ECLI:NL:RBNNE:2024:1147

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
29 maart 2024
Zaaknummer
C 18/233305 KG ZA 24-45
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot percelen voor verwijdering hoogspanningsverbinding in kort geding

In deze zaak vorderden TenneT TSO B.V. en Saranne B.V. (hierna gezamenlijk TenneT c.s.) in kort geding dat de gedaagde partij hen zou toestaan gebruik te maken van zijn percelen voor de verwijdering van een oude hoogspanningsverbinding. TenneT c.s. hebben de wettelijke taak om het hoogspanningsnet te beheren en uit te breiden, en zijn gestart met de aanleg van een nieuwe 380 kV verbinding. De oude verbinding, die op de percelen van de gedaagde partij staat, moet voor medio 2024 verwijderd worden. De gedaagde partij weigerde toestemming te geven voor het gebruik van zijn kavelpad, wat TenneT c.s. noodzakelijk achtte voor de uitvoering van de werkzaamheden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen gewichtige redenen waren voor de gedaagde partij om het gebruik te weigeren, en dat TenneT c.s. een spoedeisend belang hadden bij de vordering. De rechter stelde vast dat de gedaagde partij op grond van artikel 5:56 BW verplicht was om tijdelijk gebruik van zijn onroerende zaak toe te staan, en dat er geen redelijke alternatieven voorhanden waren. De vorderingen van TenneT c.s. werden toegewezen, met een dwangsom voor de gedaagde partij bij niet-naleving.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: C/18/233305 / KG ZA 24-45
Vonnis in kort geding van 29 maart 2024
in de zaak van

1.TENNET TSO B.V.,

te Arnhem,
2.
SARANNE B.V.,
beide statutair gevestigd te Arnhem,
eisende partijen,
hierna samen te noemen TenneT c.s. dan wel afzonderlijk TenneT of Saranne,
advocaten: mrs. I.S. Termaat en J.W.M. Hagelaars,
tegen
[gedaagde partij],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen [gedaagde partij] ,
advocaat: mr. M. Schuring.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- de e-mail van [gedaagde partij] van 25 maart 2024 waarbij hij productie 1 heeft overgelegd,
- de e-mail van [gedaagde partij] van 26 maart 2024 waarbij hij productie 2 heeft overgelegd,
- de mondelinge behandeling van 27 maart 2024 waarbij door de griffier aantekeningen zijn gemaakt van hetgeen is besproken en die aan het procesdossier zijn toegevoegd,
- de spreekaantekeningen van [gedaagde partij] .

2.De feiten

2.1.
TenneT is beheerder van het landelijke hoogspanningsnet. Zij heeft de wettelijke taak om het hoogspanningsnet te beheren en uit te breiden. In dat kader heeft TenneT een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding aangelegd tussen Eemshaven Oudeschip en Vierverlaten. De nieuwe verbinding vervangt de bestaande 220 kV hoogspanningsverbinding tussen Eemshaven Oudeschip en Vierverlaten en de 110 kV hoogspanningsverbinding tussen Brillerij en Vierverlaten.
2.2.
Ter realisering van de nieuwe hoogspanningsverbinding, heeft de minister van Economische Zaken het Rijksinpassingsplan Noord-West 380 kV EOS-VVL vastgesteld. Op grond van artikel 14 van voornoemd plan, zijn TenneT c.s. verplicht de bestaande 110 kV en de 220 kV hoogspanningsverbindingen met bijbehorende voorzieningen binnen vier jaar na de start van de aanleg van de nieuwe hoogspanningsverbinding geamoveerd te hebben.
2.3.
Een deel van de bestaande 220 kV hoogspanningsverbinding staat op percelen van [gedaagde partij] . Hiervoor is bij akte van 7 juli 1972 ten behoeve van (de rechtsvoorganger van) Saranne een opstalrecht gevestigd op de percelen, kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] . Op de percelen [kavelnummers] staan in totaal drie masten ten behoeve van de oude verbinding. Over de andere percelen hangen de elektriciteitskabels.
