Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verdere procesverloop
2.De beoordeling
duurzaamaanmerkelijk lagere woonlasten heeft en ziet daarom geen aanleiding om af te wijken van het forfaitaire systeem.
3.Beslissing
voorlopig- dat wil zeggen totdat een nadere rechterlijke beslissing over de zorgregeling van kracht wordt - dat de volgende zorgregeling als minimale zorgregeling geldt tussen de man en [minderjarige A] en [minderjarige B] :
voorlopig- dat wil zeggen totdat een nadere rechterlijke beslissing over de kinderalimentatie van kracht wordt - met ingang van de datum van deze beschikking € 262,- per kind per maand (in totaal € 524,-) moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige A] en [minderjarige B] , telkens bij vooruitbetaling - voor zover de termijnen nog niet zijn verstreken - te voldoen aan de vrouw;
[datum]voor een
mondelinge behandeling;
twee wekenvoor de hiervoor genoemde zitting aan de rechtbank schriftelijk verslag te doen, althans voor deze datum schriftelijk bericht te doen over de voortgang van de werkzaamheden;
een weekvoor de hiervoor genoemde zitting de rechtbank schriftelijk te informeren over de actuele stand van zaken ten aanzien van de omgang en de ontwikkelingsbedreigingen van de kinderen;
3 maart 2023.
Arnhem-Leeuwarden
871