ECLI:NL:RBNNE:2023:929
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing van de kinderrechter over schorsing van schriftelijke aanwijzing in jeugdzorgzaak
Op 9 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, J. Teertstra, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de schorsing van een schriftelijke aanwijzing die was gegeven door de Gemeente Instelling (GI) in het kader van de zorg voor een minderjarige. De moeder van de minderjarige had verzocht om de schriftelijke aanwijzing van 22 februari 2023 te schorsen op grond van artikel 1:264 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter heeft besloten om het verzoek af te wijzen zonder de belanghebbenden te horen, vanwege de spoedeisendheid van de zaak. De kinderrechter oordeelde dat er geen reden was om schorsende kracht toe te kennen aan het verzoek van de moeder, die stelde dat de schriftelijke aanwijzing geen wettelijke grondslag had. De kinderrechter verwees naar artikel 1:263 BW, dat de GI toestaat om schriftelijke aanwijzingen te geven indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet meewerken aan de uitvoering van het zorgplan. De kinderrechter benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de moeder is om haar dochters te wijzen op het belang van medewerking aan de GI. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is op 10 maart 2023 vastgesteld.