Uitspraak
1.De procedure
- de akte inclusief producties van het dierenziekenhuis,
- de mondelinge behandeling van 15 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dierenziekenhuis Drachten B.V. en een gedaagde partij over de betaling van facturen voor diergeneeskundige behandelingen van een paard. De eisende partij, het Dierenziekenhuis, vorderde betaling van € 2.742,68, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een behandelingsovereenkomst die tussen hen en de gedaagde was gesloten. De gedaagde, die niet op de zitting verscheen, voerde verweer door te stellen dat het Dierenziekenhuis zijn zorgplicht niet had nageleefd, wat leidde tot de euthanasie van het paard. De kantonrechter oordeelde dat het Dierenziekenhuis aan zijn informatieplichten had voldaan en dat het herroepingsrecht niet van toepassing was, omdat de behandeling op verzoek van de gedaagde had plaatsgevonden. De rechter concludeerde dat de gedaagde haar stelling over de zorgplicht onvoldoende had onderbouwd en dat de vordering van het Dierenziekenhuis voor de hoofdsom toewijsbaar was. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat het beding in de algemene voorwaarden van het Dierenziekenhuis als oneerlijk werd beschouwd. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.