ECLI:NL:RBNNE:2024:1149

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
29 maart 2024
Zaaknummer
C/19/146996 / KG ZA 24-31
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herinvoering van bestuurslidmaatschap en toegang tot communicatie binnen vereniging

In deze zaak vorderen eisers, die als leden van de commissie zijn benoemd, hun herinvoering als bestuursleden van de vereniging Dorpsraad Zwartemeer. De eisers stellen dat hun lidmaatschap niet is beëindigd en dat zij recht hebben op deelname aan vergaderingen en toegang tot relevante documenten. De vereniging heeft hen echter uit de WhatsApp-groep verwijderd en stelt dat er geen basis is voor hun vorderingen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vereniging en de commissie in feite één orgaan vormen en dat de eisers nog steeds lid zijn van beide. De rechter wijst de vorderingen van de eisers toe, inclusief toegang tot de WhatsApp-groep, de verstrekking van notulen en andere communicatie. De vereniging wordt veroordeeld tot betaling van proceskosten en een dwangsom bij niet-naleving van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Assen
Zaaknummer: C/19/146996 / KG ZA 24-31
Vonnis in kort geding van 2 april 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiser2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. T.M. Vollbehr te Groningen,
tegen
de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid
DORPSRAAD ZWARTEMEER,
te Zwartemeer ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de vereniging,
gemachtigde: D.H. Klein.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.De feiten

2.1.
De gemeente Emmen heeft Erkende Overlegpartners, waarvan Erkende Overlegpartner Dorpsraad Zwartemeer (hierna: commissie) er één is. In 2016 is de vereniging Dorpsraad Zwartemeer (hierna: de vereniging) opgericht om uitvoering te geven aan de besluiten van de commissie.
2.2.
Een democratisch gekozen lid van de commissie is ook lid van de vereniging.
2.3.
[eisers] zijn in [xxxx] in [woonplaats] komen wonen. Op 15 maart 2023 zijn zij door de kiesgerechtigde inwoners van [woonplaats] verkozen als leden van de commissie. Door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen zijn [eisers] op 24 maart 2023 benoemd als leden van de commissie.
2.4.
De vereniging bestond bij aanvang uit dertien leden en bestaat tijdens de mondelinge behandeling van 19 maart 2024 uit twaalf leden.
2.5.
De heer [eiser] is binnen de vereniging aangesteld als secretaris. De heer [eiser2] houdt zich voornamelijk bezig met 'Grijs en Groen', de ontwikkeling en het beheer van de website en de Facebookpagina van de vereniging.
2.6.
[eisers] hebben een vergadering van de vereniging op 18 oktober 2023 vroegtijdig verlaten, nadat de gemoederen hoog waren opgelopen vanwege meningsverschillen tussen de leden. Bij de eerstvolgende vergadering, gehouden op 14 november 2023 waren [eisers] niet aanwezig.
2.7.
Op 16 november 2023 heeft de heer [naam] , destijds voorzitter van de vereniging, aan [eisers] laten weten dat zij uit de vereniging zijn gezet. [eisers] is diezelfde dag uit de WhatsApp-groep verwijderd.
2.8.
Op 1 december 2023 heeft de heer [naam] per e-mail aan [eisers] laten weten dat de vereniging geen mogelijkheid ziet tot verdere samenwerking en dat er geen draagvlak meer voor [eisers] zou zijn.
2.9.
[eisers] heeft op 4 januari 2024 een brief ontvangen van de heer [naam] waarin de samenwerking wordt opgezegd.
2.10.
