autobedrijf [naam] wordt niet genoemd als werkgever van [naam] .34 Tegenover de [bedrijf] heeft [naam] verklaard dat hij ten behoeve van de hypotheekaanvraag zijn vader heeft gevraagd om hem bij autobedrijf [naam] , het bedrijf van zijn vader, op de loonlijst te zetten. Hij zou in het verleden bij dit bedrijf hebben gewerkt en daar nog steeds werken.35 Bij de rechtercommissaris heeft [naam] aangegeven dat hij een paar keer heeft gewerkt bij autobedrijf [naam] . Wanneer dit precies was, weet hij niet meer. [naam] heeft verder verklaard dat hij op dat moment een eigen bedrijf had, maar dat hij daarnaast wel tijd overhield om te helpen in het bedrijf van zijn vader.36 Hoewel de verklaringen van [naam] onduidelijk en niet eenduidig zijn, is de rechtbank van oordeel dat deze verklaringen in combinatie met de gegevens van de [bedrijf] en het [bedrijf] voldoende zijn om te concluderen dat [naam] in de maanden augustus, september en oktober 2018 niet fulltime in het bedrijf van zijn vader heeft gewerkt.
Ten aanzien van [naam] heeft de [bedrijf] een werkgeversverklaring en salarisspecificatie van het bedrijf
[naam] en een arbeidsovereenkomst tussen [naam] en [naam] ontvangen. Volgens deze stukken werkt [naam] sinds 1 september 2018 als algemeen medewerkster met een jaarsalaris van 28.512,00.37 De aangeleverde salarisspecificatie heeft betrekking op de periode oktober 2018. Bij navraag bij de [bedrijf] blijkt dat [naam] op 22 oktober 2018 salaris ontvangt van [naam] , maar dat dit bedrag op 13 november 2018 is teruggestort. Daarnaast ontvangt zij in oktober en november 2018 salaris van [bedrijf] .38 Uit de informatie van het [bedrijf] blijkt dat [naam] niet wordt genoemd als werkgever van [naam] .39 Tegenover de politie heeft [naam] verklaard dat zij in 2018 en 2019 werkzaam was voor [naam] . Dit bedrijf valt onder [bedrijf] . Het bedrijf [naam] kent zij niet.40
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de werkgeversverklaringen, salarisspecificaties en arbeidsovereenkomsten die ingediend zijn bij de [bedrijf] niet conform de werkelijkheid zijn opgesteld. Op 30 november 2018 is de hypotheek gepasseerd. Als de [bedrijf] had geweten dat er sprake was van het opgeven van onjuiste gegevens, zou zij de hypothecaire lening niet verstrekt hebben.41
[naam] heeft aangegeven dat hij via de heer [naam] in contact is gekomen met verdachte en medeverdachte [naam] . Verdachte heeft zich daarbij voorgedaan als een medewerker van de [bedrijf] . [naam] heeft verklaard dat verdachte, medeverdachte [naam] en [naam] op de hoogte waren van het feit dat hij zich bij zijn vader op de loonlijst heeft laten zetten. [naam] geeft verder aan dat hij diverse stukken heeft aangeleverd bij verdachte en medeverdachte [naam] . Ze zijn beiden ook bij [naam] op de zaak geweest om stukken in te scannen.42 Bij de rechter-commissaris heeft [naam] verklaard dat verdachte en medeverdachte [naam] de valse stukken hebben opgemaakt. Hij herkent beiden ook op de fotos die aan hem getoond worden. Volgens [naam] heeft medeverdachte [naam] tegen hem gezegd dat de hypotheekaanvraag lastig zou worden met de cijfers van zijn eigen onderneming, maar dat hij daarvoor iets had geregeld. Vervolgens is er salaris van het [bedrijf] . op zijn rekening gestort. [naam] heeft echter nooit voor dit bedrijf gewerkt. [naam] geeft aan dat hij niet precies weet wie van beiden de valse stukken heeft opgemaakt en ingeleverd bij de [bedrijf] , maar hij weet wel zeker dat verdachte en medeverdachte [naam] beiden betrokken waren en dat zij op de hoogte waren van de valsheid van de documenten die zij bij de hypotheekaanvraag hebben gebruikt.43
Verdachte heeft aangegeven dat hij [naam] en [naam] enkel heeft doorverwezen naar [naam] , maar dat hij verder geen enkele bemoeienis heeft gehad bij deze hypotheekaanvraag.
Hoewel de verklaringen van [naam] op bepaalde vlakken vragen oproepen zeker wanneer het zijn eigen rol in de hypotheekfraude betreft vinden deze op cruciale onderdelen steun in andere bewijsmiddelen.
Ten eerste zijn er op de gegevensdragers die in de woning van verdachte in beslag zijn genomen stukken met betrekking tot [naam] en [naam] aangetroffen, namelijk een koopovereenkomst tussen [naam] en
[naam] en de verkopers voor de aankoop van de woning aan de [adres] in Den Haag en pensioenoverzichten van [naam] en [naam] .44 Indien verdachte [naam] en [naam] enkel heeft doorverwezen naar [naam] zou het onlogisch zijn dat deze stukken op zijn gegevensdragers staan.
Ten tweede blijkt uit de bankmutaties van de [bedrijf] dat [naam] op 27 september 2018 eenmalig salaris van [bedrijf] ontvangt.45 Bij navraag bij de [bedrijf] blijkt dat medeverdachte [naam] een dag later op 28 september 2018 salaris van [bedrijf] ontvangt. Verder blijkt dat [bedrijf] is gevestigd aan De [adres] in Almere,46 hetzelfde pand waar ook het [bedrijf] van medeverdachte [naam] zit. Daarnaast wordt op de gegevensdragers van verdachte een uittreksel van de Kamer van Koophandel van [bedrijf] , gevestigd aan De [adres] in Almere, aangetroffen.47 Gelet op het voorgaande is er een connectie tussen [bedrijf] en beide verdachten.
Tot slot heeft [naam] verklaard dat de hypotheekaanvraag bij hem is aangeleverd via verdachte en dat verdachte de inkomensgegevens bij hem heeft aangeleverd.48
Het voorgaande duidt op een veel grotere betrokkenheid van verdachte en medeverdachte [naam] bij de hypotheekaanvraag van [naam] en [naam] dan verdachte zelf over heeft verklaard. De rechtbank zal derhalve uitgaan van de verklaring van [naam] voor zover deze betrekking heeft op de rol van verdachte en medeverdachte [naam] en hun wetenschap omtrent de valsheid van de aangeleverde stukken. De rechtbank komt derhalve ook met betrekking tot deze hypotheekaanvraag tot het wettig en overtuigend bewijs.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 12 november 2017 tot en met 15 september 2021 in Leeuwarden en/of Amsterdam en/of Utrecht en/of Almere, althans in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van meerdere geschriften als ware deze echt en onvervalst, te weten werkgeversverklaringen en salarisspecificaties en arbeidsovereenkomsten, te weten: (aangifte [bedrijf] .)
(zaakdossier 1)