2.4.
Artikel 1 van de vestigingsakte bepaalt:
“De zakelijke rechten worden gevestigd ten behoeve van het – voor de overbrenging van elektrische energie – aanbrengen en in eigendom hebben, onderzoeken, onderhouden, herstellen en verwijderen van elektriciteitswerken, waaronder begrepen masten met funderingen, draadoverspanningen en daarmede verband houdende beveiligingswerken, waaronder aardingen en ondersteuningswerken op, in en boven de gemelde kadastrale percelen.”
2.5.
In de vestigingsakte is verder bepaald dat de algemene voorwaarden van (de rechtsvoorganger van) TenneT c.s. van toepassing zijn.
2.6.
Artikel 2 van de algemene voorwaarden bepaalt:
“Het bedrijf is gerechtigd van de belaste strook te allen tijde gebruik te maken of te doen maken, zulks met inbegrip van het recht van toegang voor personen en goederen over de in de overeenkomst vermelde dan wel andere bij de eigenaar in eigendom of gebruik zijnde percelen en daarin, daarop of daarboven alle werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten zoals en voorzover zulks naar zijn oordeel nodig is voor het aanbrengen, houden, onderzoeken, onderhouden, herstellen, vervangen en verwijderen van de elektriciteitswerken. Van het hiervoor bedoelde recht van toegang zal door het bedrijf in overleg met de eigenaar, op redelijke wijze gebruik worden gemaakt.”
2.7.
De percelen met nummers [kavelnummers] zijn niet rechtstreeks vanaf de openbare weg bereikbaar.
2.8.
Omstreeks 2007 heeft [gedaagde partij] een tweetal aangrenzende percelen in eigendom verkregen. Het gaat om de percelen, kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] . Over deze percelen heeft [gedaagde partij] een kavelpad aan laten leggen dat doorloopt op perceel 426 en zijn boerderij ontsluit richting het zuiden.
Figuur 1.In de cirkels bevinden zich de te verwijderen masten van de oude hoogspanningsverbinding. De zwarte lijnen geven de openbare weg weer rond de percelen van [gedaagde partij] . De bovenste pijl wijst naar het kavelpad dat loopt van de openbare weg via de boerderij van [gedaagde partij] (de onderste pijl) naar de zuidzijde.
2.9.
TenneT c.s. zijn in 2020 gestart met de aanleg van de nieuwe hoogspanningsverbinding. Medio 2024 dient de oude verbinding te zijn verwijderd. De nieuwe verbinding is medio 2023 in bedrijf gesteld.
2.10.
De aannemer van TenneT c.s. heeft de werkzaamheden voor het verwijderen van de oude verbinding op de percelen van [gedaagde partij] gepland vanaf 2 april 2024. De planning is dat medio augustus 2024 alle werkzaamheden, waaronder herstelwerkzaamheden, volledig zijn uitgevoerd en afgerond.
2.11.
Ter voorbereiding op de verwijderingswerkzaamheden, heeft op 9 februari 2024 een gesprek tussen partijen plaatsgevonden waarbij TenneT c.s. de plannen aan [gedaagde partij] uiteen heeft gezet. Op 20 februari 2024 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden waarbij [gedaagde partij] aan de hand van tekeningen is getoond hoe de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd.
2.12.
In eerste instantie heeft een door TenneT c.s. ingeschakelde rentmeester [gedaagde partij] een aanbod gedaan van € 4.000,00 als vergoeding voor het gebruik van het kavelpad. Dit aanbod is later ingetrokken.
2.13.
[gedaagde partij] heeft TenneT c.s. geen toestemming gegeven gebruik te maken van zijn kavelpad over de percelen met nummers [kavelnummers] .
2.14.
Bij brief van 13 maart 2024 hebben TenneT c.s. [gedaagde partij] in gebreke gesteld en hem gesommeerd TenneT c.s. alsnog ongehinderde toegang te verlenen tot de betreffende percelen.
2.15.
