De bestuurster van de Toyota kwam tot stilstand. Op enige moment naderde de bestuurder van de MAN de stilstaande Toyota. De voor de MAN rijdende bestuurder van een Opel kon nog uitwijken voor de Toyota. Ondanks dat de Toyota voor de bestuurder van de MAN zichtbaar moet zijn geweest reageerde deze bestuurder op geen enkele wijze tot zeer kort voor de botsing. De bestuurder had, bij adequate waarneming en reactie, het ongeval kunnen voorkomen.
4. Een geneeskundige verklaring, op 27 maart 2022 opgemaakt en ondertekend door A.E. Brinker, forensisch arts KNMG voor zover inhoudend, als haar schouwverslag:
Cliënt [slachtoffer]
Voornamen [slachtoffer]
Overlijdensdatum 27-03-2022
Dame staat met haar auto stil op de snelweg. Een vrachtwagen rijdt op deze auto in. Mw. wordt gereanimeerd, waarbij er nog wel lage cardiale output was. Bij schouw worden nauwe pupillen gezien en een ernstige hoofdwond op het achterhoofd met schedelfractuur. Waarschijnlijk is er ook sprake van beschadiging van de hersenstam. Er zijn multipele ribfracturen met doorboring van de longen en waarschijnlijk een fractuur van de onderrug. Op de onderrug zijn verse bloeduitstortingen te zien, welke bevestigen dat mw. nog kort geleefd heeft. Er worden bij de schouw geen aanwijzingen gezien voor een natuurlijke doodsoorzaak. Het letsel is dusdanig ernstig dat dit het overlijden kan hebben veroorzaakt. Het letsel lijkt passend bij het ongevalsmechanisme. Derhalve is er sprake van een niet-natuurlijk overlijden door verkeersongeval.
Bewijsoverweging
Op basis van de hierboven genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte het voertuig van het slachtoffer heeft moeten en kunnen zien nadat de ingevoegde Opel van getuige [naam] was uitgeweken naar links. Immers had verdachte op dat moment vrij zicht op het stilstaande voertuig van het slachtoffer, dat zich op dezelfde rijstrook als verdachte bevond. De vervolgvraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verdachte op dat moment voldoende tijd heeft gehad om zijn vrachtwagen tot stilstand te brengen, dan wel uit te wijken, waardoor het ongeval voorkomen had kunnen worden. De rechtbank is van oordeel dat de abrupte inhaalmanoeuvre van de Opel, nadat deze kort daarvoor vóór verdachte was ingevoegd, aanleiding voor verdachte had moeten zijn om te realiseren dat er iets onregelmatigs op de weg gaande was, en om vervolgens daarop te anticiperen. Blijkens de bevindingen van de VOA had verdachte op voornoemd moment - te weten de abrupte inhaalmanoeuvre van de Opel - voldoende tijd, namelijk 4 à 5 seconden, om zijn vrachtwagen tot stilstand te brengen, waardoor een botsing had kunnen worden voorkomen. Hoewel de raadsman van verdachte heeft betwist dat minder dan 6,5 seconden voldoende tijd aan verdachte had geboden om het ongeluk te voorkomen, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de berekening van de verbalisanten van de VOA. Zeker niet omdat één van de opstellers van de VOA, dhr. [verbalisant 2] , ter terechtzitting van 24 februari 2023 heeft gepersisteerd bij zijn berekening en heeft uitgelegd waarom de berekening van de raadsman onjuist is. Tevens had verdachte voldoende tijd en ruimte om zijn vrachtwagen de vluchtstrook, die immers vrij was, op te sturen. Dit klemt temeer omdat verdachte jarenlange ervaring heeft door zijn werk als beroepschauffeur en tevens de weg waarop het verkeersongeluk plaatsvond kent. Voor verdachte geldt dus ook dat van hem extra verantwoordelijkheid en extra oplettendheid mag worden verlangd (de zogenoemde
Garantenstellung). Het verweer van de raadsman dat verdachte te maken had met zowel in- en uitvoegend als inhalend verkeer, doet dan ook niet af aan voornoemd oordeel. Ook het verweer dat sprake is van extra reactietijd, omdat het voertuig van het slachtoffer stilstond, slaagt niet. In het verkeer heeft iedere verkeersdeelnemer in het algemeen, en een beroepschauffeur in het bijzonder, de plicht om oplettend te zijn en te reageren op zich aandienende verkeerssituaties. Daarbij komt dat altijd het risico op (plotseling) stilstaan of remmen voor obstakels bestaat, bijvoorbeeld door het ontstaan van een file of het dicht- of open gaan van bruggen. Iedere verkeersdeelnemer, en met name een beroepschauffeur, dient daarvoor beducht te zijn.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met zijn gedrag een gevaar op de weg heeft veroorzaakt, welk gevaar zich ook daadwerkelijk heeft verwezenlijkt door de aanrijding met de auto van het slachtoffer.