Nadien hebben partijen over het geschil gecorrespondeerd.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisers] vorderen, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de vereniging te veroordelen om met onmiddellijke ingang, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, [eisers] toe te voegen aan de WhatsApp-groep waarin ook de andere leden van de vereniging zitten;
II. de vereniging te veroordelen om met onmiddellijke ingang, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, de WhatsApp-geschiedenis van de WhatsApp-groep van de vereniging over de periode vanaf 15 november 2023 tot aan de dag van het wijzen van vonnis in deze procedure aan [eisers] te verstrekken;
III. de vereniging te veroordelen om met onmiddellijke ingang, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, de heer [eiser] de onbelemmerde toegang te verschaffen en te blijven verschaffen van alle bij de vereniging bekende e-mailadressen van de vereniging, waaronder in ieder geval [mailadres] en [mailadres] , waaronder in ieder afgifte van de inloggegevens van de e-mailadressen aan de heer [eiser] dient te worden verstaan;
IV. de vereniging te veroordelen om de notulen van de vergaderingen die zijn gehouden in de periode vanaf 1 november 2023 t/m 1 maart 2024 met onmiddellijke ingang, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, aan [eisers] te verstrekken. Indien de vereniging voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen notulen van vergaderingen zijn gemaakt, dient de vereniging met onmiddellijke ingang, dan wel een door de rechtbank te bepalen termijn, te worden veroordeeld tot het opstellen van een document waaruit blijkt (a) wanneer er in voornoemde periode vergaderingen zijn gehouden, (b) welke onderwerpen daar zin besproken en wat daarover inhoudelijk is gezegd en (c) welke besluiten er zijn genomen en dit document aan [eisers] te verstrekken;
V. de vereniging te veroordelen tot het tijdig en persoonlijk informeren van [eisers] over de datum, de plaats en het aanvangstijdstip van vergaderingen, dat wil zeggen: in ieder geval veertien dagen voorafgaand aan de vergadering, waarbij minstens vijf dagen voorafgaand aan de vergadering ook de agenda en bijbehorende bijlagen van de vergadering, evenals een opgave van de ingekomen stukken en verdere documenten aan [eisers] wordt toegezonden;
VI. de vereniging te veroordelen om zonder enige belemmering [eisers] in staat te stellen hun oorspronkelijke functies c.q. portefeuilles binnen de vereniging weer uit te laten oefenen;
VII. de vereniging te verbieden om een nieuwe WhatsApp-groep of nieuw e-mailadres aan te maken zonder dat zij [eisers] aan de groep toevoegen of [eisers] op de hoogte stellen van het e-mailadres en de bijbehorende inloggegevens;
VIII. indien de vereniging niet voldoet aan de veroordelingen onder I t/m VII, verbeurt zij een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij aan de veroordelingen niet voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt;
IX. de vereniging te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf betekening van het vonnis, alsmede in de nakosten.
3.2.
[eisers] leggen aan de vordering ten grondslag dat hun lidmaatschap niet is opgezegd en nog steeds voortduurt. Zij stellen dat zij daarom aanwezig mogen zijn bij vergaderingen van de vereniging, dat zij recht hebben op oproeping tot die vergaderingen en de bijbehorende documenten dienen te ontvangen. Voorts stelt [eisers] dat de heer [eiser] in het handelsregister nog steeds is ingeschreven als secretaris.
3.3.
De vereniging voert verweer. De vereniging concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] De vereniging voert daartoe aan dat [eisers] de verkeerde partij heeft gedagvaard. De vereniging voert aan dat de commissie een commissie is in de zin van artikel 84 Gemeentewet en dat de vereniging slechts tot doel heeft aan de besluiten de commissie uitvoering te geven. De vereniging is een verlengstuk van de commissie, aldus de vereniging. De vereniging voert aan dat [eisers] en zij geen conflict hebben, maar dat [eisers] een conflict hebben met de commissie.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eisers] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Gelet op de aard van de vordering is het spoedeisend belang gegeven.
4.2.
Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.3.
De vereniging heeft aangevoerd dat [eisers] een onjuiste (proces)partij heeft gedagvaard, omdat de vereniging slechts een verlengstuk is van de commissie en zelf geen besluiten neemt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat in formeel opzicht verschillen bestaan tussen de commissie en de vereniging, maar dat in feite sprake is van één orgaan. De vereniging is opgericht om uitvoering te geven aan de besluiten van de commissie en geeft in dat kader handen en voeten aan de commissie voor het aanvragen van onder andere subsidies. Daarnaast zijn de leden van de commissie - die democratisch worden gekozen door de kiesgerechtigde inwoners van [woonplaats] - dezelfde leden als die van de vereniging en voeren de commissie en vereniging dezelfde naam. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarmee sprake van vereenzelviging van de commissie en de vereniging. Het beroep van de vereniging op niet-ontvankelijkheid faalt.
4.4.
