Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 april 2024 in de zaak tussen
[eisers], uit [woonplaats], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Leilindes
De strook grond aan de noordwestelijke zijde van het perceel heeft de bestemming ‘Groenvoorzieningen’ en de strook aan de noordzijde heeft de bestemming ‘Gemengde doeleinden’. Op grond van artikel 12.3 van de Beheersverordening is het op de percelen met de bestemming ‘Groenvoorzieningen’ verboden zonder een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk/werkzaamheden, opgaand houtgewas te kappen of rooien.
Op grond van artikel 2 van de Bomenverordening is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders houtopstand te vellen of te doen vellen. Tussen partijen staat vast dat de uitzonderingen uit artikel 2 van de Bomenverordening niet aan de orde zijn.
Dat het college in 2013 onderhoud heeft uitgevoerd aan de betreffende groenstrook en daarbij ook bomen heeft gekapt, doet verder niet af aan het feit dat uit de luchtfoto’s blijkt, dat de begroeiing na het onderhoud weer dusdanig is toegenomen dat er sprake was van houtopstand en opgaand houtgewas als bedoeld in de Bomenverordening en de Beheersverordening dat niet zonder vergunning mocht worden verwijderd. Ook het feit dat het college mogelijk elders groen heeft verwijderd, doet niet af aan de vergunningplicht voor eisers bij het verwijderen van houtopstand en opgaand houtgewas.
Was handhavend optreden evenredig?
Is het bestreden besluit in strijd met het gelijkheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel?
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.S. G. Steenbergen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 april 2024.