In reactie op de sommatiebrief, heeft [gedaagde partij] kenbaar gemaakt slechts zijn medewerking te willen verlenen tegen betaling van een vergoeding door TenneT c.s.

3.Het geschil

3.1.
TenneT c.s. vorderen dat [gedaagde partij] op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de veroordeling voldoet, wordt veroordeeld:
primair
te gehengen, te gedogen, althans te dulden dat TenneT c.s. gebruik maken van de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] teneinde de aldaar aanwezige 220 kV verbinding met toebehoren te verwijderen,
te gehengen, te gedogen, althans te dulden dat TenneT c.s. gebruik maken van het op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] aanwezige kavelpad voor de transportbewegingen die nodig zijn voor het verwijderen van de op de percelen met nummers [kavelnummers] aanwezige hoogspanningsverbinding met toebehoren,
te gehengen, te gedogen, althans te dulden dat TenneT c.s. op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] de noodzakelijke voorzieningen treft ten behoeve van de werkzaamheden die nodig zijn teneinde om de hoogspanningsverbinding met toebehoren te verwijderen,
subsidiair
in goede justitie te bepalen zodanige voorzieningen dan wel maatregelen te gedogen, zodanig dat TenneT c.s. de hiervoor onder primair a. en b. genoemde percelen kan gebruiken om de op de percelen met nummers [kavelnummers] aanwezige hoogspanningsverbinding met toebehoren te verwijderen,
een en ander met de veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met rente en nakosten.
3.2.
TenneT c.s. leggen samengevat aan de vorderingen ten grondslag dat [gedaagde partij] mede op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden gehouden is om toe te staan dat zij de oude hoogspanningsverbinding verwijdert waarbij TenneT c.s. tevens gebruik mag maken van andere percelen die bij [gedaagde partij] in eigendom of gebruik zijn zoals het kavelpad dat over de percelen [kavelnummers] is aangelegd. Daarnaast is [gedaagde partij] op grond van artikel 5:56 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gehouden TenneT c.s. toegang te verlenen tot dat kavelpad. Gebruikmaking van deze route om de oude hoogspanningsverbinding te verwijderen is bovendien het minst bezwaarlijk en noodzakelijk voor TenneT c.s. voor de uitvoering van de werkzaamheden.
3.3.
[gedaagde partij] voert verweer. [gedaagde partij] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van TenneT c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van TenneT c.s., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van TenneT c.s. in de kosten van deze procedure.
3.4.
[gedaagde partij] voert beknopt weergegeven het volgende aan. [gedaagde partij] is contractueel niet gehouden om TenneT c.s. toegang te verlenen tot alle percelen die hij in eigendom heeft. TenneT c.s. kunnen evenmin een geslaagd beroep doen op het bepaalde in artikel 5:56 BW. Van een absolute noodzaak om van het kavelpad op percelen [kavelnummers] gebruik te maken, is niet gebleken. Er zijn volgens [gedaagde partij] minder bezwarende alternatieve routes die TenneT c.s. kunnen gebruiken.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. Ter beoordeling ligt eerst voor of TenneT c.s. ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang hebben. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Hebben TenneT c.s. een spoedeisend belang?
4.2.
TenneT c.s. hebben gemotiveerd aangevoerd dat er sprake is van een spoedeisend belang. Zij hebben daartoe gesteld dat de uit te voeren werkzaamheden aan de oude hoogspanningsverbinding staan ingepland vanaf 2 april 2024 welke werkzaamheden deel uitmaken van een reeks van werkzaamheden ter verwijdering van het gehele hoogspanningstracé. Indien deze werkzaamheden geen doorgang kunnen vinden, loopt het gehele project vertraging op waardoor TenneT c.s. schade lijdt, aldus TenneT c.s. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben TenneT c.s. hiermee afdoende aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang. Het enkele verweer dat TenneT c.s. dit spoedeisend
belang zelf gecreëerd hebben door eerst in een laat stadium [gedaagde partij] in kennis te stellen van de voorgenomen werkzaamheden wordt niet gevolgd, nu een termijn van bijna twee maanden in beginsel voldoende geacht kan worden om iemands medewerking in een situatie als de onderhavige gerealiseerd te krijgen.