[eisers] zijn op 15 maart 2023 door de kiesgerechtigde inwoners van [woonplaats] verkozen als leden van de commissie. Door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen zijn [eisers] op 24 maart 2023 benoemd tot leden van de commissie. Niet gesteld of gebleken is dat leden van de commissie andere leden uit de commissie kunnen zetten. De vereniging heeft aangegeven dat er geen reglement of statuten van de commissie zijn die deze mogelijkheid bieden. Voor zover met de mededeling van de heer [naam] aan [eisers] op 16 november 2023 is bedoeld dat [eisers] uit de commissie en/of de vereniging zijn gezet, oordeelt de voorzieningenrechter dat de heer [naam] deze mededeling niet heeft kunnen doen. Er bestond immers geen regel op basis waarvan hij [eisers] uit de commissie danwel de vereniging kon zetten. Blijkens artikel 5 van de statuten van de vereniging kan een lid worden ontzet uit het lidmaatschap van de vereniging wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting geschiedt door een besluit van het bestuur van de vereniging, waarna het lid in beroep kan gaan bij de algemene ledenvergadering. Niet is gesteld of gebleken dat het bestuur een dergelijk besluit heeft genomen en dat de procedure van artikel 5 lid 4 van de statuten is gevolgd. Bovendien heeft de ontzetting van een lid uit het lidmaatschap van de vereniging geen gevolg voor het lidmaatschap van de commissie. De conclusie is dat [eisers] nog steeds lid van de commissie en de vereniging zijn. Zij hebben recht op alle voorzieningen die zij nodig hebben om hun taak als (bestuurs)lid van de vereniging uit te voeren. De voorzieningenrechter zal de vorderingen - waarbij de hierna volgende overwegingen zullen worden meegenomen - toewijzen.
4.5.
[eisers] heeft gevorderd dat de vereniging de notulen van de vergaderingen die zijn gehouden in de periode vanaf 1 november 2023 t/m 1 maart 2024 aan [eisers] moet verstrekken. De kantonrechter zal de vereniging veroordelen tot het verstrekken van de notulen van de vergaderingen die zijn gehouden in de periode vanaf 1 november 2023 t/m 1 maart 2024. De vereniging heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er geen notulen van de vergaderingen in genoemde periode zijn gemaakt. Zij heeft slechts bloot betwist dat er geen notulen van de vergaderingen in genoemde periode zijn gemaakt, maar heeft deze stelling niet verder onderbouwd. Aan het voorwaardelijke deel van de vordering van [eisers] onder IV. komt de voorzieningenrechter daarom niet toe.
4.6.
Gelet op bovenstaande zullen de vorderingen van [eisers] worden toegewezen. Het door de vereniging aangevoerde dat de andere leden zullen opstappen als de vorderingen van [eisers] worden toegewezen kan niet leiden tot een ander oordeel.
4.7.
De gevorderde dwangsom zal, als niet afzonderlijk weersproken, worden toegewezen, met dien verstande dat deze zal worden beperkt tot een maximum van € 10.000,00.
4.8.
De vereniging is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
320,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.352,42
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de vereniging om vanaf 2 april 2024 [eisers] toe te voegen aan de WhatsApp-groep waarin ook de andere leden van de vereniging zitten;
5.2.
veroordeelt om de vereniging om vanaf 2 april 2024 de WhatsApp-geschiedenis van de WhatsApp-groep van de vereniging over de periode vanaf 15 november 2023 tot aan 2 april 2024 aan [eisers] te verstrekken;
5.3.
veroordeelt de vereniging om vanaf 2 april 2024 de heer [eiser] de onbelemmerde toegang te verschaffen en te blijven verschaffen van alle bij de vereniging bekende e-mailadressen van de vereniging, waaronder in ieder geval [mailadres] en [mailadres] en tot afgifte van de inloggegevens van de e-mailadressen aan de heer [eiser] ;
5.4.
veroordeelt de vereniging om de notulen van de vergaderingen die zijn gehouden in de periode vanaf 1 november 2023 t/m 1 maart 2024 uiterlijk 5 april 2024 aan [eisers] te verstrekken;
5.5.
veroordeelt de vereniging [eisers] tot het uiterlijk veertien dagen voorafgaand aan vergaderingen te informeren over de datum, de plaats en het aanvangstijdstip van vergaderingen, waarbij minstens vijf dagen voorafgaand aan de vergadering ook de agenda en bijbehorende bijlagen van de vergadering, evenals een opgave van de ingekomen stukken en verdere documenten aan [eisers] moet worden toegezonden;
5.6.
veroordeelt de vereniging om zonder enige belemmering [eisers] in staat te stellen hun oorspronkelijke functies c.q. portefeuilles binnen de vereniging weer uit te laten oefenen;
5.7.
verbiedt de vereniging om een nieuwe WhatsApp-groep of nieuw e-mailadres aan te maken zonder dat zij [eisers] aan de groep toevoegen of [eisers] op de hoogte stellen van het e-mailadres en de bijbehorende inloggegevens;
5.8.
veroordeelt de vereniging om aan [eisers] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordelingen onder 5.1. tot en met 5.7. voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
5.9.
veroordeelt de vereniging in de proceskosten van € 1.352,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de vereniging niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.10.
veroordeelt de vereniging tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
5.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2024.
657/vj