ECLI:NL:RBNNE:2024:1029

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 maart 2024
Publicatiedatum
22 maart 2024
Zaaknummer
C/18/232825 KG RK 24-78
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter in opleiding wegens eerdere samenwerking met de advocaat van de eiser

Op 11 maart 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, in de persoon van mr. J. Duiven, een verzoek tot verschoning ingediend. Dit verzoek is gedaan omdat mr. Duiven in het verleden nauw heeft samengewerkt met de advocaat van de eiser, mr. H. Yucesan. Gezien deze samenwerking voelde de rechter zich niet vrij om de zaak te behandelen, wat aanleiding gaf tot het indienen van het verschoningsverzoek. De verschoningskamer heeft dit verzoek beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de rechter zich niet onpartijdig kan opstellen in deze zaak. Dit is in lijn met artikel 41 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat de behandeling van een verschoningsverzoek niet ter zitting hoeft plaats te vinden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de schijn van partijdigheid moet worden vermeden en dat rechtzoekenden vertrouwen moeten kunnen hebben in de onpartijdigheid van de rechter. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de behandeling van de zaak door een andere rechter zal worden voortgezet. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Verschoningskamer
zaaknummer: C/18/232825 KG RK 24-78
Beslissing van de meervoudige kamer van 11 maart 2024 op het verzoek tot verschoning van
Mr. J. Duiven,
rechter in opleiding in deze rechtbank,
in de zaak van:
[eiser] ,
eiser,
advocaat: mr. H. Yucesan te Almere,
tegen
[gedaagde]
,
gedaagde,
advocaat: mr. A.M. Pesman te Heerenveen.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij de rechtbank Noord-Nederland, cluster privaatrecht, locatie Leeuwarden, is een zaak aanhangig bekend onder zaaknummer 10694949 CV EXPL 23-4848.
1.2
Op 11 maart 2024 heeft mr. J. Duiven (hierna: de rechter) een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.

2.Het verschoningsverzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Uit het verschoningsverzoek komt naar voren dat de rechter in het verleden nauw heeft samengewerkt met de advocaat van de eiser, mr. H. Yucesan. Vanwege voornoemde samenwerking voelt de rechter zich niet vrij om de zaak te behandelen. Teneinde de schijn van partijdigheid te voorkomen, heeft de rechter een verzoek tot verschoning ingediend.
2.2.
Uit artikel 41 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter zitting behoeft plaats te vinden. De verschoningskamer zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
2.3.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de vrees dat daarvan sprake is objectief gerechtvaardigd is.
2.4.
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn wanneer bepaalde feiten en omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. In zo’n geval dient de rechter zich van een beslissing in de zaak te onthouden, omdat rechtzoekenden in het rechterlijk apparaat vertrouwen moeten kunnen stellen. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn van partijdigheid of vooringenomenheid.
2.5.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat in dit geval sprake is van zodanige
omstandigheden dat de rechter zich niet meer voldoende vrij voelt om in deze zaak een
beslissing te nemen. De verschoningskamer ziet hierin een genoegzame grond voor verschoning gelegen. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de zaak door een andere rechter moet worden overgenomen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek tot verschoning van mr. J. Duiven toe;
3.2.
bepaalt dat, met inachtneming van het toegewezen verzoek, het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning;
3.3.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
- mr. J. Duiven;
- de teamvoorzitter van het cluster waarin mr. J. Duiven werkzaam is;
- de partijen in de hoofdzaak.
Aldus gegeven door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. C.W. Couperus-van Kooten en mr. H.J. Idzenga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Toussaint, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2024.
griffier voorzitter
Tegen de beslissing staat geen rechtsmiddel open.