Mogen TenneT c.s. gebruik maken van het kavelpad van [gedaagde partij] ?
4.3.
Kern van het geschil is het antwoord op de vraag of TenneT c.s. voor het verwijderen van de hoogspanningsverbinding op de percelen van [gedaagde partij] met nummers [kavelnummers] gebruik mogen maken van het kavelpad van [gedaagde partij] op de percelen [kavelnummers] . De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag bevestigend.
4.4.
[gedaagde partij] heeft niet weersproken dat TenneT c.s. gerechtigd zijn de oude hoogspanningsverbinding te verwijderen. Artikel 5:56 BW bepaalt dat wanneer het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk gebruik te maken, de eigenaar van deze zaak gehouden is dit na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.
4.5.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft er een behoorlijke kennisgeving aan [gedaagde partij] plaatsgevonden. TenneT c.s. hebben op 9 februari 2024 met [gedaagde partij] gesproken en de geplande werkzaamheden kenbaar gemaakt. Zoals eerder is overwogen, is een termijn van bijna twee maanden om [gedaagde partij] zijn medewerking te verkrijgen in beginsel voldoende.
4.6.
TenneT c.s. hebben onbetwist gesteld dat zij bereid zijn de door [gedaagde partij] geleden schade ten gevolge van de werkzaamheden - zoals bepaald in artikel 5:56 BW - te vergoeden. Dat de omvang van die schadeloosstellingsplicht eerst op een later moment plaatsvindt, is inherent aan de systematiek van de wet.
4.7.
Het ‘noodzakelijk’ gebruik wil enerzijds zeggen dat dit tot een minimum moet worden beperkt en anderzijds dat het gebruik slechts is toegestaan voor zover redelijkerwijs geen alternatieven voorhanden zijn. Een absolute noodzaak is dan ook niet vereist. [1] Partijen twisten over de vraag of er alternatieven voor handen zijn die maken dat het gebruik maken van het kavelpad niet noodzakelijk is. Volgens [gedaagde partij] dienen TenneT c.s. aan de zuidoost en noordwest kant het verloop van de hoogspanningsverbinding te volgen. De afstand van de twee buitenste masten naar de openbare weg is op die manier korter. Bovendien, zo voert [gedaagde partij] aan, is er bij de aanleg van de nieuwe verbinding ook via die route gewerkt.
4.7.1.
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het betoog van [gedaagde partij] dat er twee nieuwe ontsluitingen door TenneT c.s. zouden moeten worden aangelegd richting het zuidoosten en noordwesten. Deze routes zouden door TenneT c.s. opnieuw moeten worden aangelegd. Het kan TenneT c.s. in deze niet worden verweten dat zij na het gereed komen van de nieuwe verbinding ruim een jaar geleden, deze route heeft verwijderd en herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd teneinde zo min mogelijk schade aan de perceeleigenaren te berokkenen. Evenmin is gemotiveerd weersproken dat voor de aanleg van het nieuwe tracé zwaarder materieel benodigd was dan thans noodzakelijk is voor de amotie van de oude verbinding. Het kavelpad was voor dit zwaar materieel niet geschikt. Dat het kavelpad bij de amotie van de oude hoogspanningsverbinding niet geschikt is, is niet gebleken. Niet ter discussie staat verder dat TenneT c.s. bij de aanleg van die routes (opnieuw) sloten zou moeten dempen. Voorts is door TenneT c.s. onweersproken gesteld dat de voor het onderhoud gebruikte route vanaf het zuiden langer is, deze langs de boerderij van [gedaagde partij] voert en bovendien een knik in de weg zit die het voor TenneT c.s. lastig maken deze route te gebruiken. Voorgaande omstandigheden tezamen bezien, maken naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat nieuwe ontsluitingen aanleggen naar de openbare weg geen redelijk alternatief is.
