2.8.Naar aanleiding van de aan haar toegekende functiebeschrijving en -waardering heeft [verweerster] meermaals contact gehad met [de voorzitter College van Bestuur] en met de IBC.
[verweerster] schrijft aan [de voorzitter College van Bestuur] per e-mail van 18 november 2021:
''(…) De brief en de reactie van het IBC op mijn mail op hun adviesbrief is schandalig te noemen. Het gaat niet om de conclussie maar over de mate van zorgvuldigheid en hun aanmatigende reactie op mijn mail.
Als opdrachtgever zijnde van het IBC ben jij/zijn jullie de aangewezen pers(o)onen die opdracht kunnen geven aan het IBC om de gemaakte geluisopname aan mij te verstrekken. In het kader van betrouwbare werkgever / waar open en transparant met elkaar wordt omgegaan/ waarbij de dialoog aangaan hoog in het vaandel staat/ RENN4 als aantrekkelijk werkgever neergezet wordt verwacht ik dat, juist als er onduidelijkheid bestaat over de inhoud van een zo balngrijke brief en er een geluidsopname is, dit gedeeld wordt met de medewerker.
Hierbij dan ook het verzoek om opdracht te geven aan de IBC om de geluidsopnameaan mij te verstrekken.
Aangezien de tijd met rasse schreden verstrijkt verwacht ik uiterlijk morgen te beschikken over de opname.
Het is erg jammer dat er op deze manier gecommuniceerd moet worden [voorzitter] , wat maakt dat het zo loopt in dit proces?
Ik ben oprecht nieuwgierig, en zou graag met jou/met het CvB daar het open gesprek over willen aangaan op een, zoals dat altijd gezegt wordt, socratische manier. (…)''
Bij e-mail van 5 december 2021 schrijft [verweerster] aan de IBC:
''(…) De geluidstape heb ik in goede orde ontvangen.
Na het beluisteren van de tape is vast komen te staan dat de in de adviesbrief van het IBC, aangedragen argumenten niet door mij zijn genoemd.
Ik verzoek hierbij het IBC een adviesbrief op te stellen passend bij mijn aangedragen argumenten. (…)''
In het kader van een tussen [verweerster] en [de voorzitter College van Bestuur] te voeren gesprek schrijft [verweerster] aan [de voorzitter College van Bestuur] per e-mail van 6 december 2021:
''(…) De norm is dat gesprekken worden opgenomen om miscommunicatie te voorkomen. (…)
Zoals ik uit eigen ervaring heb gemerkt (geluidsopname gesprek IBC) is het belangrijk om een geluidsopname te hebben. (…)
Helaas is het voor jou niet belangrijk genoeg dat ik het belangrijk vindt dat er een opname gemaakt wordt.
Hierbij laat ik je dan ook weten af te zien van het gesprek.
Voor mij geldt hetzelfde als voor jou, ik ben altijd bereid het gesprek met jou aan te gaan, mits er van het gesprek een opname gemaakt wordt (…)''
Bij e-mail van 20 december 2021 schrijft [verweerster] aan de IBC:
''(…) Misschien hebben jullie mijn mail van 5 december gemist.
Voor de zekerheid mail ik hem nogmaals.
Hierbij het verzoek, ook in het licht van merkpersoonlijkheid van RENN4 (oa. respect, openheid, betrouwbaarheid,) mij een ter zake doende adviesbrief te sturen, met argumenten die ik heb genoemd en niet mijn [collega 1] .''
Bij e-mail van 12 januari 2022 schrijft [verweerster] aan de IBC:
''(…) Helaas heb ik tot op heden taal noch teken mogen ontvangen van de interne bezwarencommissie.
Ik vind het zeer respectloos. Of krijg ik geen antwoord omdat de bezwarencommissie niet durft toe te geven dat er een fout is gemaakt?(…)''
Bij e-mail van 12 januari 2022 schrijft [verweerster] aan [de voorzitter College van Bestuur] :
''(…) Hierbij aan jou de vraag [voorzitter] om de IBC een dringend advies te geven mij te antwoorden, alleen al om te voldoen aan de tone of voice die RENN4 wil uitdragen (respect etc….).
Het niet reageren op diverse mail van mij verzonden naar de IBC getuigd van respectloosheid naar mij als medewerker.
Hopend dat je hierin iets wilt en kunt betekenen. (…)''
Bij e-mail van 10 februari 2022 schrijft [verweerster] aan de IBC:
''(…) Het verbaast mij niet dat ik niks krijg, het wordt een gewoonte dat de IBC niks van zich laat horen. Blijkbaar wordt er gedacht dat als er geen reactie komt de communicatie van mij uiteindelijk wel zal stoppen.
Erg onprofessioneel en niet in lijn met de besturingsfilosofie en de communicatiepijlers van RENN4.
Maar wat nu?
De externe vertrouwenspersoon is inmiddels ingelicht en het gesprek is geweest.
De volgende stap is het inlichten van de raad van toezicht. (…)''