4.7.2.
In haar dagvaarding hebben TenneT c.s. gesteld dat de werkzaamheden een periode van vijf maanden in beslag zullen nemen en dat een team van 80 medewerkers de amotie uitvoeren. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft zij dit genuanceerd en nader uiteengezet dat er niet iedere dag werkzaamheden worden uitgevoerd en er voor de te onderscheiden werkzaamheden verschillende specialisten worden ingezet. Zij zijn niet allemaal tegelijk aan het werk. Hiermee is het gebruik van het kavelpad dan ook beperkt.
4.7.3.
Het bovenstaande brengt mee dat voorshands voldoende aannemelijk is dat het gebruik van het kavelpad over de percelen met nummer [kavelnummers] voor de amotie van de oude hoogspanningsverbinding op de percelen met nummers [kavelnummers] van [gedaagde partij] noodzakelijk is en de vorderingen van TenneT c.s. daartoe zullen worden toegewezen. Of [gedaagde partij] ook op grond van de van toepassing verklaarde algemene voorwaarden gehouden is het gebruik van het kavelpad toe te staan, kan in dit kort geding in het midden worden gelaten. Het belang van TenneT c.s. bij toewijzing van de voorzieningen, weegt bovendien zwaarder nu TenneT c.s. heeft gesteld dat zij de nodige voorzorgsmaatregelen zal treffen om schade aan de te betreden percelen te voorkomen zoals het gebruik van rijplaten en als er schade is, zij die zal vergoeden.
4.8.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde partij] tot slot uiteengezet dat hij voor zijn bedrijfsvoering in belangrijke mate afhankelijk is van het gebruik van het kavelpad, zowel om zijn percelen te bereiken als om deze te beregenen en te bemesten waarbij [gedaagde partij] in grote mate afhankelijk is van het weer. Hierin liggen evenwel geen gewichtige redenen die maken dat het gebruik door TenneT c.s. van het kavelpad zou moeten worden uitgesteld of geweigerd of dat zijn belang bij afwijzing van de vordering zwaarder weegt. Vanzelfsprekend dienen TenneT c.s. wel met deze omstandigheden rekening te houden door het gebruik van het kavelpad op de voor [gedaagde partij] minst belastende wijze uit te voeren. Het lijkt de voorzieningenrechter aangewezen dat partijen hierover met elkaar in contact treden.
De dwangsom
4.9.
De gevorderde dwangsom, waartegen geen afzonderlijk verweer is gevoerd, zal worden beperkt als volgt. Per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde partij] niet aan de veroordelingen voldoet, zal hij een bedrag van € 10.000,00 verbeuren. De dwangsom zal worden gemaximeerd op een bedrag van € 200.000,00.
De proceskosten
4.10.
[gedaagde partij] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van TenneT c.s. worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,99
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.085,99
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] te gehengen, te gedogen dan wel te dulden dat TenneT c.s. gebruik maken van de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] teneinde de aldaar aanwezige 220 kV hoogspanningsverbinding met toebehoren te verwijderen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] te gehengen, te gedogen dan wel te dulden dat TenneT c.s. gebruik maken van het op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] aanwezige kavelpad voor de transportbewegingen die nodig zijn om de op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] aanwezige 220 kV hoogspanningsverbinding met toebehoren te verwijderen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] te gehengen, te gedogen dan wel te dulden dat TenneT c.s. op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] de noodzakelijke voorzieningen treffen ten behoeve van de werkzaamheden die nodig zijn teneinde de op de percelen kadastraal bekend gemeente Bierum, sectie K, nummers [kavelnummers] aanwezige 220 kV hoogspanningsverbinding met toebehoren te verwijderen,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan TenneT c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de hoofdveroordelingen onder r.o. 5.1., 5.2. en/of 5.3. voldoet, tot een maximum van € 200.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten van € 2.085,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde partij] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken door mr. L.T. de Jonge op 29 maart 2024.
593/eh